Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Marcel SIMONarchitect1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14378
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. ir.-arch. Marcel SIMON, 1925.

Vier bouwlagen en op verdiepingen vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Lijstgevel in rode baksteen en simili-natuursteen op arduinen plint. Op kelderverdieping garagepoort en dienstingang. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in simili-natuursteen. Middenrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale vleugeldeur met traliewerk en rondbogig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder gedeeltelijk ijzeren afdak dat op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rust. Boven bewerkte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., nis met bloemenvaas in reliëf. Aan weerszijden hiervan identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); rechthoekig tweelicht op begane grond, op verdiepingen rechthoekige drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met kleine balkons of ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale decoratieve cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. ter hoogte van vierde bouwlaag. Twee identieke zijtraveeën met brede korfboogvensters, die van eerste verdieping met balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. voorzien van balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Vanaf eerste verdieping alle muuropeningen in doorlopende  similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. hoekblokomlijsting. Stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Imposant gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven twee middentraveeën; twee korfbogige dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. ter hoogte van gebroken kap van masardedak; timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met vaas tussen twee hoornen des overvloeds. Boven elke zijtravee attiekmuur doorbroken door dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 6866 (1925).