Typologie(ën)
watertoren / waterreservoir
Ontwerper(s)
GRONDEL – aannemer – 1904
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29222
Beschrijving
Inspringend
t.o.v. de straat, voormalige watertoren, gebouwd door de firma Grondel (Gent) i.o.v.
de Compagnie Intercommunale des Eaux de
Bruxelles, 1904.
De watertoren, die is opgevat volgens het in 1892 gepatenteerde vervaardigingsprocedé voor gewapend beton van François Hennebique, moest instaan voor de watervoorziening van de bevolking en van alle kleine industrieën die zich toen in de Berkendaalwijk ontwikkelden. Dit was een van de eerste in gewapend beton uitgevoerde watertorens in het Brussels Gewest.
De activiteit van de watertoren werd in 1934 stopgezet, misschien wegens de vertraging van de lokale industriële activiteit. In 1956 werd het gebouw gekocht door de gemeente Vorst, die het als opslagruimte gebruikte. Het wordt thans ingenomen door kantoren en woningen, op basis van een project uit 2004 (annexatie van twee woongebouwen aan de straatkant).
Beschrijving
Toren van 33,85 meter hoog. Achthoekige basis met daarop drie bouwlagen bekroond door een terras afgesloten door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op een hardstenen sokkel, bakstenen metselwerk en betonnen hoekpilasters, met geprofileerde sierlijsten die de bouwlagen beklemtonen. Steekboogvensters van latere datum aan elke zijde.
Op deze basis, betonstructuur rond een centrale kern, ook van gewapend beton, waarin zich de trap bevindt. Daarop rust de achthoekige onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (voormalige machinezaal), bekroond door de kuip met vlakbodem, 5,2 meter hoog en met een capaciteit van 500 m3, allebei in beton. De mantel van de kuip is thans volledig opengewerkt met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de triplex verlichten die erin is ingericht (2004). Centrale kern bekroond door een meer dan dertig meter hoge aedicula waarop aanvankelijk een windmolen stond.
Dakterrassen van de basis, van de kuip en van de aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. afgesloten door een betonnen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. (vervangen). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Inschrijving op de bewaarlijst 01.10.1998
De watertoren, die is opgevat volgens het in 1892 gepatenteerde vervaardigingsprocedé voor gewapend beton van François Hennebique, moest instaan voor de watervoorziening van de bevolking en van alle kleine industrieën die zich toen in de Berkendaalwijk ontwikkelden. Dit was een van de eerste in gewapend beton uitgevoerde watertorens in het Brussels Gewest.
De activiteit van de watertoren werd in 1934 stopgezet, misschien wegens de vertraging van de lokale industriële activiteit. In 1956 werd het gebouw gekocht door de gemeente Vorst, die het als opslagruimte gebruikte. Het wordt thans ingenomen door kantoren en woningen, op basis van een project uit 2004 (annexatie van twee woongebouwen aan de straatkant).
Beschrijving
Toren van 33,85 meter hoog. Achthoekige basis met daarop drie bouwlagen bekroond door een terras afgesloten door een balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Op een hardstenen sokkel, bakstenen metselwerk en betonnen hoekpilasters, met geprofileerde sierlijsten die de bouwlagen beklemtonen. Steekboogvensters van latere datum aan elke zijde.
Op deze basis, betonstructuur rond een centrale kern, ook van gewapend beton, waarin zich de trap bevindt. Daarop rust de achthoekige onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (voormalige machinezaal), bekroond door de kuip met vlakbodem, 5,2 meter hoog en met een capaciteit van 500 m3, allebei in beton. De mantel van de kuip is thans volledig opengewerkt met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de triplex verlichten die erin is ingericht (2004). Centrale kern bekroond door een meer dan dertig meter hoge aedicula waarop aanvankelijk een windmolen stond.
Dakterrassen van de basis, van de kuip en van de aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. afgesloten door een betonnen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. (vervangen). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Inschrijving op de bewaarlijst 01.10.1998
Bronnen
Archieven
GAV/DS
3467, 3718, 6224 (1913), 10650 (1929), 14247 (1942), 23329 (2004).
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à
Bruxelles-Ixelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 41.
MEGANCK, M., Bruxelles
par-delà les murs, Aparté, Brussel, 2006, pp. 180-181.
Websites
http://www.h2obrussels.com