Typologie(ën)

fabriek

Ontwerper(s)

Léon GUIANNOTTEarchitect1941

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 10 september 1998

Beschermd sinds 31 maart 2017

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29221
lees meer

Beschrijving

Voormalige fabriek in art-decostijl, gespecialiseerd in vliegtuigmotoren en ontstekingsmagneten, gesigneerd «Léon Guiannotte.arch» ter hoogte van de sokkel, 1941.

Geschiedenis
Dit industriële gebouw staat op een perceel dat tot 1920 werd ingenomen door het huis en de werkplaatsen (1913-1914) van het bedrijf van de gebroeders Van Neck, ornamentbeeldhouwers. In 1920 werden de gebouwen gekocht door de S.A. La Magnéto, gespecialiseerd in de fabricage van elektrische motoren, roterende omvormers en ontstekingsmagneten. De firma voerde in de bestaande gebouwen een reeks werken uit.

Onder de voormalige industriële activiteiten die het gezicht van Vorst hebben bepaald, neemt “Magnéto Belge” een belangrijke plaats in. Het bedrijf vestigde zich in 1910 in Vorst en kan als een illustratie gelden van de Belgische inspanningen om tegemoet te komen aan de economische naoorlogse behoeften.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog specialiseerde de firma zich in de fabricage van vliegtuigmotoren, en later van oliebranders. Het complex onderging nog diverse wijzigingen, met onder meer in 1941 de bouw van de huidige fabriek, waarvan de plannen werden toevertrouwd aan architect
Léon Guiannotte. Voor dit nieuwe gebouw moesten acht arbeidershuizen worden gesloopt die analoog waren aan die welke op nr.109 tot 121 zijn bewaard (zie straatnotitie). Het gebouw werd in 1946 (architect Robert Blampain) uitgebreid maar raakte nadien geleidelijk buiten gebruik, tot ongeveer 1975. Na een eerste, niet uitgevoerd renovatieproject in 1981, werd de fabriek eind jaren 1990 herbestemd tot woningen, kantoren en kunstenaarsateliers door de GOMB (Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

De bouwstijl van de straatgevel kan worden gerekend tot de uiterst sobere variant van de art-decostijl (de “klassieke” stijl): pure lijnen en soberheid van opzet, waardoor het monumentale aanzicht van het geheel nog wordt versterkt. De zeer originele gevel is een perfecte weerspiegeling van de bestemming van het gebouw: rechts industrieel, en links het administratieve deel, met de concave traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Beschrijving
Het complex, in de vorm van een rechthoekig trapezium dat zich tot diep in het binnenterrein van het huizenblok uitstrekt en er het gezelschap krijgt van twee bijgebouwen (kantoren in 1926 en magazijnen in 1936), is indrukwekkend.
Aan de straatkant, opstand van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) over vier bouwlagen, de laatste, inspringend, toegevoegd in 1946 (n.o.v. architect Robert Blampain). Gevel van geelgetinte geverniste baksteen, gestructureerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en banden in beton of steen. Leien dakbedekking.
Gebouw opgetrokken in twee fases: de eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) omvatten de hoofdingang naar de kantoren en een inrijpoort (nr.125-127), terwijl de zes laatste de voormalige werkplaatsen bevatten (nr.123), en een breed poortgebouw dat leidt naar een industriële hal met de oude montageband, en dat verlicht wordt door een zenitglasraam dat wordt geschraagd door een gebinte met klinkbouten.

Op nr.125-127, in de as van de Dierenriemstraat, monumentale gevel (kantoren) van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; de centrale toegangstravee is holrond. Benedenverdieping gescheiden van de verdiepingen door een brede geprofileerde en uitspringende band, die boven de toegang tot de directeurswoning een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. vormt. Op de verdiepingen, vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met stenen monelen over de hele hoogte. De benedenverdieping is er bekleed met leisteen. Vooruitspringende geometrische motieven bekronen de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Metalen deur, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en traliewerk in art-decostijl bewaard.

Op nr.123, gevel waarvan het horizontale karakter wordt belijnd door vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. (metalen raamwerk), gescheiden door brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die tot aan de eerste verdieping reiken. Zware steunberen tussen de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de inspringende laatste bouwlaag. Voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van een garagepoort (vervangen) die, samen met het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. erboven, in een stenen omlijsting is gevat.
Achteraan, twee volumes haaks op de straat, vroeger bestemd voor kantoren (1926) en magazijnen (1936).

Inschrijving op de bewaarlijst 10.09.1998


Bronnen

Archieven
GAV/DS 6342 (1913), 6484 (1914), 7095 (1920), 9165 (1926), 9653 (1928), 10394 (1929), 10526 (1929), 13137 (1936), 14146 (1941), 14377 (1941), 14681 (1946), 15964 (1951), 20502 (1981), 22362 (1998-2005).

Publicaties en studies
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles-Ixelles
, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 59.
PIRLOT, A.-M., De wijk Hoogte Honderd, Brussel, 2014 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis nr.
35), p. 35.