Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Charles NEIRYNCKarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28788
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, n.o.v. architect Ch. Neirynck D’Ours (signatuur op de gevel), 1908.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij, van nr.189-191 tot nr.199.

OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste breder. Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met gele baksteen en met elementen in hardsteen en in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige, rondbogige of getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), garagepoort in de kelderverdieping en, op de benedenverdieping, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. toegevoegd in 1938; gewelfd balkon op de eerste verdieping. Centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Op de verdieping, doorlopend  accoladevormig balkon op de tweede en derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die in het dak worden verenigd door een bakstenen dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. achter een gebogen Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht door twee houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. IJzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hekken bewaard, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Achteruitbouwstrook deels ingericht als garage-inrit en afgesloten door sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. muurtjes, oorspronkelijk voorzien van rond ijzeren hekken, thans deels bewaard.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 4703 (1908), 7508 (1922), 13860 (1938).