Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Franz D'OURSarchitect1912

Charles NEIRYNCKarchitect1912

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17384
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. i.o.v. aannemer Maurice Vereecken en n.o.v. arch. Franz D'Ours en Charles Neirynck, 1912. Volgens plannen huis met vier bouwlagen, maar slechts drie uitgevoerd en later onesthetisch verhoogd met drie bouwlagen (1950).

Symmetrische compositie van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Witstenen gevel. Meestal rondboogvensters, in tweede en derde bouwlaag als drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Op benedenverdieping centraal smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., links geflankeerd door inrijpoort en rechts door vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., beiden getoogd en binnen geprofileerde koofvormige omlijsting. In tweede bouwlaag bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met centraal gecanneleerde Ionische deelzuilen en lateraal dito pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In derde bouwlaag terras met opgewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. gevuld met smeedwerk. Derde bouwlaag bekroond door brede stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op laterale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., vormde vroeger platform van balkon in vierde bouwlaag.

Rijke gebeeldhouwde elementen: wapenschild op sleutels van benedenverdieping, ronde medaillonsRonde of ovale cartouche. en lauriertakken op zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., versierde sleutels en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in derde bouwlaag.

Opmerkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... : opengewerkte smeedijzeren inrijpoort; bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met stervormige roedeverdeling. Tuinhek deels oorspronkelijk.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 1 (1912), 454 (1950).