Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Charles NEIRYNCKarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14366
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw n.o.v. arch. Charles NEIRYNCK, 1923.

Vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Lijstgevel in gevlamde baksteen en natuursteen op arduinen sokkel onderbroken door steekbogige garagepoort ter hoogte van kelderverd. Links eerste vier bouwlagen voorafgegaan door bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met twee korfboogvensters in eerste en vierde bouwlaag, rechthoekige muuropeningen in tweede en derde bouwlaag. Op begane grond venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in natuurstenen hoekblokomlijsting, op verdiepingen muuropeningen per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) ingeschreven in doorlopende  korfboognis. Vlakke pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gesculpteerde elementen op middenpenant. Bekronend balkon met ijzeren leuning. In laatste bouwlaag twee schouderbogige deurvensters waartussen bakstenen pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; bekronende pseudo-halsgevel. Terugwijkende ingangstravee. Korfboogdeur in omlijsting met kwarthol beloop voorafgegaan door bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen identiek aan die van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Decoratief bakstenen metselwerk in pseudo-halsgevel en ter hoogte van borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 4135 (1923).