Typologie(ën)

opbrengsthuis
feestzaal
cinema/bioscoop

Ontwerper(s)

Léon DENISarchitect1933

Guillaume SEGERSarchitect1905

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 juni 2006

Stijlen

Art nouveau
Beaux-Artsstijl
Modernisme
Neo-Lodewijk XV, neorococo
Moorse stijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7517
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee opbrengsthuizen met neoclassicistische inslag* n.o.v. arch. Guillaume Segers, 1905. Op Nr. 18 toegang tot ‘Aegidium', grote achterbouw met feestzaal, momenteel buiten gebruik en wachtend op restauratie.

Nr. 16-18. Vier bouwl. en vijf ongelijke trav. Hardstenen benedenverdieping met centrale handelspui met brede deur en flankerende vitrines tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. (1909, maar later aangepast); laterale deuren: l. naar verdieping, r. onder inscriptie ‘Aegidium' en naar achterbouw leidend. Op eerste verdieping doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In drie middelste trav. balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op tweede verdieping doorlopend  balkon. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  op benedenverdieping met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..

Achterbouw oorspr. ‘Egidium', maar herdoopt tot ‘Diamant Palace' in 1913 en tot ‘Aegidium' in 1936. Op benedenverdieping gelagzaal; op verdieping vergaderzaal in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen. en grote feestzaal in Moorse stijlStijl geinspireerd op de Arabische bouwkunst en voornamelijk gekenmerkt door een rijke polychromie en hoefijzerboogvormige muuropeningen.. Café heringericht in modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. stijl n.o.v. arch. Léon Denis, 1933. In hetzelfde jaar feestzaal verbouwd tot bioscoop en voorzien van projectiecabine.


Oorspr. aankleding grotendeels bewaard. Op benedenverdieping vestiaire onder gewelfjes; art-nouveaulambrisering met keramiektableau's met landelijkeVoorbeelden van landelijke architectuur, treffen we voornamelijk aan in de verstedelijkte rand van Brussel. Ze verwijzen in dat geval vaak naar het ruraal verleden van dat gebied, nu opgeslorpt door de stad. Meestal gaat het om een zeer bescheiden architectuur, met gevels in witgekalkte baksteen en pannendaken. Naast woningen vinden we ook oude boerderijen. De belangrijkste voorbeelden stammen uit de 17e-18e eeuw. scénes door firma (Céléstin) Helman.

Aegidium, <a href='/nl/glossary/248' class='info'>trappenhuis<span>Gedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.</span></a> (foto 2003).

Trappenhuis onder ovale koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.; tegelvloer met florale motieven; marmeren staatsietrap met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… trapleuning, leidt r. naar vml. feestzaal en l. naar vml. vergaderzaal; lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in roze marmer met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.; decoratie in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met art-nouveau-elementenInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.; medaillonsRonde of ovale cartouche. met putti.

Vrijwel rechth. feestzaal onder gekoofdConvex gebogen lijst. plafond met ondiepe scène en U-vormige gaanderij. Rijk gedecoreerd met houtsnijwerk en fijn stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer. in fantasievolle moreske stijl: meerlobbige of hoefijzervormige arcaden, monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. geprofileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., zuiltjes en gemarmerde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met verguld kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en rozetmotieven. Oorspr. toneelmachinerie.

Polygonale vergaderzaal in neorococoHistoriserende architectuur die zich vanaf ca. 1910 ontwikkelt. Grijpt terug naar de vormentaal van de bouwkunst van het midden van de 18e eeuw. Gekenmerkt door specifieke rococo-ornamenten (onregelmatige schelpvormen, rocailles, enz.) en de voorliefde voor asymmetrische lijnen.; grote spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. afgewisseld door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met luiken met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. tussen roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Brede toegangsdeur onder indrukwekkend bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Nieuw plafond (betonplaat) n.o.v. arch. Jean Hendrickx en Yves Stevens (1956) breekt met bestaande aankleding.

Aegidium, vergaderzaal (Foto Annick Vandael (2000) met toestemming van DGATLP, Direction de Charleroi).

Nr. 20. Vijf bouwl., tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en twee gelijke trav. Hardstenen benedenverdieping. Tweede bouwl. met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. In drie hoogste bouwl. trav. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; doorlopend  op eerste en tweede verdieping; enkelvoudige op derde verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bekleed met PVC.

Bescherming van feestzaal ‘Aegidium' 15.05.1997.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 63 (1905); 16: 325 (1909).

CHDStG.

Publicaties en studies
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 140.
Plaatsen om te feesten, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, Liège, 1998, pp. 75-76.
SCHOONBROODT, B., L'Art Nouveau et les maîtres céramistes bruxelloises, Hommage aux fabriques d'art Helman, Janssens et Vermeren-Coché, Escale du Nord, Anderlecht, 2002, pp. 41-50.
Vie économique à Saint-Gilles…des origines à demain, Syndicat d'initiative de Saint-Gilles, 1993, p. 101.