Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1908
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37521
Beschrijving
Opbrengsthuis in
eclectische stijl met invloed van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en met commerciële
benedenverdieping, 1908.
Gevel in grijze baksteen versierd met groene geverniste bakstenen en met hardsteen. Benedenverdieping thans beschilderd. Symmetrische opstand van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Etalage tussen gegroefde pilastervormige stijlen, geflankeerd door deuren met een onregelmatig uitgesneden buitenste stijl, het geheel onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Verdiepingen van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. In elke bouwlaag, twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder een gemeenschappelijke steekboog, met geprofileerde bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Doorlopende balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; het eerste balkon rust op vijf kraagstenen met waaiermotief. Centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken. Oorspronkelijke kroonlijsten en deuren, die laatste met decoratieve schuingeplaatste elementen.
Gevel in grijze baksteen versierd met groene geverniste bakstenen en met hardsteen. Benedenverdieping thans beschilderd. Symmetrische opstand van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Etalage tussen gegroefde pilastervormige stijlen, geflankeerd door deuren met een onregelmatig uitgesneden buitenste stijl, het geheel onder zware I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Verdiepingen van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. In elke bouwlaag, twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder een gemeenschappelijke steekboog, met geprofileerde bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Doorlopende balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; het eerste balkon rust op vijf kraagstenen met waaiermotief. Centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken. Oorspronkelijke kroonlijsten en deuren, die laatste met decoratieve schuingeplaatste elementen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 5279 (1908).
