Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Édouard PELSENEERarchitect1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 8806
lees meer

Beschrijving

Hoekgebouw met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag n.o.v. arch. Édouard Pelseneer, 1903.

Oorspronkelijk één gebouw, maar in twee gesplitst sinds 1931.

Vijf bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen., en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Voorplein, hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Waterloosesteenweg. Rechthoekige muuropeningen; onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Herhaaldelijk gewijzigde winkelpui. Doorlopend  balkon met nieuwe borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in derde bouwlaag en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in vierde bouwlaag, twee laterale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. uitgezonderd. Vanaf derde bouwlaag muurdammenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., veelal onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 316 (1903), 382 (1931).