Typologie(ën)
architectenwoning
Ontwerper(s)
Paul HAMESSE – architect – 1909
Stijlen
Wiener Secession
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 5385
Beschrijving
Op hoek met Antoine Bréartstraat, voormalige woning en kantoren van arch. Paul Hamesse, 1909.
Hij werkt er samen met zijn twee broers, Georges en Léon, zoals blijkt uit een bronzen naamplaat, rechts van deur: ‘Paul Hamesse / & frères / architectes'. Gebouw is sterk beïnvloed door Wiener SecessionVan 1897 tot ca. 1914, Oostenrijkse strekking binnen de geometrische art nouveau. en kondigt art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. aan.
Drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Jef Lambeauxlaan, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevolgd door twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van één bouwlaag aan Antoine Bréartstraat. Gevel in witsteen en simili-natuursteen, op zandstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en hardstenen plint.
Aan de Jef Lambeauxlaan monumentale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rondboogvormige muuropeningen. Centrale deur met opengewerkt paneel in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, gevat tussen halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. en bekroond door gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Aan weerszijden, twee kleine langwerpige muuropeningen. Op de bovenverdieping brede, deels inspringende muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. geflankeerd door hoge en smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verbonden door boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en centraal grote liseenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en jaartal ‘MCMX'. Links houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Hoektravee op benedenverdieping, haakse hoek met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door zuil. In tweede en derde bouwlaag gestapelde gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vierde bouwlaag met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en voorzien van terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorbreekt kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Aan de Antoine Bréartstraat brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; op de benedenverdieping vensterbanken met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Op eerste verdieping gestileerde guirlandes op de stijlen; eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond door groot rondboogvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omlijst door eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.; waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. (verkeerd ojief) omlijst de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en loopt uit in geometrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Rechterdeel van gevel met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en garagepoort bekroond door terras met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en smeedijzeren traliewerk. Aan terraskant, zijgevel met eenvoudige rechth. muuropeningen.
Hoofdgestel met hoog geribde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., geritmeerd door kleine panelen met tandlijst, elk versierd met langwerpig ovalen leidmotief, oorspronkelijk verguld. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. vaak versierd met geometrische glas-in-loodramen.
Interieur met deels oorspronkelijk decor en meubilair. Typische vormentaal van de architect: langwerpige ovalen, gestileerde rozetten geïnspireerd op de School van Glasgow, eierlijstenOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen., koperen inlegwerk, enz. Vestibule onder tongewelf met valse spiegels; wanden versierd met rechthoekige panelen en hulstguirlandes; vloer in granito. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met twee ronde muuropeningen, versierd met Amerikaans glas met fruitmotieven. Op eerste verdieping vertrekken in enfilade, waarvan twee met vast meubilair in hout van verschillende boomsoorten. Kantoor met ingebouwde bibliotheekkasten en klein alkoofsalon met typisch lijstwerk. Verder een aantal muurschilderijen die kenmerkend zijn voor het oeuvre van de gebroeders Hamesse, sommige volgens sjabloonprocédé gemaakt.
Hij werkt er samen met zijn twee broers, Georges en Léon, zoals blijkt uit een bronzen naamplaat, rechts van deur: ‘Paul Hamesse / & frères / architectes'. Gebouw is sterk beïnvloed door Wiener SecessionVan 1897 tot ca. 1914, Oostenrijkse strekking binnen de geometrische art nouveau. en kondigt art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. aan.
Drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Jef Lambeauxlaan, een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevolgd door twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van één bouwlaag aan Antoine Bréartstraat. Gevel in witsteen en simili-natuursteen, op zandstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en hardstenen plint.
Aan de Jef Lambeauxlaan monumentale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rondboogvormige muuropeningen. Centrale deur met opengewerkt paneel in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…, gevat tussen halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. en bekroond door gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Aan weerszijden, twee kleine langwerpige muuropeningen. Op de bovenverdieping brede, deels inspringende muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. geflankeerd door hoge en smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verbonden door boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en centraal grote liseenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en jaartal ‘MCMX'. Links houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Hoektravee op benedenverdieping, haakse hoek met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gescheiden door zuil. In tweede en derde bouwlaag gestapelde gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op getrapte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vierde bouwlaag met drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en voorzien van terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., doorbreekt kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Aan de Antoine Bréartstraat brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder latei en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; op de benedenverdieping vensterbanken met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Op eerste verdieping gestileerde guirlandes op de stijlen; eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bekroond door groot rondboogvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met halfrond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. omlijst door eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.; waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. (verkeerd ojief) omlijst de topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en loopt uit in geometrische volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Rechterdeel van gevel met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en garagepoort bekroond door terras met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en smeedijzeren traliewerk. Aan terraskant, zijgevel met eenvoudige rechth. muuropeningen.
Hoofdgestel met hoog geribde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., geritmeerd door kleine panelen met tandlijst, elk versierd met langwerpig ovalen leidmotief, oorspronkelijk verguld. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. vaak versierd met geometrische glas-in-loodramen.
Interieur met deels oorspronkelijk decor en meubilair. Typische vormentaal van de architect: langwerpige ovalen, gestileerde rozetten geïnspireerd op de School van Glasgow, eierlijstenOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen., koperen inlegwerk, enz. Vestibule onder tongewelf met valse spiegels; wanden versierd met rechthoekige panelen en hulstguirlandes; vloer in granito. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met twee ronde muuropeningen, versierd met Amerikaans glas met fruitmotieven. Op eerste verdieping vertrekken in enfilade, waarvan twee met vast meubilair in hout van verschillende boomsoorten. Kantoor met ingebouwde bibliotheekkasten en klein alkoofsalon met typisch lijstwerk. Verder een aantal muurschilderijen die kenmerkend zijn voor het oeuvre van de gebroeders Hamesse, sommige volgens sjabloonprocédé gemaakt.
Beschermd op 23.10.1997.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 204 (1909).
AAM/Fonds Paul Hamesse.
Publicaties en studies
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., L'Architecture moderne à Bruxelles, éd. de l'Octogone, Brussel en Louvain-la-Neuve, 2000, p. 169.
DE PANGE, I., SCHAACK, C., 400 façades étonnantes à Bruxelles, éd. Aparté, Brussel, 2003, p. 68.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 113.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse
GASG/DS 204 (1909).
AAM/Fonds Paul Hamesse.
Publicaties en studies
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., L'Architecture moderne à Bruxelles, éd. de l'Octogone, Brussel en Louvain-la-Neuve, 2000, p. 169.
DE PANGE, I., SCHAACK, C., 400 façades étonnantes à Bruxelles, éd. Aparté, Brussel, 2003, p. 68.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, p. 113.
Websites
Brussel, stad van architecten - Paul Hamesse