Typologie(ën)
architectenwoning
burgerwoning
burgerwoning
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1908
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16367
Beschrijving
Op hoek van de Lariskenstraat, imposant huis in eclectische stijl met art-nouveauinvloeden en elementen van Arts and Crafts, eerste eigen woning en architectuurbureau van arch. Adrien Blomme, 1908.
Drie bouwlagen met in elke straat een lange gevel verbonden door hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. De verdeling van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. is vrij opgevat: talrijke verspringingen verlevendigen de compositie.
Bakstenen gevels met structurerende en decoratieve elementen in witsteen; hardstenen sokkel.
Gevels in beide straten met analoge structuur, maar verschillend door talrijke details. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de hoek vormen voorbouw bekroond met terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. voor een brede gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Achter de verspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in dit volume ligt het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Aan weerszijden van de voorbouw, de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van beide gevels vanaf tweede bouwlaag in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geflankeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Drie laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Talrijke kleine erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in verschillende vormen, sommige met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Toegangsdeur op de hoek; geflankeerd door smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond met kleine cirkelboogvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Deur vervangen. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling, sommige met guillotineraamHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. en met gekleurd glas of glas-in-lood, dit laatste in hoekvolume.

Verbouwd in 1920 i.o.v. nieuwe eigenaar en n.o.v. arch. Adrien Blomme. Wijziging van benedenverdieping. In 1929 voormalig bureau van werknemers vervangen door garage (Lariskenstraat) en voormalige binnenplaats in 1934 vervangen door rookkamer.

Interieur. Indeling en aankleding bewaard. Grote inkomhal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in hoekvolume, vormen scharnierpunt van het huis; houtwerk met sierlijsten en geïntegreerde verlichting; deuromlijstingen met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.; marmeren vloer; drie deuren geven uit op verschillende ruimten van de benedenverdieping, waaronder oorspronkelijk het architectenbureau. Op de eerste verdieping, salon met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en schouw in zwart, wit geaderd marmer, in Lodewijk-XV-stijl; op de schouw een spiegel onder een schilderij met voorstelling van hoorn des overvloedsGedraaide hoorn met bloemen, vruchten en andere voorwerpen gevuld om overvloed te symboliseren.. Tegenover de trap, cirkelvormige rookkamer met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en eveneens met houtwerk aangeklede eetkamer. In vestibule glas-in-loodramen met art-decomotieven.
Beschermd op 05.06.1997.
Drie bouwlagen met in elke straat een lange gevel verbonden door hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. De verdeling van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. is vrij opgevat: talrijke verspringingen verlevendigen de compositie.
Bakstenen gevels met structurerende en decoratieve elementen in witsteen; hardstenen sokkel.
Gevels in beide straten met analoge structuur, maar verschillend door talrijke details. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de hoek vormen voorbouw bekroond met terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. voor een brede gewelfde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Achter de verspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in dit volume ligt het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..
Aan weerszijden van de voorbouw, de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van beide gevels vanaf tweede bouwlaag in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., geflankeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Drie laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Talrijke kleine erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in verschillende vormen, sommige met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Toegangsdeur op de hoek; geflankeerd door smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond met kleine cirkelboogvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Deur vervangen. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roedeverdeling, sommige met guillotineraamHorizontaal in tweeën gedeeld schuifraam. en met gekleurd glas of glas-in-lood, dit laatste in hoekvolume.

Verbouwd in 1920 i.o.v. nieuwe eigenaar en n.o.v. arch. Adrien Blomme. Wijziging van benedenverdieping. In 1929 voormalig bureau van werknemers vervangen door garage (Lariskenstraat) en voormalige binnenplaats in 1934 vervangen door rookkamer.

Interieur. Indeling en aankleding bewaard. Grote inkomhal en trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in hoekvolume, vormen scharnierpunt van het huis; houtwerk met sierlijsten en geïntegreerde verlichting; deuromlijstingen met ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.; marmeren vloer; drie deuren geven uit op verschillende ruimten van de benedenverdieping, waaronder oorspronkelijk het architectenbureau. Op de eerste verdieping, salon met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en schouw in zwart, wit geaderd marmer, in Lodewijk-XV-stijl; op de schouw een spiegel onder een schilderij met voorstelling van hoorn des overvloedsGedraaide hoorn met bloemen, vruchten en andere voorwerpen gevuld om overvloed te symboliseren.. Tegenover de trap, cirkelvormige rookkamer met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en eveneens met houtwerk aangeklede eetkamer. In vestibule glas-in-loodramen met art-decomotieven.
Beschermd op 05.06.1997.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 16-205, 229-1.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme, 1878-1940, CIVA, Brussel, 2004, pp. 29-31.
Monument et sites protégés, éd. Mardaga, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1999, p. 127.
Tijdschriften
BLOMME, A., ‘Maison, Amerikaansestraat et rue des Mélèzes, à Bruxelles', L'Émulation, 1909, pl. XV-XVIII.
DUBUISSON, E., ‘Jamais deux sans trois' Les Nouvelles du Patrimoine, 112, 2006, Brussel, pp. 17-19.
EGGERICKX, L., ‘L'architecture d'Adrien Blomme: modernisme et tradition', Les Nouvelles du Patrimoine, 59, 1994, pp. 28-29.
GAE/DS 16-205, 229-1.
Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme, 1878-1940, CIVA, Brussel, 2004, pp. 29-31.
Monument et sites protégés, éd. Mardaga, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1999, p. 127.
Tijdschriften
BLOMME, A., ‘Maison, Amerikaansestraat et rue des Mélèzes, à Bruxelles', L'Émulation, 1909, pl. XV-XVIII.
DUBUISSON, E., ‘Jamais deux sans trois' Les Nouvelles du Patrimoine, 112, 2006, Brussel, pp. 17-19.
EGGERICKX, L., ‘L'architecture d'Adrien Blomme: modernisme et tradition', Les Nouvelles du Patrimoine, 59, 1994, pp. 28-29.