Typologie(ën)

architectenwoning
burgerwoning

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1913

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 05 juni 1999

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19585
lees meer

Beschrijving

Eigen woning van architect Adrien Blomme, in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met elementen in neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., 1913.
Thans is de Zweedse ambassade hier gevestigd.

Monumentale gevel met drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in gele baksteen met hardstenen elementen. Benedenverdieping met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). in ijzerzandsteen en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waardoorheen kleur van onderliggende baksteen zichtbaar is. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., die van eerste verdieping van centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. als portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. vormt op benedenverdieping en bekroond met houten loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kruismotief en onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Centrale toegangsdeur voorafgegaan door drie stenen traptreden. Links garagedeur in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; dienstingang in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Twee terugwijkende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Interieur
L-vormig grondplan. Toegangsvestibule met lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, geeft uit op grote inkomhal met zwart en wit marmer; hier vertrekt brede eiken trap waarvan leuning afwisselend met gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. en getorsteGedraaid, gewrongen. balustersVaasvormige spijl van een borstwering.; links diensttrap.
Erg ruime salons met sobere decoratie geïnspireerd door Franse 18e eeuw: sierlijsten in Lodewijk XVI, schouw en muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. in Lodewijk XV.
Dienstdeur geeft uit op vestibule die toegang geeft tot galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. die huis met achterbouw verbindt, waar zich kantoren bevinden.

Achteraan bijgebouw voor kantoren. Twee bouwlagen, waarvan tweede resulteert uit verhoging n.o.v. A. Blomme in 1928. Hoofdgevel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); drie rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Gevel in beschilderde baksteen.

Bijgebouw met huis verbonden via galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. van twee bouwlagen waarvan eerste met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met in boogzwikken medaillonsRonde of ovale cartouche. in faienceKeramische tegel bedekt door een, vaak polychroom versierde, glazuurlaag. refererend aan de kunst van het Quattrocento van de Florentijnse beeldhouwer della Robbia.

Voor gevel non-aedificandi zone ingericht als voortuin die bijdraagt aan het groene en pittoreskeCottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelijke architectuur. Gekenmerkt door het decoratief aanwenden van hout in puntgevels, balkons, loggia’s, enz. Pittoreske vormgeving en volumewerking vaak benadrukt in het dakenspel. karakter van de wijk van de vijvers; door architect ontworpen tuinhek bestaande uit traliewerk verankerd in zandstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarvan metselverbandWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. identiek is aan dat van sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. van huis.

Ingeschreven op de bewaarlijst op 05.06.1997

Bronnen

Archieven
GAE/DS 148-13.

Publicaties en studies
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme 1878-1940. Sa vie, son œuvre racontées par Françoise Blomme, Centre International pour la ville, l'Architecture et le Paysage, Brussel, 2004, pp. 38, 39.