Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Joseph VAN NECKarchitect1910

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5382
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Antoine Bréartstraat, voormalig kantoor en woning in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neorenaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. elementen, i.o.v en n.o.v. arch. Joseph Van Neck, 1910.

Vier bouwlagen en onregelmatige en verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Antoine Bréartstraat, een hoekpartij en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) inJef Lambeauxlaan. Bakstenen gevel met elementen in witsteen en gele baksteen. Rechth.oekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste drie bouwlagen, sommige met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. of als kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. In hoogste bouwlaag getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in bogenfries.

Antoine Bréartstraat met vrij lage benedenverdieping, gewijzigd in 1953 (garagepoort), bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op eerste verdieping.

Hoekpartij met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste en laatste bouwlaag en gestapelde halfronde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in tweede en derde bouwlaag versierd met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en bekroond door terras met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. De twee bouwlagen zijn van elkaar gescheiden door een leien dak.

Jef Lambeauxlaan met witstenen toegangspartij met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogdeuren tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; boven deuren telkens cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. omgeven door eiken- en laurierbladeren; zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op drie gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Dakvenster met tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en geflankeerd door grote schoorstenen, doorbreken kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schoorstenen steunen op monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). van ongelijke hoogte. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geometrisch baksteenpatroon op friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en sterk uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen, sommige nog met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en glas-in-lood.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 208 (1910), 95 (1953).