Typologie(ën)
opslagplaats/loods
Ontwerper(s)
Florent VAN ROELEN – architect – 1907
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22781
Beschrijving
Voormalige opslagplaats van Brouwerij De Palmboom uit Werchter, in eclectische stijl met art-nouveau-invloed, ontworpen door architect Florent Van Roelen in 1907 en door hemzelf vergroot in dezelfde stijl in 1913. Oorspronkelijk werd de opslagplaats achteraan bediend door een vertakking van de buurttramlijn van Haacht.
Het complex bestaat uit verscheidene gebouwen rond een binnenplaats. Aan de straat, groot gebouw van drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), ontworpen in 1907. Achter de eerste twee ongelijke en verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bevonden zich een “wasserij” op de benedenverdieping (nr. 75) en wellicht een woning op de verdiepingen. Bredere derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met de inrijpoort naar de binnenplaats (nr. 73). De laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn symmetrisch en vormden een woning, met een centrale en verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en kantoren links op de benedenverdieping (nr. 71).
Rechts zijn tegen dit geheel twee panden aangebouwd, ontworpen in 1913, een van drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (nr. 69a), het andere van één bouwlaag onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. (nr. 69b).
Binnen het huizenblok, rond de binnenplaats, magazijn achter nr. 75, kleine remise achter nr. 71 en stallen achter nr. 69a, allemaal uit 1907. De paarden moesten de bierkarren voorttrekken.
Aan de straatkant, gevels in crèmekleurige baksteen versierd met roodkleurige bakstenen en met hardsteen.
Op nr. 69b, lang gebouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met getrapte bekroning (thans verdwenen). Brede inrijpoort onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met volutes, bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.. Deur vervangen, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Op nr. 69a, gevel van vijf gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, inclusief een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., in 1955 voorzien van een centrale deur; bij die ingreep werd het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur verkleind. GlasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de verdieping en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., bediend door een goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. met katrol. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van uitspringende bakstenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling bewaard in de eerste bouwlaag.
Op nr. 71 tot 75, de meeste muuropeningen onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. of ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met volutes. Balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op nr. 75, rond balkon op de eerste verdieping, rechthoekig, centraal gebogen balkon op de tweede, voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Op nr. 71, omgekeerde indeling op de zijtraveeën, de eerste balkons voor een hoefijzerboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. dat de cirkel vervolledigt, de tweede balkons voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Geveltop met gewelfde aandaken onder topstuk met boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; ankers. Sgraffitidecor met hopbloemen boven sommige muuropeningen; een groot sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met aren en roerstokken versiert een arcatuur onder de geveltop, rond een medaillonRonde of ovale cartouche. met de namen van de directeur van de brouwerij, haar vestigingsplaats, en een van haar bieren: “FELIX VAN ROOST / WERCHTER / JACK-OP”. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Oorspronkelijke toegangsdeuren met getraliede ramen. Traliewerk van de inrijpoort vervangen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling bewaard op de benedenverdieping van nr. 75, op de geveltop, op de eerste verdieping van nr. 71, lateraal met geronde elementen, alsook op de dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. links.
Achteraan, magazijn van twee bouwlagen. Stal van drie bouwlagen, de eerste twee bestemd voor de paarden, de laatste voor “voeder en zadels”. De uitgang achteraan is thans gedicht. Achtergevels met bewaarde geschilderde uithangborden.
Het complex bestaat uit verscheidene gebouwen rond een binnenplaats. Aan de straat, groot gebouw van drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), ontworpen in 1907. Achter de eerste twee ongelijke en verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bevonden zich een “wasserij” op de benedenverdieping (nr. 75) en wellicht een woning op de verdiepingen. Bredere derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met de inrijpoort naar de binnenplaats (nr. 73). De laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn symmetrisch en vormden een woning, met een centrale en verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en kantoren links op de benedenverdieping (nr. 71).
Rechts zijn tegen dit geheel twee panden aangebouwd, ontworpen in 1913, een van drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (nr. 69a), het andere van één bouwlaag onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. (nr. 69b).
Binnen het huizenblok, rond de binnenplaats, magazijn achter nr. 75, kleine remise achter nr. 71 en stallen achter nr. 69a, allemaal uit 1907. De paarden moesten de bierkarren voorttrekken.
Aan de straatkant, gevels in crèmekleurige baksteen versierd met roodkleurige bakstenen en met hardsteen.
Op nr. 69b, lang gebouw onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met getrapte bekroning (thans verdwenen). Brede inrijpoort onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met volutes, bekroond door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder spitse boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam.. Deur vervangen, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Op nr. 69a, gevel van vijf gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, inclusief een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., in 1955 voorzien van een centrale deur; bij die ingreep werd het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur verkleind. GlasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de verdieping en dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., bediend door een goederenliftEen lift die voornamelijk bestemd is voor het vervoer van goederen/voorwerpen. met katrol. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van uitspringende bakstenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling bewaard in de eerste bouwlaag.
Op nr. 71 tot 75, de meeste muuropeningen onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. of ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met volutes. Balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op nr. 75, rond balkon op de eerste verdieping, rechthoekig, centraal gebogen balkon op de tweede, voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Op nr. 71, omgekeerde indeling op de zijtraveeën, de eerste balkons voor een hoefijzerboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. dat de cirkel vervolledigt, de tweede balkons voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Geveltop met gewelfde aandaken onder topstuk met boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; ankers. Sgraffitidecor met hopbloemen boven sommige muuropeningen; een groot sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met aren en roerstokken versiert een arcatuur onder de geveltop, rond een medaillonRonde of ovale cartouche. met de namen van de directeur van de brouwerij, haar vestigingsplaats, en een van haar bieren: “FELIX VAN ROOST / WERCHTER / JACK-OP”. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. met overstekend dak op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Oorspronkelijke toegangsdeuren met getraliede ramen. Traliewerk van de inrijpoort vervangen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling bewaard op de benedenverdieping van nr. 75, op de geveltop, op de eerste verdieping van nr. 71, lateraal met geronde elementen, alsook op de dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. links.
Achteraan, magazijn van twee bouwlagen. Stal van drie bouwlagen, de eerste twee bestemd voor de paarden, de laatste voor “voeder en zadels”. De uitgang achteraan is thans gedicht. Achtergevels met bewaarde geschilderde uithangborden.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 286-73, 286-69a-73, 286-69, 286-69-71, 286-71, 286-71-75, 286-75.
Publicaties en studies
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912, pp. 62-64.
CULOT, M. [red.], Schaerbeek. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 13.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid