Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

De Waelhemstraat verbindt het Eugène Verboekhovenplein met de Helmetsesteenweg. De Léopold Couroublestraat begint er halfweg.

De straat werd getraceerd in het kader van de aanleg van een wegennet rond een nieuw openbaar plein, het Verboekhovenplein. Naast de aanleg van de Waelhemstraat en de Van Ooststraat voorzag dit plan ook in de verlenging van de Koninklijke Sint-Mariastraat tot aan het station van Schaarbeek (de toekomstige Maarschalk Fochlaan en Prinses Elisabethlaan), de aanleg van de Overwelfde Maalbeekstraat (de toekomstige Metsysstraat en Portaelsstraat), evenals de verlenging van de Gallaitstraat (de toekomstige François-Joseph Navezstraat). Om deze werken mogelijk te maken, werd op 27.11.1874 een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en Philippe Joseph Allard, directeur van het Munthof en eigenaar van talrijke terreinen in deze zone. De opening van de straat werd bekrachtigd bij K.B. van 13.01.1876, samen met die van de Van Ooststraat.

De naam van de straat werd toegekend tijdens de gemeenteraadszitting van 09.04.1877 en verwijst naar een Schaarbeekse familie van grondbezitters.

De straat werd voor het verkeer geopend in 1876-1877 en bevat zowel residentiële als industriële gebouwen. Met uitzondering van enkele huizen uit de jaren 1890, begon de verstedelijking vooral vanaf 1903, en ze duurde voort tot aan het interbellum. Vóór de Eerste Wereldoorlog varieerde de bebouwing tussen het neoclassicisme, zoals op nr. 91 en 93 (1896), en het eclecticisme, onder meer vertegenwoordigd door nr. 18 (1913) en 28 (n.o.v. architect Guillaume du Croix, 1907), evenals door een bijzonder homogene huizenrij gevormd door nr. 25 (1906), 27 (zie dit nummer) en 29 (1905). De meeste gebouwen uit het interbellum zijn in art-decostijl of met art-deco-inslag, soms modernistisch. Vermelden we nr. 15 (n.o.v. architect Gustave Bossuyt, 1932), nr. 20 (n.o.v. architect Jules Libois, 1928), en nr. 19 tot 23 (n.o.v. architect Georges France, 1935, 1931 en 1941).

In de tweede helft van de straat bevinden zich binnen de huizenblokken diverse industriële gebouwen die uit verschillende periodes stammen. Aan onpare zijde werden twee opslagplaatsen van brouwerijen, Haacht en De Palmboom, gebouwd in respectievelijk 1906 en 1907 (zie nr. 77, 77a en 69b tot 75); oorspronkelijk werden ze achteraan bediend door een aftakking van de buurttramlijn van Haacht. Hier bevindt zich thans een gemeentelijke stortplaats. Vermelden we nog een voormalige zeepfabriek, gebouwd in 1903, met een woning aan de straat (nr. 70-76), meermaals vergroot, onder meer in 1941 (nr. 66-68). Tot slot zijn er op nr. 102 de voormalige gebouwen van de Société Linotype Belge (ca. 1923).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 15: 286-15; 18: 286-18; 19: 286-19; 20: 286-20; 21: 286-21; 23: 286-23; 25: 286-25; 28: 286-28; 29: 286-29; 66-68: 286-68; 70-74: 286-70-76; 76: 286-68, 286-70-76; 91, 93: 286-91; 102: 286-102.
GAS/DS 286-dénomination.
GAS/OW Infrastructuur 198.GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, Rapport sur la situation et l'administration des affaires de la commune pendant l'exercice 1876-1877, 1877, p. 40.

Publicaties en studies
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912, pp. 62-64.
CULOT, M. [red.], Schaerbeek. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiches 61, 172.
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, É., Histoire populaire de Schaerbeek. Notice historique, descriptive et explicative sur la commune ses rues, monuments, institutions, curiosités, Schaarbeek, Henri Mommens drukker –uitgever , 1887, p. 102.