Typologie(ën)

opbrengsthuis
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22784
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in eclectische stijl met art-nouveau-inslag en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., ontworpen door architect Frans Hemelsoet i.o.v. aannemer Henri Everaerts, 1906. Gesigneerd op de sokkel “F. HEMELSOET / ARCHITECTE”.

Hardstenen benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en verdiepingen in crèmekleurige baksteen met hardstenen elementen. Hoog mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. zijn voorzien van twee monelenStenen vensterstijl. en laterale tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Tussen de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), toegangsdeur onder een muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. uitgewerkt als een kolossale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die wordt aangevuld met een tweede, stenen toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. in de vorm van een gestileerde bloemstengel. Smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inrijpoort. De hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. vormt een rondbogige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die uitmondt in de geveltop, waarvan de bekroning verdwenen is. Van de oorspronkelijke erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. zijn enkel nog het platform en het bekronende terras bewaard. Balkon in de geveltop, voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. die de vorm van de arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. volgt. Oorspronkelijk terras en balkon met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk. Kooflijst geflankeerd door stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met topstuk. Talrijke bewerkte stenen elementen. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. oorspronkelijk in hout. Toegangsdeur met schuine balken, hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen. en getraliede ramen bewaard. Inrijpoort en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Achteraan, gebouw gebruikt als werkplaats, ontworpen samen met de woning, in 1907 vergroot tot en met het huidige nr. 122.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 286-118.