Typologie(ën)

opslagplaats/loods
Spoorwegerfgoed

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectische stijl met polychroom parement

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32880
lees meer

Beschrijving

Pletinckxstraat 29-33, 35 en Kartuizerstraat 70-70A-70B. Voormalig Goederenstation Brussel-Kartuizers van de Staatsspoorwegen (huidige NMBS) in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, bestemd voor colli en militaire uitrusting en enkel bediend door vrachtwagens. Hoofdgebouw - goederenkantoor en woning van de stationschef - in de Pletinckxstraat, loodsen met loskaden in Kartuizersstraat. In drie fasen gerealiseerd : bouwaanvragen voor het hoofdgebouw van 1884-1885 gesigneerd Wisselez (diensthoofd), voor de linker loods van 1886 gesigneerd H. Fouquet (hoofdarchitect), voor de rechter loods van 1894-1895.

Bakstenen gevels met hardstenen elementen onder meer voor sokkelsHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., muurbanden, friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Goederenkantoor met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Gevel geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en benadrukte registerindeling. Brede muuropeningen met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., lekdrempel en paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en getralied op benedenverdieping, rondbogig op de verdiepingen; vleugeldeuren in de uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechter gewijzigd met I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Zwak middenrisaliet met opschriften
“CHEMINS DE FER DE L’ETAT – STAATSSPOORWEGEN”, in het ontwerp bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Aanpalende woning van de stationschef met drie bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Breder rechter risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met balkon op de eerste verdieping, markerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op de tweede. Linker deur met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., bovenvensters met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de eerste verdieping en omlopende waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de tweede. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.; œil- de-bœuf en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Loodsen achter geknikt gevelfront van één bouwlaag, met oorspronkelijk tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), teruggebracht tot acht. Vrij strenge ordonnantie met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag: centrale en hoekrisalieten gemarkeerd door Toscaanse pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. vanaf een hoog basement. Getraliede rondboogvensters en centrale poorten met geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten. Oorspronkelijke poort en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van de uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in 1925 gewijzigd tot brede inrijpoorten onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Bekronende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met zelfde opschriften, waarop blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..

Interieur; twee gescheiden eenbeukige loodsen onder Polonceauspanten met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; opgehoogde loskaden. Gesloopt in 1991, met uitzondering van de woning en het gevelfront aan de Kartuizersstraat.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 19570 (1884-1885), 9091 (1886, 1894-1895), 30892 (1925).