Typologie(ën)
opslagplaats/loods
bijgebouwen
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
bijgebouwen
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1906
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22782
Beschrijving
Voormalige opslagplaats van de Brasserie et Laiterie de Haecht, in eclectische stijl, ontworpen in 1906 en verbouwd tot kantoren in 2010. De gevel werd bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente Schaarbeek in 1907-1908 organiseerde. Oorspronkelijk werd de opslagplaats achteraan bediend door een aftakking van de buurttramlijn van Haacht.
Het complex bestaat thans uit twee gebouwen gelegen aan weerszijden van een grote binnenplaats. Links, aan de straatkant, woonhuis (nr. 77a), waarin zich op de benedenverdieping kantoren bevonden. In het verlengde ervan lag een lang volume bestemd voor het “wassen en vullen van de flessen”, waarvan enkel de zijmuur is bewaard. Rechts, haaks ingeplant t.o.v. de straat, bevinden zich de oorspronkelijke stallen (nr. 77), die door een omheiningsmuur met het huis zijn verbonden. De paarden moesten de bierkarren voorttrekken.
Bakstenen gevels met hardstenen elementen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of twee monelenStenen vensterstijl.. Banden met rustica op de benedenverdieping aan de straatkant. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Op nr. 77a, voormalig huis van drie bouwlagen, onder dak met twee T-vormig dakvlakken. Straatgevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bewaarde vleugeldeur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met stijlen en ingewerkte zuilvormige moneelStenen vensterstijl.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbel kruisraam, onder lichtjes uitspringende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een trapezoïdale geveltop op kraagstenen. Zijgevel van twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); deur achter een trap. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en geveltop met vakwerk gevuld met bakstenen onder een breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak., de laterale geflankeerd door brede schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen..
Op nr. 77, voormalige stallen van twee bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. aan de straatkant met hoekpilasters en drie arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. voorzien van drie registersVensterstrook in een topgevel. van smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; bekroning met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. verdwenen. Aan de binnenplaats, gevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de twee laterale toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. oorspronkelijk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; twee inritten, de dalende recht, de stijgende gebogen. De tien overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn elk in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. gevat en hebben op halve hoogte een uitkraging op boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. op lange metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. over de hele breedte; bedekking vervangen.
Omheiningsmuur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rond smeedijzeren traliewerk. Toegang oorspronkelijk bekroond door een gebogen metalen uithangbord dat een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. vormde.
Het complex bestaat thans uit twee gebouwen gelegen aan weerszijden van een grote binnenplaats. Links, aan de straatkant, woonhuis (nr. 77a), waarin zich op de benedenverdieping kantoren bevonden. In het verlengde ervan lag een lang volume bestemd voor het “wassen en vullen van de flessen”, waarvan enkel de zijmuur is bewaard. Rechts, haaks ingeplant t.o.v. de straat, bevinden zich de oorspronkelijke stallen (nr. 77), die door een omheiningsmuur met het huis zijn verbonden. De paarden moesten de bierkarren voorttrekken.
Bakstenen gevels met hardstenen elementen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een of twee monelenStenen vensterstijl.. Banden met rustica op de benedenverdieping aan de straatkant. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Op nr. 77a, voormalig huis van drie bouwlagen, onder dak met twee T-vormig dakvlakken. Straatgevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bewaarde vleugeldeur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met stijlen en ingewerkte zuilvormige moneelStenen vensterstijl.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbel kruisraam, onder lichtjes uitspringende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een trapezoïdale geveltop op kraagstenen. Zijgevel van twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); deur achter een trap. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en geveltop met vakwerk gevuld met bakstenen onder een breed uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Klimmende dakkapellenDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak., de laterale geflankeerd door brede schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen..
Op nr. 77, voormalige stallen van twee bouwlagen, de eerste als onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. aan de straatkant met hoekpilasters en drie arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. voorzien van drie registersVensterstrook in een topgevel. van smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; bekroning met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. verdwenen. Aan de binnenplaats, gevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de twee laterale toegangstraveeënTravee waarin de toegang is ondergebracht. de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreken. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. oorspronkelijk onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; twee inritten, de dalende recht, de stijgende gebogen. De tien overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn elk in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. gevat en hebben op halve hoogte een uitkraging op boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. op lange metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. over de hele breedte; bedekking vervangen.
Omheiningsmuur met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. rond smeedijzeren traliewerk. Toegang oorspronkelijk bekroond door een gebogen metalen uithangbord dat een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. vormde.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 286-77.
Publicaties en studies
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912, pp. 62-64.
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.
CULOT, M. [red.], Schaerbeek. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 12.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid