Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Hyppolite JAUMOT – architect – 1899-1901
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22918
Beschrijving
Gelegen in het midden van het huizenblok tussen het Colignonplein, de Generaal Eenensstraat, de Goossensstraat, de Haachtsesteenweg en de Verwéestraat, schoolcomplex in neorenaissancestijl en eclectische stijl, ontworpen in 1899-1901 door gemeentearchitect Hyppolite Jaumot.
Geschiedenis
In 1894 constateerde de gemeentelijke overheid dat de gebouwen van de middelbare meisjesschool, toen gelegen in het eerste straatdeel aan pare zijde van de Paleizenstraat, te oud en te klein waren geworden. Er werd dus beslist een nieuw complex te bouwen, in het huizenblok aan de oostzijde van het Colignonplein. De bouw werd goedgekeurd krachtens de K.B.'s van 15.02.1895 en 26.04.1900. De instelling, die toen naast een middelbare school ook een huishoudschool en een kleuterschool omvatte, opende haar deuren in 1904. Haar tegenhanger, de middelbare jongensschool, werd ook door de gemeentearchitect ontworpen en werd in 1884-1885 opgetrokken aan de Koninklijke Sinte-Mariastraat (zie nr. 168). In de Verwéestraat is het toegangsgebouw (A) thans aangevuld met twee uitbreidingen aan de straatkant (K, L), die elk twee huizen vervingen: dat rechts in 1978 (n.o.v. architect P. Saussez), dat links in 1984 (n.o.v. architect Robert Mahieu). Toen deze tweede uitbreiding werd gebouwd, werd het gebouw aan de Haachtsesteenweg (nr. 353-357) gesloopt en door nieuwe gebouwen vervangen. Sinds 1996 zijn de scholen van de Verwéestraat en de Koninklijke Sinte-Mariastraat gefuseerd in het Athénée Royal Alfred Verwée, dat een kleuterafdeling, een lagere afdeling en een middelbare afdeling omvat.
Beschrijving
Plan
Aan de Verwéestraat, toegangsgebouw (A) waarin zich oorspronkelijk een wachtzaal en de woningen van de directrice en de conciërge bevonden. Hal van de school op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In de aslijn van deze hal, rechthoekige vleugel (B) met vestibule die naar de achtergebouwen leidt, oorspronkelijk bekroond door een lokaal voor “projections lumineuses” [lichtprojecties]. De vestibule geeft uit op een vleugel die min of meer evenwijdig met de straat loopt (C) en waarin zich een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., gangen, het bureau van de directrice en de voormalige refter bevinden; naailokaal de op de verdieping. Haaks daarop, grote rechthoekige overdekte speelplaats (D), aan de lange zijden afgeboord door vleugels met klaslokalen (E). Aan elk ervan ligt een speelplaats: die van de voorbereidende afdeling aan het Colignonplein (F), die van de middelbare afdeling aan de Haachtsesteenweg (G). Aangebouwd tegen de achterzijde van de overdekte speelplaats, vleugel (H) gebruikt als gymnastiekzaal met kleedkamer; muziekzaal, museum en tekenzaal op de verdieping. Rechts van vleugel C, in het verlengde ervan, L-vormig gebouw (I) rond de speelplaats van de middelbare afdeling, met de klaslokalen van de kleuterschool en, oorspronkelijk, een overdekte speelplaats. Dit gebouw kreeg een speelplaats aan de Haachtsesteenweg, oorspronkelijk afgeboord door een overdekte galerij, in 1984 vervangen door een nieuwe vleugel (J).
Beschrijving
Gebouwen van twee of drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Rechthoekige of ronde ventilatiegaten op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., afgesloten door een opengewerkte plaat.
Toegangsgebouw (A) met monumentale witstenen gevel in neorenaissancestijl. Opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Toscaanse invloed. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. De volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen in op de verdieping, achter een rij halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. met gecanneleerde schachtenDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. en Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Alle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping onder knoppenlatei en geflankeerd door halfpilasters waarop een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van trigliefen en metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries. met knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. rust. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met knoppenfries en stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met palmetvormig acroterion. Attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. onder koepelvormig topstuk. Deuren bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Achtergevel verbouwd.
Binnen, muren met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en lage marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Deur van de wachtzaal rechts, onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
Vleugel met vestibule (B) van drie bouwlagen, de eerste achter een kleine binnenplaats, en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel versierd met bakstenen en hardsteen.
Vestibule met plafond met gewelfblokjes en muren gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in witte keramiek. Tegenover de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., grote delen van een wereldbol die de continenten voorstellen, gemaakt in 1904.
Vleugel evenwijdig aan de straat (C) met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de eerste achter een kleine binnenplaats.
Binnen, gangen onder gewelfblokjes. Trap met metalen balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en opengewerkte gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. optreden.
Overdekte speelplaats (D) met halvemaanvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.: kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de lange zijden, groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. in de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Aan de onderzijde van het dak, beglaasde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., thans dichtgemaakt. Langs de verdieping, mezzaninegalerij met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Achteraan is de galerij toegankelijk via een metalen wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met drie rechte trapdelen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muren, die van de klaslokalen gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Stalen gebinte op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. die onderling zijn verbonden door kleine gelambriseerde gewelven. Dakstoelen en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. met decor met waaiermotief en/of volutes. Houten dakbeschotBedekking van een kap, bestaande uit planken die over de gordingen zijn aangebracht; vaak als bebording van leien dakbedekking,. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Vleugel met klaslokalen (E), vleugel met de gymnastiekzaal (H) en L-vormig gebouw van de kleuterschool (I) met gevels in gele baksteen, versierd met rode bakstenen en hardsteen.
Vleugel met klaslokalen (E) met gevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan die welke de klaslokalen verlichten zijn voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, terwijl de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die overeenstemmen met de voormalige tussenliggende vestiaires, uitspringend en met hoekblokken, zijn voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels bewaard.
Vleugel van de gymnastiekzaal (H) met gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Links, restant van een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Dak met daklantaarns boven de tekenzaal. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. grotendeels bewaard. Deuren vervangen.
L-vormig gebouw van de kleuterschool (I) met aan de binnenplaats gevels van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de oude overdekte speelplaats en zes voor de klaslokalen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard. Gevels aan de Verwéestraat en de Haachtsesteenweg vernieuwd in 1984.
Geschiedenis
In 1894 constateerde de gemeentelijke overheid dat de gebouwen van de middelbare meisjesschool, toen gelegen in het eerste straatdeel aan pare zijde van de Paleizenstraat, te oud en te klein waren geworden. Er werd dus beslist een nieuw complex te bouwen, in het huizenblok aan de oostzijde van het Colignonplein. De bouw werd goedgekeurd krachtens de K.B.'s van 15.02.1895 en 26.04.1900. De instelling, die toen naast een middelbare school ook een huishoudschool en een kleuterschool omvatte, opende haar deuren in 1904. Haar tegenhanger, de middelbare jongensschool, werd ook door de gemeentearchitect ontworpen en werd in 1884-1885 opgetrokken aan de Koninklijke Sinte-Mariastraat (zie nr. 168). In de Verwéestraat is het toegangsgebouw (A) thans aangevuld met twee uitbreidingen aan de straatkant (K, L), die elk twee huizen vervingen: dat rechts in 1978 (n.o.v. architect P. Saussez), dat links in 1984 (n.o.v. architect Robert Mahieu). Toen deze tweede uitbreiding werd gebouwd, werd het gebouw aan de Haachtsesteenweg (nr. 353-357) gesloopt en door nieuwe gebouwen vervangen. Sinds 1996 zijn de scholen van de Verwéestraat en de Koninklijke Sinte-Mariastraat gefuseerd in het Athénée Royal Alfred Verwée, dat een kleuterafdeling, een lagere afdeling en een middelbare afdeling omvat.
Beschrijving
Plan
Aan de Verwéestraat, toegangsgebouw (A) waarin zich oorspronkelijk een wachtzaal en de woningen van de directrice en de conciërge bevonden. Hal van de school op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In de aslijn van deze hal, rechthoekige vleugel (B) met vestibule die naar de achtergebouwen leidt, oorspronkelijk bekroond door een lokaal voor “projections lumineuses” [lichtprojecties]. De vestibule geeft uit op een vleugel die min of meer evenwijdig met de straat loopt (C) en waarin zich een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., gangen, het bureau van de directrice en de voormalige refter bevinden; naailokaal de op de verdieping. Haaks daarop, grote rechthoekige overdekte speelplaats (D), aan de lange zijden afgeboord door vleugels met klaslokalen (E). Aan elk ervan ligt een speelplaats: die van de voorbereidende afdeling aan het Colignonplein (F), die van de middelbare afdeling aan de Haachtsesteenweg (G). Aangebouwd tegen de achterzijde van de overdekte speelplaats, vleugel (H) gebruikt als gymnastiekzaal met kleedkamer; muziekzaal, museum en tekenzaal op de verdieping. Rechts van vleugel C, in het verlengde ervan, L-vormig gebouw (I) rond de speelplaats van de middelbare afdeling, met de klaslokalen van de kleuterschool en, oorspronkelijk, een overdekte speelplaats. Dit gebouw kreeg een speelplaats aan de Haachtsesteenweg, oorspronkelijk afgeboord door een overdekte galerij, in 1984 vervangen door een nieuwe vleugel (J).
Beschrijving
Gebouwen van twee of drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Rechthoekige of ronde ventilatiegaten op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., afgesloten door een opengewerkte plaat.
Toegangsgebouw (A) met monumentale witstenen gevel in neorenaissancestijl. Opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met Toscaanse invloed. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. De volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) springen in op de verdieping, achter een rij halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. met gecanneleerde schachtenDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. en Ionische kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Alle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping onder knoppenlatei en geflankeerd door halfpilasters waarop een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van trigliefen en metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries. met knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. rust. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met knoppenfries en stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met palmetvormig acroterion. Attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. onder koepelvormig topstuk. Deuren bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Achtergevel verbouwd.
Binnen, muren met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en lage marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Deur van de wachtzaal rechts, onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
Vleugel met vestibule (B) van drie bouwlagen, de eerste achter een kleine binnenplaats, en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel versierd met bakstenen en hardsteen.
Vestibule met plafond met gewelfblokjes en muren gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in witte keramiek. Tegenover de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., grote delen van een wereldbol die de continenten voorstellen, gemaakt in 1904.
Vleugel evenwijdig aan de straat (C) met gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen, de eerste achter een kleine binnenplaats.
Binnen, gangen onder gewelfblokjes. Trap met metalen balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en opengewerkte gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. optreden.
Overdekte speelplaats (D) met halvemaanvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.: kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de lange zijden, groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. in de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Aan de onderzijde van het dak, beglaasde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., thans dichtgemaakt. Langs de verdieping, mezzaninegalerij met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Achteraan is de galerij toegankelijk via een metalen wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met drie rechte trapdelen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muren, die van de klaslokalen gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Stalen gebinte op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. die onderling zijn verbonden door kleine gelambriseerde gewelven. Dakstoelen en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. met decor met waaiermotief en/of volutes. Houten dakbeschotBedekking van een kap, bestaande uit planken die over de gordingen zijn aangebracht; vaak als bebording van leien dakbedekking,. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Vleugel met klaslokalen (E), vleugel met de gymnastiekzaal (H) en L-vormig gebouw van de kleuterschool (I) met gevels in gele baksteen, versierd met rode bakstenen en hardsteen.
Vleugel met klaslokalen (E) met gevel van twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan die welke de klaslokalen verlichten zijn voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, terwijl de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die overeenstemmen met de voormalige tussenliggende vestiaires, uitspringend en met hoekblokken, zijn voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels bewaard.
Vleugel van de gymnastiekzaal (H) met gevel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Links, restant van een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. met korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Dak met daklantaarns boven de tekenzaal. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. grotendeels bewaard. Deuren vervangen.
L-vormig gebouw van de kleuterschool (I) met aan de binnenplaats gevels van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de oude overdekte speelplaats en zes voor de klaslokalen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard. Gevels aan de Verwéestraat en de Haachtsesteenweg vernieuwd in 1984.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 277-8-10-12, 277-10-12.
GAS/OW Middelbare Meisjesschool Verwéestraat.
GAS/OW Infrastructuur 220.
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, Fr., La mémoire des pierres. Bruxelles Architecture scolaire, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 49-50.
JACQMIN, Y., KERKHOFS, V. (dir.), Architectures scolaires à Schaerbeek, Mémoires d'ânes, vzw PatriS, 1999, pp. 18-19.
Tijdschriften
Vers l'Art, 1906, pl. 25-28.
Websites
Koninklijk atheneum Alfred Verwée
GAS/DS 277-8-10-12, 277-10-12.
GAS/OW Middelbare Meisjesschool Verwéestraat.
GAS/OW Infrastructuur 220.
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, Fr., La mémoire des pierres. Bruxelles Architecture scolaire, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 49-50.
JACQMIN, Y., KERKHOFS, V. (dir.), Architectures scolaires à Schaerbeek, Mémoires d'ânes, vzw PatriS, 1999, pp. 18-19.
Tijdschriften
Vers l'Art, 1906, pl. 25-28.
Websites
Koninklijk atheneum Alfred Verwée