Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Henri JACOBS – architect – 1903
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22917
Beschrijving
Verwéestraat, 26 Verwéestraat – 331 Haachtsesteenweg. Geheel van drie huizen in art-nouveaustijl met commerciële benedenverdieping, ontworpen in 1903 door architect Henri Jacobs i.o.v. meetkundig schatter J. Matheussens. Deze laatste was ook opdrachtgever van het Verwée-Huis, op de hoek met het Colignonplein (zie nr. 12), waar hij zijn kantoren had.
De huizen staan op restpercelen van minder dan 1,50 meter diepte op de hoek met de Haachtsesteenweg. Op de benedenverdiepingen bevinden zich een winkeltje en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Op de verdiepingen verhoogt een uitkraging de diepte tot 2,60 meter. Gebouwen met een structuur van gewapend beton en een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel; twee of drie bouwlagen onder dak met een bolrond dakvlak. Gekoofde uitkragingen geritmeerd door kordonbanden. Gevels met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de meeste doorlopend , die stengelvormige ribben vormen die aan de uitkraging zijn vastgehecht. Op nr. 22 en 24 worden de hoekpilasters en de centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. zuilvormig op de verdieping; de centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. loopt door tot aan de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waar hij een topstuk met plantenmotief vormt. Op nr. 26 lopen de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. door in ribben tot aan de top van het dak, waar ze onder een geometrisch topstuk samenkomen. Onderdorpels op de eerste verdieping met uitsprong op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met plantenmotief. Florale sgraffiti moesten de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen flankeren en de friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versieren. Op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping moesten opschriften komen. Betonnen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gekoofd op nr. 22 en 24. Halfcirkelvormige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebroken archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., een ervan op nr. 24 vervangen door een rechthoekige. Daken thans bedekt met bitumen.
Op nr. 22 en 24, opstanden van twee bouwlagen volgens spiegelbeeldschema, achter één gevel. Op elke benedenverdieping, deur geflankeerd door een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een houten etalage in art-nouveaustijl, uitspringend, niet volgens oorspronkelijk plan. De etalages worden geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. dat de rolluikkast vormt, met bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Op de verdieping, uitkraging met afgeschuinde vlakken, op elk huis voorzien van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder klimmende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Hoog hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met vierkante spiegels. Het oorspronkelijke plan voorzag in een plat dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard op de benedenverdieping.
Op nr. 26, symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Deur tussen etalages die oorspronkelijk waren voorzien van een pui die misschien analoog was aan die van nr. 22 en 24. Uitkraging met ronde hoeken. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en op de verdiepingen, oorspronkelijke glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; voor de centrale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. voorzag het oorspronkelijke plan in smeedijzeren traliewerk in art-nouveaustijl. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
De huizen staan op restpercelen van minder dan 1,50 meter diepte op de hoek met de Haachtsesteenweg. Op de benedenverdiepingen bevinden zich een winkeltje en het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Op de verdiepingen verhoogt een uitkraging de diepte tot 2,60 meter. Gebouwen met een structuur van gewapend beton en een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel; twee of drie bouwlagen onder dak met een bolrond dakvlak. Gekoofde uitkragingen geritmeerd door kordonbanden. Gevels met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., de meeste doorlopend , die stengelvormige ribben vormen die aan de uitkraging zijn vastgehecht. Op nr. 22 en 24 worden de hoekpilasters en de centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. zuilvormig op de verdieping; de centrale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. loopt door tot aan de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waar hij een topstuk met plantenmotief vormt. Op nr. 26 lopen de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. door in ribben tot aan de top van het dak, waar ze onder een geometrisch topstuk samenkomen. Onderdorpels op de eerste verdieping met uitsprong op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met plantenmotief. Florale sgraffiti moesten de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen flankeren en de friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versieren. Op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping moesten opschriften komen. Betonnen kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gekoofd op nr. 22 en 24. Halfcirkelvormige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebroken archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., een ervan op nr. 24 vervangen door een rechthoekige. Daken thans bedekt met bitumen.
Op nr. 22 en 24, opstanden van twee bouwlagen volgens spiegelbeeldschema, achter één gevel. Op elke benedenverdieping, deur geflankeerd door een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een houten etalage in art-nouveaustijl, uitspringend, niet volgens oorspronkelijk plan. De etalages worden geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. dat de rolluikkast vormt, met bewerkte korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Op de verdieping, uitkraging met afgeschuinde vlakken, op elk huis voorzien van drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder klimmende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Hoog hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met vierkante spiegels. Het oorspronkelijke plan voorzag in een plat dak. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard op de benedenverdieping.
Op nr. 26, symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Deur tussen etalages die oorspronkelijk waren voorzien van een pui die misschien analoog was aan die van nr. 22 en 24. Uitkraging met ronde hoeken. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en op de verdiepingen, oorspronkelijke glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; voor de centrale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. voorzag het oorspronkelijke plan in smeedijzeren traliewerk in art-nouveaustijl. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 277-22-24-26-28.
GAS/OW
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1901, pp. 410-411.
Publicaties en studies
JURION-DE WAHA, Fr., WACHTELAER, A., Le petit monde de l'architecte Henri Jacobs, Annales de la Société Royale d'Archéologie de Bruxelles, dl. 71, 2013, pp. 93-95.