Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Hyppolite JAUMOTarchitect1875-1876

Adolphe PAILLETarchitect1910-1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37837
lees meer

Beschrijving

Geheel in eclectische stijl bestaande uit de voormalige Meisjesschool nr.8, gebouwd in 1875-1876 door gemeentearchitect Hyppolite Jaumot en tijdens de twee daaropvolgende decennia uitgebreid, en een nieuw gebouw aan de straatkant opgetrokken in 1912-1913 naar plannen die gemeentearchitect Adolphe Paillet in 1910 ontwierp bij de fusie met Jongensschool nr.4. Dit project ging gepaard met een aanzienlijke uitbreiding van de initiële structuren.

Geschiedenis
Het plan voor de vestiging van een meisjesschool in de Gaucheretstraat, langs de verbindingssporen van de Groendreef naar die van het Noordstation, werd al in 1870 geopperd. In 1874 kocht de gemeente een vijfhoekig terrein dat een groot deel innam van het huizenblok dat aan de zuid- en oostkant door de Gendebienstraat en de Vooruitgangsstraat werd afgeboord. De bouwwerken, geleid door aannemer Jamar, werden nog datzelfde jaar goedgekeurd en waren klaar in 1876, inclusief de omheiningsmuren en de “squares” die een zekere Van Lil in het midden van de speelplaatsen had ontworpen.
Het ging om een lang gebouw loodrecht op de straat, voorzien van voorbouwen met daarin vier trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., onder frontons, en een onthaal- en kantoorgebouw aan de straat dat links door een overdekte speelplaats werd geflankeerd. Wellicht werden vóór 1881 twee lage vleugels toegevoegd aan het gebouw langs de straatzijde. Tussen dat jaar en 1893 werd tegen de oostelijke muur van de school, tussen de keuken en de wasplaats, een refter aangebouwd, een bouwwerk van één bouwlaag met een voorbouw. Kort na 1899 werd op de scherpe hoek van het eigendom een volume met klaslokalen zonder verdieping opgetrokken.

Aan het begin van de volgende eeuw groeide het plan om de te klein geworden Jongensschool nr.4 aan de Keulenstraat (de huidige Aarschotstraat) samen te voegen met de instelling aan de Gaucheretstraat, middels een aanzienlijke uitbreiding. De aanpassingsplannen werden in 1910 opgesteld, de werken vonden plaats in 1912 en 1913.
Het oude gebouw aan de straatkant werd gesloopt en vervangen door een groot volume met twee verdiepingen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met de jongensspeelplaats links en meisjesspeelplaats rechts, gescheiden door de leraarskamers, het dokterskabinet en de conciërgeloge met zijn appartement als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. De kantoren van de directeur en van de directrice gaven uit aan elke speelplaats. Op de verdieping, die vanaf de jongensspeelplaats toegankelijk was via een monumentale trap in U, lagen vijf klaslokalen achter elkaar, langs een gang aan de straatkant. Aan de uiteinden van die gang begonnen de trapdelen van de tweede verdieping, die werd ingenomen door vier klaslokalen, waarvan het linkerlokaal een dubbele oppervlakte had en bestemd was voor de lessen handwerk.
Het oorspronkelijke centrale gebouw kreeg een analoge tweede verdieping over het grootste deel van zijn volume. De trappen werden heropgebouwd in metaal en het eerste trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. werd verlaagd onder een platform. De eerste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behielden hun oorspronkelijke zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Aan de oostzijde verbond een vleugel van twee bouwlagen onder plat dak de refter en de bijgebouwen, die werden ingekort, met het uiteinde van het centrale gebouw, waarvan de laatste voorbouw met het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. werd verlengd. Deze vleugel omvatte een overdekte speelplaats voor de kleuterschool, geflankeerd door een gang, en een naaizaal op de verdieping. Het volume in de zuidelijke hoek werd met een verdieping op de rechtervleugel verhoogd, terwijl een gymnastiekzaal werd ingericht in de klas links en in de hoekzaal, die al door een achthoekig daklicht werd verlicht. Een gang onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak. verbond deze gymnastiekzaal met het grote centrale volume.
Aan elke speelplaats werd tegen de omheiningsmuren, en zelfs vóór sommige gebouwen, een beglaasde metalen galerij onder beglaasd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. gebouwd waarin toiletten.
De koetsdoorgang van een herenhuis dat door de instelling was gekocht, nr.287 Vooruitgangsstraat, vormde een derde toegang, naar de meisjesspeelplaats, via de gang die langs de overdekte speelplaats van de kleuterschool liep.
Kort na de Tweede Wereldoorlog kreeg de instelling haar nieuwe naam als eerbetoon aan Frédéric de Jongh, een oud-directeur die in 1944 werd gefusilleerd wegens zijn deelname aan een vluchtlijn naar de vrije zone in Frankrijk.

Tot slot verving gemeentearchitect A. Rogiers in 1957 de beglaasde galerij van de jongensspeelplaats door nieuwe sanitaire voorzieningen in een modernistische geest, in L-vorm, in de hoek van het volume aan de straatkant. Het duurde nog enkele jaren voordat de meisjesspeelplaats werd voorzien van nieuwe, karakterloze toiletten.

Beschrijving
Gebouw aan de straatkant
Gevels
Lang gebouw van twee-en-een-halve bouwlagen, bekroond door een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met pannen, met in de stompe linkerhoek een klein platform. Opstanden in baksteen en witsteen met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vooraan, tien achteraan.

Straatgevel belijnd door stenen banden en kordonlijsten; oude ventilatiegaten. In de eerste twee bouwlagen wordt de gevel verlevendigd door negen steekboogvormige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. rond brede muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In de bovenste bouwlaag omkaderen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met getoogd topstuk en een zware attiek muuropeningen met dezelfde vorm. Een toegang met geprofileerde stenen omlijsting in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) leidt naar de voormalige meisjesspeelplaats, terwijl een identieke muuropening in de zevende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) leidt naar de voormalige jongensspeelplaats, die de toegangshal van de school is geworden. De hardstenen sokkel is links opengewerkt met getraliede ramen onder I-balk die de kelders verlichten waarin zich de verwarmingsinstallatie van de school bevindt.

De vierde en vijfde travee worden door een bredere muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. gescheiden en stemmen op de benedenverdieping overeen met het voormalige dokterskabinet en de conciërgeloge in de tussenverdieping. Zo ontstaan, over twee halve bouwlagen, vijf kleine traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige muuropeningen, de middelste met de deur van de “CONCIËRGE”. De grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, de imposten van de deuren van de speelplaatsen en de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de twee verdiepingen zijn allemaal voorzien van twee geprofileerde gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. monelenStenen vensterstijl.. Op de verdieping is de brede muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. versierd met een stenen paneel waarop, onder het wapenschild van de gemeente, de naam en de voltooiingsdatum van de instelling prijken: “ECOLES / PRIMAIRES / COMMUNALES / Nos 4-8 (met een 2 in pentimento) / LAGERE / GEMEENTE / SCHOLEN / 1913”. In de halve bouwlaag bevindt zich een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat past bij de aanpalende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Op de top van de linker bovenhoek van de gevel, staat op een ander paneel wellicht het jaartal waarin de werken een aanvang namen: “1912”.

Schrijnwerk, oorspronkelijk met metalen roedeverdeling, waarvan enkel de beglaasde deuren met hun fijne profielen en versierd met fraai traliewerk in art-nouveaustijl zijn bewaard.

De volledig in baksteen opgetrokken linkerzijgevel, die vroeger op de spoorweg uitgaf, is blindZonder opening; blind venster, schijnopening..

De achtergevel is veel soberder dan de voorgevel; hij rust op een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in witsteen, met oude ventilatiegaten. Alle muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel..; Hoge benedenverdieping, erboven twee verdiepingen van gelijke hoogte, onder een fijne houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De eerste en de laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) worden door smalle pilasters geritmeerd. De rest van gevel, waartegen de twee kantoren van de directie en een centrale ruimte voor toiletten zijn aangebouwd, is effen.

Op de benedenverdieping, drie opeenvolgende muuropeningen met dubbel kruisraam in steen en hout; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling en gekleurd glas. In de twee muuropeningen rechts is een centrale deur ingewerkt. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), twee directiekantoren met eenzelfde indeling, maar zonder de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Op de twee volgende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechthoekige vensters die de voormalige leraarskamers en de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. van de conciërge onregelmatig verlichten. De laatste vier traveeën zijn analoog aan de eerste drie; de zevende is links voorzien van een tweede deur, zonder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., die de oude speelplaats voor meisjes en het oude kantoor van de leraressen met elkaar verbindt. De directiekantoren hebben zicht op de speelplaatsen via hoekvensters. Op de verdiepingen, een regelmatige reeks muuropeningen die vroeger van dubbele kruisramen waren voorzien.

Enkel het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de oude jongensspeelplaats en de deuren van de meisjesspeelplaats zijn bewaard.

Interieur
Voormalige overdekte jongensspeelplaats van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder een plafond gevormd door drie moerbalken in gewapend beton die op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en gebogen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. rusten. Acht dwarsbalken vormen er twaalf compartimenten. Rechts, bewerkte metalen trap in U met een centraal bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Links, deur van de portiersloge en drieledige muuropening van een oude leraarskamer, allemaal met metalen roedeverdeling en gekleurd glas onder een entablement in stucwerkModelleerbare, snel hardende massa van gips, kalk en zand; in gepolijste vorm ter vervanging van marmer.. Analoge voormalige overdekte meisjesspeelplaats, zonder trap. Op de verdiepingen, gang aan de straatkant bediend door twee trappen, eveneens in metaal maar eenvoudiger, met twee trapdelen en een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. Schrijnwerk van de deuren bewaard. Schooluitrusting vervangen. Eenzelfde geometrische betegeling in geel en rood bedekt de vloer in alle bouwlagen.

Groot centraal volume
Gevels
Oorspronkelijke bouwlagen
De twee lange oorspronkelijke gevels, in baksteen en witsteen, zijn identiek en bevatten oude ventilatiegaten, in hardsteen zoals de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en de band die de bouwlagen scheidt. Voorbouwen met vier trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., die aan de uiteinden kleiner. Talrijke uitspringende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en sommige hoeken afwisselend met baksteen en natuursteen. Spiegels en panelen. Venstertraveeën in groepen van drie, overeenstemmend met de opeenvolging van de klaslokalen. Steekboogvensters op de benedenverdieping, platte lijsten op de verdieping. De hardstenen onderdorpels van de twee bouwlagen dateren van de verlagingen van de borstweringen in 1912-1913. Ankers met haken. Voorbouwen met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. boven de toegangen, aansluitend bij de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de aanpalende klaslokalen. Op de eerste verdieping van de drie laatste voorbouwen, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder eenzelfde bekroning als de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de klaslokalen op de verdieping. De oorspronkelijke opstand van het linkeruiteinde van de noordgevel wordt verborgen door de nieuwe vleugel uit 1912-1913. Oorspronkelijk schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met pannen en houten kroonlijst op de eerste klaslokalen.

Verhoging van 1912-1913
Op de tweede verdieping, opgetrokken in baksteen in een lichtjes andere kleur en ook met natuursteen versierd, zijn de eerste klaslokalen behouden, en ze wordt bekroond door een schilddak met pannen en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De noordgevel is opengewerkt met muuropeningen onder stenen latei die aansluiten bij het ritme van de oorspronkelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De zuidgevel, daarentegen, heeft per klaslokaal slechts twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van hetzelfde type die een reeks doorlopende  banden doorbreken. Het gehele raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vernieuwd.

Interieur
Alle trappen, met vijf rechte trapdelen, werden in 1912-1913 vernieuwd in metaal en vertrokken vanaf het noorden in plaats vanaf het zuiden. Ze waren identiek aan die op de verdiepingen van het volume aan de straatkant. De vloeren van de benedenverdieping werden in die periode bekleed met dezelfde betegeling als in dat laatste volume. De klaslokalen op de verdiepingen werden voorzien van een eikenhouten vloer. In veel klaslokalen zijn tal van elementen volledig of gedeeltelijk bewaard: de estrades, de mobiele schoolborden onder een kleine gefestonneerde houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., de al dan niet beglaasde muurkasten, de lambrisering met oplegsels, en een aantal bureaus van leraars, die de gemeentearchitect in 1913 ontwierp. Hier en daar bevinden zich nog enkele kasten van dezelfde hand. In elke klas is nog de hangende schoorsteenpijp te zien waarop de kachel was aangesloten.

Oostvleugel
Het linkervolume, dat ouder is dan 1893 en dat toen nog van de rest afgezonderd was, bestaat uit één enkele bouwlaag opgetrokken in baksteen en witsteen, gescandeerd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Dit volume had oorspronkelijk drie muuropeningen aan weerszijden van een lichte voorbouw met toegang onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., ook met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In 1912-1913 werd de laatste rechtertravee verwijderd bij de bouw van het rechtervolume. Toen werd ook de steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. van alle vensters vervangen door een I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Na de Tweede Wereldoorlog werden de oorspronkelijke beglaasde metalen galerijen verwijderd en werd een metalen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op de gevel aangebracht. Al het buitenschrijnwerk is vervangen.

Het rechtervolume, dat in 1912-1913 werd gebouwd, heeft twee bouwlagen in dezelfde materialen. Aan de kant van de speelplaats, vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met brede muuropeningen, waaronder een deur aan elk uiteinde. De muuropeningen op de benedenverdieping worden bekroond door een I-balkIJzeren latei met I-profiel., die op de verdieping door een steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. en een stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Enkele banden in similinatuursteen en oude ventilatiegaten verlevendigen het parementGevel- of muurbekleding.. Een fijne houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boordt een platform af. De gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. achtergevel geeft uit op de oude doorgang voorbehouden voor de meisjes, met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Al het buitenschrijnwerk is vervangen, behalve de deur in de achtergevel.

Binnen zijn in de gang de oorspronkelijke deuren en de betegeling in geel en rood bewaard. De oude kleuterspeelplaats is opgesplitst in twee klaslokalen en de betegeling is vervangen. Op de verdieping is in de oude naaizaal nog de oorspronkelijke eikenhouten vloer gemaakt van daksparren te zien.

Zuidvolume
Dit volume is opgetrokken in dezelfde materialen als de rest van de school en bevatte vroeger ventilatiegaten; de gevel van de oorspronkelijke benedenverdieping is opengewerkt met drie grote vensters per vleugel en een deur in de afgesneden hoek. Muuropeningen onder een steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met aanzetsteenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. in witsteen en een hardstenen sleutel met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. De aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de voeten van de stijlen vormen een band. Het schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met pannen, dat door een tandfries en een gefestonneerde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). wordt afgeboord, is oorspronkelijk. Het platform van de hoekzaal, waarvan het daklicht is vervangen, is niet te zien van op de speelplaats. De verdieping van de rechtervleugel en het trappenhuis in de aslijn van de toegang werden in 1912-1913 ingericht en sluiten bij de benedenverdieping aan, maar ze hebben venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Het dak bootst het oorspronkelijke dak na. Al het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. is vernieuwd.

Binnen is de metalen trap uit 1912-1913 identiek aan die in de andere volumes. In de gymnastiekzaal, die nog altijd functioneel is, is de van daksparren gemaakte eikenhouten vloer bewaard gebleven. Recenter werd het klaslokaal op de benedenverdieping van de rechtervleugel opgedeeld in een douchezaal en een kleedkamer. Hun vloer, net als die van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., is bekleed met de gele en rode tegels die typisch zijn voor de school. In alle lokalen is het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

De gemetselde galerij onder platform die de gymnastiekzaal met het grote centrale volume verbindt, bestaat nog altijd. Vijf van de tien oorspronkelijke vensters met stenen monelenStenen vensterstijl. zijn nog altijd zichtbaar, de anderen worden aan het zicht onttrokken door een klein, karakterloos bijgebouw.

Sanitaire voorzieningen van de oude jongensspeelplaats
Deze sanitaire voorzieningen werden in 1957 ingericht, in baksteen, hardsteen en beton onder een uitspringend platform. Ze bevatten hokjes, urinoirs, wastafels en een vestiaire gelegen voor de oude jongensspeelplaats. Ze worden gekenmerkt door registersVensterstrook in een topgevel. van muuropeningen, deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..

Bronnen

Archieven
GAS/OW Scholen nr.4 en 8.

Publicaties en studies
La mémoire des pierres, découvrez l’architecture scolaire à Bruxelles
, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, pp. 45-47.

Kaarten / plannen
Plan de la commune de Schaerbeek 1876
, Nationaal Geografisch Instituut.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.
Plan de la commune de Schaerbeek 1899.