Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Victor VANNIEUWENHUYSEarchitect1921

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20625
lees meer

Beschrijving

Huis in art-nouveaustijl, gesigneerd op de benedenverdieping “VICTOR / VANNIEUWENHUYSE / ARCH. BRUXELLES”, 1921.

Twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. oorspronkelijk niet gepland, geplaatst vóór 1924. SimiliBepleistering ter imitatie van natuursteen. gevel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en op de verdiepingen elementen in rode baksteen. Benedenverdieping met brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Deur geflankeerd door twee verlichtingsgleuven, onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Brede glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met afwisseling van balustersVaasvormige spijl van een borstwering. en traliewerk. Gebogen bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Op de verdieping, doorlopend  balkon met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., op een rij kleine consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. tussen drie grote consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijk, twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter het balkon, de grootste in 1924 vervangen door een houten trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (n.o.v. architect Ch. Van Elst). DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smeedijzeren traliewerk. Deur en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. bewaard, met glas-in-loodraam.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-250.