Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Léon PARYSarchitect1923

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20609
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Eugène Smitsstraat, appartementsgebouw in eclectische stijl met art-deco-inslag, n.o.v. architect Léon Parys voor eigen rekening, 1923.

Bakstenen gevel met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., nu beschilderde elementen. Sokkel in hardsteen en breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van zandsteen van Grandglise. Vier bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak. Vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan elke straat, verbonden door een hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Rechthoekige muuropeningen in de eerste drie bouwlagen, de meeste onder afgeschuinde latei, korfboogvormig in de laatste bouwlaag; sommige met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in E. Smitsstraat, balkon op de eerste verdieping. Op de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., op benedenverdieping getralied. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met ter hoogte van mansardeverdieping dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder gebeeldhouwd topstuk. In Rogierlaan, trapezoïdale gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras op de eerste en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Deur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op drievoudige consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Smeedijzeren glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en traliewerk. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 233-211.