Weldoenersplein 19
Rogierlaan 186

Op de hoek met de Jan Stobbaertslaan, het Weldoenersplein en de Rogierlaan, opbrengsthuis met handelspand, in eclectische stijl met elementen in neo-Vlaamse renaissancestijl, n.o.v. architect Eugène Allard, gedateerd “1910” op de top van de gevel aan het plein. Won de zilveren medaille in de gevelwedstrijd die de gemeente in 1911 organiseerde.

Bakstenen gevel met elementen in hardsteen, witsteen, similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witte baksteen. Benedenverdieping nu beschilderd. Vijf bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Jan Stobbaertslaan, de eerste met inrijpoort, één brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op de hoek aan het plein, en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Rogierlaan, de laatste verspringend en met toegangsdeur. Rechthoekige vitrines, elk ingewerkt in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.; de tweede vitrine aan de straatkant is blindZonder opening; blind venster, schijnopening., de twee laatste aan de kant van de laan zijn nu getransformeerd. Aan het plein, pui onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. met deur tussen twee gebogen vitrines. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. of achter een balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. of traliewerk. TraveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan het plein voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen. Gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kwartholle zijvlakken, op de eerste verdieping een kleine loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormend, bekroond door een terras. BossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en op de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. grotendeels vervangen, met uitzondering van dat van de puien. Inrijpoort vervangen, toegangsdeur bewaard. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard.