Typologie(ën)

school
landhuis
kapel
cinema/bioscoop
bijgebouwen
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1865-1875

STRUYVENarchitect1904-1910

DANKELMANarchitect1904-1910

Julien DE RIDDERarchitect1925

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22027
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex bestaande uit een oude neoclassicistische villa gebouwd rond 1870 aan de Haachtsesteenweg, met diverse gebouwen binnen het huizenblok, ontworpen in de loop van de 20e eeuw.

Geschiedenis

Het Institut Sainte-Marie, dat in 1879 werd opgericht door de pastoor van de Sint-Mariaparochie en zich eerst op nr. 16 van de Paleizenstraat bevond, nam in 1899 Huis Delhasse in, op nr. 160 van de Haachtsesteenweg (zie dit nummer), gebouwd tussen 1858 en 1876. Dit herenhuis, waarin zich de kantoren van de school bevonden, werd aangevuld met een klasgebouw (n.o.v. architecten Struyven en Dankelman) gebouwd tussen 1904 en 1910 in de grote tuin van het eigendom achter nr. 158 en 162 (A). Rond 1910 kocht het Instituut een terrein palend aan de tuin, gelegen achter nr. 7 tot 11 van de Seutinstraat. In 1925 ontwierp architect Henri Julien De Ridder, tegenover het klasgebouw en achter nr. 162, een kapel (B) in art-decostijl, evenals een omheiningsmuur met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. die de tuin op nr. 160 scheidt van de binnenplaats van de school, achter een in 1919 geplaatst herdenkingsmonument. In 1927 kocht het instituut nr. 164-166 van de Haachtsesteenweg, een oude neoclassicistische villa (C), inspringend ten opzichte van de steenweg, ca. 1870 gebouwd in opdracht van luitenant-kolonel A. Navez, die er woonde tot aan zijn dood begin jaren 1920. Deze villa werd vervangen door een ovalen gebouw met uitbouw – misschien een serreBroeikast. – van vóór 1858. In 1929 verkocht het instituut nr. 160 opnieuw, maar het bewaarde wel het terrein binnen het huizenblok, dat van dan af toegankelijk was via nr. 164-166. De arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van de omheiningsmuur tussen de tuin en de binnenplaats werden gedicht. Er werd een nieuw gebouw opgetrokken (D), door dezelfde Henri Julien De Ridder, tegen de kapel aan, aan de achterkant van de oude villa. Hierin bevond zich een zaal met bijna 600 plaatsen die niet alleen als feestzaal voor de school diende, maar ook als bioscoopzaal, Cinéma Familia genaamd. Ze werd in 1932 geopend. Tijdens het interbellum werden tegen de zuidgevels van het klasgebouw twee bijgebouwen aangebouwd, achter de huizen van de Seutinstraat. In 1952 verwierf het instituut nr. 15 Seutinstraat, een huis met een achtergebouw met een torentje van vóór 1894 – waartegen het klasgebouw was aangebouwd – dat aan het complex werd toegevoegd en op de benedenverdieping werd gewijzigd. In 1958 werd de oude villa verbouwd door toevoeging van een bouwlaag onder plat dak. Tussen 1976 en 1978 werd een nieuw gebouw opgetrokken (E), op de plaats van nr. 17 tot 23 van de Seutinstraat (n.o.v. architect Michel Henrard). Tot slot werd het toegangsvolume van de bioscoopzaal in 1986 vervangen door een gebouw met onder meer klassen (F), terwijl de noordgevel werd herbekleed (n.o.v. architecten Michel Henrard en Henri Boghemans).

Haachtsesteenweg 164-166, Scholencomplex [i]Sainte-Marie La Sagesse[/i], luchtfoto (Brussel UrbIS ® © - Distributie : C.I.B.G., Kunstenlaan 20, 1000 Brussel).

Beschrijving

Oude neoclassicistische
villa (C) inspringend ten opzichte van de steenweg, ca. 1870 gebouwd in opdracht van luitenant-kolonel A. Navez, met twee symmetrische bijgebouwen aan de straatkant.
Oorspronkelijk, twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., verhoogd met een bouwlaag onder plat dak in 1958. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met hardstenen elementen. Op de voorgevel, vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën uitspringend, de centrale na 1899 voorzien van een voorbouw van één bouwlaag met toegangsportiek, met hergebruik van de oorspronkelijke omlijsting. Rondbogige muuropeningen op de benedenverdieping, rechthoekige op de verdiepingen, de centrale opnieuw omlijst in 1958. Op de zijtraveeën, balkon met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de achtergevel, bijgebouwen van latere datum.
Interieur grotendeels gewijzigd.
Rechthoekige bijgebouwen, wellicht een stal en een koetshuis, op onbepaalde datums verbouwd. Binnenplaats oorspronkelijk afgeboord door een hek, verwijderd in 1958.

Haachtsesteenweg 164-166, Scholencomplex [i]Sainte-Marie La Sagesse[/i], vleugel A, noordgevel (foto 2013).

Klasgebouwen in eclectische stijl (A) bestaande uit twee tegen elkaar aangebouwde volumes, n.o.v. architecten Struyven en Dankelman. De eerste steen van het linkervolume werd in 1904 gelegd, het rechtervolume werd vanaf 1907 gebouwd en in 1910 voltooid. Bakstenen gevels met hardstenen elementen. Opstanden van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op het linkervolume, zes op het rechtervolume. Per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., elk gevat in een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. Brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met drie gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. en boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de zuidgevel op latere datum versierd met glasstenen, met verwijdering van de zuiltjes. Brede dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. op de noordgevel, smallere dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met voorstevenvormig dak op de zuidgevel. Op de samenkomst van de twee volumes, aan de noordkant, beeld van Maria met Kind onder een baldakijn.
Interieur. Klaslokalen aan de noordzijde, gangen aan de zuidzijde. Voormalige leraarskamers in de mansardes, thans verbouwd tot klaslokalen. Betonnen vloeren en metalen geraamten bewaard. Houten trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. vervangen door beton in 1962-1963.

Haachtsesteenweg 164-166, Scholencomplex [i]Sainte-Marie La Sagesse[/i], kapel, opstand van de zuidgevel, GAS/DS 129-164 (1925).

Kapel (B) in art-decostijl, n.o.v. architect Henri Julien De Ridder. Eerste steen gelegd in 1925, rechts van de toegang; bouw voltooid in 1926 en binneninrichting in 1929. Tegen de gebouwen in het noorden en het westen, rechthoekig gebouw in gewapend beton onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Links, vierkante portaaltoren onder tentdak, naar een hal onder orgelkoor. Schip van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gevolgd door een koor en een sacristie met afnemende hoogte, op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die een overdekte binnenplaats vormen. Opstand in fijne oranje baksteen met beklemtoonde horizontale voegen, sommige opstaand, versierd met beraapte zones en hardstenen elementen. De meeste muuropeningen zijn rondbogig en gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Toren met toegangsportaal met getrapte arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. waarin zich de trap bevindt, onder twee trapezoïdale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met glas-in-loodramen met de heilige Marcus en Maria, gescheiden door een bas-reliëf met voorstelling van een abt en twee leerlingen, onder Christus met mandorla. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vormen een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., elk voorzien van een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. boven een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarin een biechtstoel moest komen. Bijna blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Kruisvormige bekroningen.
De kapel kreeg een nieuwe bestemming als sportzaal en is een groot deel van haar versiering verloren. Tongewelf met lunetten. Verhoogd koor met marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en mozaïekvloer; koorafsluiting versierd met een mozaïek dat de duif van de Heilige Geest voorstelt. Altaar en biechtstoelen verdwenen, tabernakel en galerijorgel (bouwer Jos Stevens, 1929) bewaard. Glas-in-loodramen van Crespin deels bewaard.

Haachtsesteenweg 164-166, Scholencomplex [i]Sainte-Marie La Sagesse[/i], interieur ([i]L'Émulation[/i], 8, 1927, p. 89).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 129-164.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.

Publicaties en studies
DEMETER, S. (o.l.v.), Centre scolaire Sainte-Marie La Sagesse, 1879-2004, Mémorial du 125e anniversaire, Brussel, 2004, pp. 27-40, 105-107.

Tijdschriften
R., S., “La chapelle de l'Institut Ste-Marie à Schaerbeek-Bruxelles”, L'Emulation, 1927, 8, pp. 89-90, pl. 29.

Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest