Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22037
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1889. In 1892 bewoond door architect Henry Jacobs, en J.-F. Jacobs, rentenier.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij, overwegend in neoclassicistische stijl, van nr. 236 tot nr. 284.

Witstenen gevel met elementen in hardsteen en rode en grijsgekleurde baksteen. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van roze zandsteen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Muuropeningen onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., op de verdiepingen met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een bas-reliëf: allegorieën van de Kunsten, de Wetenschappen en de Architectuur op de eerste verdieping, palmetVersiering in de vorm van een palmblad. en rankversiering op de tweede. Deur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. onder getralied impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Balkon met smeedijzeren traliewerk tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met bolvormige topstukken en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Decor van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., knoppenRond of afgeplat bolvormig ornament. en rustica. Stenen en houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Fraaie deur met mascaronsGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.; smeedijzeren belstang. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 228-23.

Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “Haecht (chaussée)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements Généraux d'Imprimerie, 1892.