"Institut Saint-Stanislas"

Schoolgebouw in eclectische stijl ,1901, zoals vermeld op gevel. Links toren evenals de twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onbekend op de bouwplannen van 1901.

Omvat twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. Gevelscherm in rode baksteen op hardstenen sokkel in bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., horizontaal geleed door banden, kordonlijsten en doorgetrokken lekdrempels.
Verwerking van hardsteen voor o.a. omlijstingen, diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Derde en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vanaf de verdieping in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en uitlopend op een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met pinakelbekroning.
Begane grond met korfboogvenster, houten paneeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en twee rondboogvensters. Bel-étage geaccentueerd door twee deurvensters met doorlopend  balkon met ijzeren leuning en vlaggestok, tussen twee rondboogvensters. In trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters op doorgetrokken lekdrempel onder smal schuifraam; alle ingeschreven in een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Omlijsting muuropeningen versierd met contrasterende kleurbanden en diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Uiterst links toren onder tentdak met op de begane grond brede inrijpoort onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.; op de verdieping erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de sokkel, bovenaan rondboogvenster.
Gevelbeëindiging door smalle boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op korbeeltjes. Hoofdgebouw met twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.