Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Edmond SERNEELSarchitect1904

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14917
lees meer

Beschrijving

Fraai eclectisch herenhuis met neogotische inslag n.o.v. arch. Edmond SERNEELS, 1904.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder gecombineerde bedaking. Boven deur opschrift "ANNO 1904". Rijkelijk uitgewerkt gevelfront in rode baksteen met veelvuldig gebruik van witsteen voor banden, negblokken, omlijstingen en stijlen.
Opstand horizontaal geleed door kordonlijsten, doorgetrokken lekdrempels en tussendorpelsStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., alle in hardsteen. 
Hoofdtravee in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. oplopend tot een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Begane grond met door bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). belijnde hardstenen plint, verhoogd boven de twee souterrainvensters. In eerste bouwlagen twee getraliede kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. onder drielobben en arduinen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; bel-étage geaccentueerd door houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met pseudo-vakwerk tussen twee smalle zijlichten onder drielobben. Tweede en derde bouwlaag van elkaar gescheiden door zware kordonlijst en boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op korbeeltjes; derde bouwlaag met kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. tussen twee smalle kloosterkozijnen, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. In topstuk smalle rechthoekige muuropening en sierankers.
In deurtravee houten paneeldeur met spitsboogvormig bovenvenster onder fraaie waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; op de verdiepingen tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. volgens verkleinende ordonantie. Alle muuropeningen met fraaie glas-in-lood en traceerwerk op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met puntdak.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 16831 (1904).