Maria Assumptalyceum en Basisschool, Ecole Primaire en Lycée Maria Assumpta en Institut Christ-Roi
Wannekouterlaan 113, 113b-115
Paul Jansonstraat 51, 57
Stalkruidlaan 1, 9
Typologie(ën)
kerk/kathedraal/basiliek
pastorie
kinderbewaarplaats
parochiezaal
Ontwerper(s)
François CORNELIS – architect – 1927-1928
Em. GOETHALS – ingenieur-architect – 1929-1947
Frans VANDENDAEL – architect – 1950-1954
Jean DEHASSE – architect – 1960-1967
Henri AELBRECHT – architect – 1965
Roger MOUREAU – architect – 1965
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Katholiek scholencomplex,
ontworpen vanaf 1927 en tot in de jaren 1980 geleidelijk vergroot.
Geschiedenis
Bij K.B. van 25.11.1926
werd in het gehucht Wannekouter de Christus-Koningparochie opgericht, in het
vooruitzicht van de ontwikkeling van de Mutsaardwijk in het kader van de
toekomstige Wereldtentoonstelling van 1935 op de Heizel. Op een in 1925 verworven terrein te midden van de velden, bereikbaar via
een pad dat het toen enige straatdeel van de Paul Jansonstraat verlengde, wou E.H.Maurits
Vanden Broeck een noodkerk in art decostijl bouwen, met in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. een
patronaatzaal. De kerk werd in 1927 ontworpen door
architect François Cornelis en op 29.07.1928 ingewijd. Het gebouw, loodrecht en
inspringend ten opzichte van de weg, werd aan de zuidoostkant aangevuld met een
eerste schoolgebouw (Paul Jansonstraat nr.57), die in datzelfde jaar en
in dezelfde stijl werd ontworpen door architect Cornelis. Het ging om een Nederlandstalige lagere meisjesschool, beheerd door de Zusters
der Christelijke scholen van Vorselaar, die haar deuren in september 1927 opende.
In 1929 werd een Nederlandstalige lagere jongensschool geopend in een gebouw van
vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen dat in dat jaar werd ontworpen door ingenieur-architect
Em. Goethals en loodrecht tegen de achterzijde van de
kerk werd aangebouwd.
In 1932 werd de meisjesschool
uitgebreid door dezelfde architect Goethals: tussen de kerk en het oorspronkelijke gebouw werd, uitgelijnd op de
achtergevel van dat gebouw, een klasgebouw van drie bouwlagen opgetrokken. In 1935 ontwierp de ingenieur-architect aan de andere kant van het gebouw
een tweede volume met klassen, ook inspringend, maar met twee bouwlagen. Amper twee jaar later ontwierp dezelfde Goethals een gebouw dat vóór dit
volume ligt en de rooilijn volgt van het tweede deel van de Paul Jansonstraat die
bij K.B. van 03.07.1933 was goedgekeurd. Dit gebouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie
bouwlagen diende als klooster voor de zusters. Terzelfder tijd werd het klasgebouw uit 1935 met een derde bouwlaag
uitgebreid.
In 1945 werden de twee
scholen in zuidelijke richting uitgebreid, alweer door ingenieur-architect
Goethals. Aan de kant van de meisjesschool voorzag het
ontwerp in een verlenging van het klooster met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevolgd door een klasgebouw
van drie bouwlagen en drie brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tot net voor de hoek van de Wannekouterlaan;
enkel de benedenverdieping werd echter uitgevoerd, met slechts twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor
de klassen. Aan de kant van de jongensschool werd het klasgebouw
verlengd met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van twee bouwlagen. In 1947 ontwierp de ingenieur-architect in het verlengde van deze school
een turnzaal voor meisjes en jongens, met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), die in 1953 door architect Paul Dhaeyer werd verhoogd met een verdieping
met klassen.
In 1950 voerde architect
Frans Vandendael het ontwerp van 1945 voor de meisjesschool verder uit: twee verdiepingen voor de verlenging van het klooster, en een extra travee
en twee verdiepingen met klassen. In 1954 ontwierp
architect Dhaeyer de pastorie van de Christus-Koningparochie, een vrijstaande
villa op nr. 109 van de Wannekouterlaan, op een aangrenzend terrein dat al was bestemd
voor de definitieve kerk, op de hoek met de Stalkruidlaan (zie nr. 105).
In datzelfde jaar tekende architect Vandendael een nieuwe vleugel voor de
meisjesschool, ditmaal aan de Wannekouterlaan (nr. 113b-115). De plattegrond vertoonde
een lichte kromming, met op de hoek met de Paul Jansonstraat een afgeschuind vlak
versierd met een Mariabeeld.
Eind jaren 1950 kregen de
scholen respectievelijk de naam Maria
Assumpta voor de meisjes en Christ-Roi
voor de jongens.
In 1960 lieten de Zusters der
Christelijke Scholen, die in september 1956 de moderne humaniora voor meisjes
hadden geopend, een nieuwe vleugel bouwen, ditmaal links van het gebouw uit
1927 en vóór de noodkerk, waarvan hij de zaal tot aan de straat verlengde. Deze vleugel, met twee verdiepingen met klassen, werd door architect Jean
Dehasse ontworpen in een modernistische esthetiek. Toen werd al een uitbreiding op de hoek met de Stalkruidlaan gepland. Het eveneens modernistische ontwerp van dezelfde Dehasse uit 1962 werd in
twee fases uitgevoerd, tot in 1967: eerst de in 1965 voltooide vleugel aan de
Jansonstraat, met op de hoek het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., en dan de in een scherpe hoek
aansluitende vleugel aan de Stalkruidlaan. Tegelijkertijd werd de lagere jongensschool in 1965 aangevuld met een nieuw
modernistisch gebouw, ontworpen door architecten H. Aelbrecht en R. Moureau in het verlengde van de bestaande
gebouwen tot aan de Wannekouterlaan (nr. 113).
In de jaren 1960 werden de
tot dan toe tweetalige instellingen gescheiden in twee autonome scholen, een
Nederlandstalige en een Franstalige. In 1979-1980 werd het
onderwijs gemengd aan Franstalige kant en in de jaren 1990 aan Nederlandstalige
kant.
In 1973 werd de pastorie (nr.
109) omgebouwd tot een kinderbewaarplaats – ’t
Wanneke – door architecten G. Léonard, Daan Dehing
en L. De Smedt (Architectes Associés AA). In 1977, na verscheidene voorontwerpen, werden de door Dehing opgestelde plannen
voor de definitieve kerk goedgekeurd (zie nr. 105). Het gebouw werd in 1982
ingehuldigd en werd aan de Stalkruidlaan (nr. 13) aangevuld met een
parochiecentrum dat in datzelfde jaar en in dezelfde stijl werd ontworpen door
het bureau Architectes Associés AA. Hetzelfde team ontwierp toen ook, voor de vzw Christus Koninggemeenschap,
een schoolgebouw op nr. 9 Stalkruidlaan. In 1992 werd de kerk aan de Wannekouterlaan (nr. 109) aangevuld
met een jeugdcentrum in dezelfde stijl, maar ditmaal ontworpen door architect
Marcel Winckel.
In 1985 lieten de zusters de noodkerk
door architect Hugo De Sutter slopen om de speelplaats te vergroten. Het klooster sloot zijn deuren in 2003. Begin jaren 1980 verwierf het Lycée Maria Assumpta, waarvan de lokalen
te klein werden, een eigendom met villa aan de andere kant van de
Wannekouterlaan (nr. 76). Het ging om Villa
No Gayole van dokter Carez, die ze rond 1934 had gerenoveerd en van een
koepeltorentje had voorzien. In 1992 werd de villa vervangen door twee vleugels
die in 1988 waren ontworpen door architectuurbureau Emile Verhaegen, aangevuld
met een derde vleugel in 2008.
Thans omvat het complex het Maria Assumptalyceum en Basisschool, de Ecole Primaire en het Lycée Maria Assumpta, en het Institut Primaire Christ-Roi de Laeken.
Beschrijving
Op nr. 57 Paul Jansonstraat, gebouw in art decostijl ontworpen in 1927
door architect François Cornelis, inspringend en loodrecht
op de straat, met twee bouwlagen en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Het linkerdeel van het gebouw, overeenstemmend met de brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder
schilddak/coupes. Rechts, inspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder
zadeldak parallel aan de straat, achteraan gevolgd door een plat dak. Gevel bekleed met een cementpleister (thans wit geschilderd), versierd met
rode baksteen en hardsteen.
Vlakken opstaande bakstenen versieren
de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.,
kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. rond drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., achter een kleine
binnenplaats en een tuintje met hek dat vroeger doorliep op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Op die traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), uitspringende stenen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. achter een trap en onder een veelhoekige bakstenen geveltop, thans wit geschilderd en versierd
met een ruit. Deur met dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. en boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. die de vorm van
de geveltop volgen. Aan de zijkant, hoekpijler en getralied
venster met loodstrips. Venster met twee monelenStenen vensterstijl. op de verdieping. Twee dakkappelen, rechts onder een rondbogige bekroning. Kroonlijsten vervangen.
Oorspronkelijke deur met
bovenlicht met roedeverdeling.
Op de achtergevel en op de gevels
van de bijgebouwen, bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het
hoofdgestel versierd met opstaande bakstenen.
Binnen, oorspronkelijk,
dwarse gang met een klas vooraan en achteraan. Slaapzaal op de zolderverdieping. Trappenhuis aan de
achterkant van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met trap in granito en metalen leuning. gemeenschapszaal boven de inkomvestibule, bidvertrek in het dak.
Op nr. 51 Paul
Jansonstraat, modernistisch gebouw gesigneerd en gedateerd op de
benedenverdieping “JEAN DEHASSE / ARCHITECTE 1960”, inspringend ten opzichte
van de straat en achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met brede trappenpartij en bloembak;
drie-en-een-halve bouwlagen onder plat dak. Gevel met drie kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in ruwe rode baksteen; op de centrale
pilaster moest een bas-reliëf in keramiek komen. De pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. boorden twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) af die op hun beurt worden
verdeeld door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in gebouchardeerd beton (thans beschilderd). Muuropeningen onder dito beton, versierd met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van
sandwichpanelen in lichtgrijs Glasal. Onderbouw in schist. Dubbele deur in het midden van de linkertravee, thans verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.;
ze leidde via een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). naar de uitbreiding van de kerk. Op de rechtertravee, deur van een zaal die oorspronkelijk voor de
bibliotheek was bestemd; oorspronkelijke vleugels. Oorspronkelijk houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., wit beschilderd, met centrale vleugels die
rond een horizontale as draaien.
Drie klassen per verdieping, langs
een gang achteraan.
Op nr. 1 Stalkruidlaan,
modernistisch hoekgebouw in 1962 ontworpen door architect Jean Dehasse en
gebouwd in twee fases, tussen 1963 en 1967. Gedateerd op de hoek op de
benedenverdieping “8.VI.1963”, samen met het monogram van Pax Christi. Het gebouw heeft twee vleugels van vijf
bouwlagen onder plat dak, die aan de Paul Jansonstraat aan de rooilijn, de tweede
achter een tuintje. Gevels met vlakken van rode bakstenen van Kessel en venstertraveeën gescheiden
door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voorzien van gecanneleerde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., het
geheel in witte quartzolith. Oorspronkelijk raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. gemaakt van witgeschilderd geanodiseerd staal,
draaiend om een horizontale as.
In de laatste bouwlaag, vleugel
aan de straat behandeld als insprong achter een terras. Blind afgeschuind hoekvlak met de naam van de school “MARIA ASSUMPTA LYCEUM”,
afgeboord door twee doorlopende glaspartijen die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten,
gestructureerd door een raster van borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in lichtgrijs Glasal.
Rechts in de vleugel aan de laan,
ingang achter een trappenpartij. Deur met
uitspringende omlijsting, geflankeerd door twee brede getraliede vensters
versierd met een abstract glas-in-loodraam.
Achtergevels in dezelfde
materialen, met links op de achtergevel van de vleugel
aan de straat een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trap in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met een analoge glaspartij als
die aan de straat.
Binnen, cirkelboogvormig
hoofdtrappenhuis met raam.
Derde trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. aan het
uiteinde van de vleugel aan de laan. Aan de straatzijden, rond
gangen gelegen klaslokalen; gelambriseerde plafonds; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in hout die
radiatoren of wandkasten verbergen aan de buitenkant, en in baksteen aan de
binnenkant, met daarin de kapstokken. Aan de straat,
half-ondergrondse sportzaal met mezzaninegang. Refter op de laatste verdieping. Aan de laan, achter
een kleine Engelse koer, overdekte speelplaats, verbouwd tot polyvalente zaal.
Bronnen
Archieven
Archief van het Maria Assumptalyceum.
SAB/OW 52389 (1926-1927), 53282 (1927), 40707 (1929-1932), 45585 (1935), 66222 (1937), 71375 (1945), 66552 (1947), 66582 (1950), 71342 (1953), 68707 (1954), 70071 (1954), 73048 (1960), 85484 (1961), 77219 (1962), 84051 (1965), 80895 (1966), 84984 (1973), 87507-87508 (1982), 88465 (1982), 87773 (1983), 94630 (1983), 88818 (1985), 105442 (1989), 105017 (1992).
Publicaties en studies
VANDERSTRAETEN, R., PRENEEL, M., 175 jaar Zusters der Christelijke Scholen Vorselaar. 1820-1995, Zusters der Christelijke Scholen Vorselaar i.s.m. KADOC, Leuven, 1996.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Echos du Lycée Maria Assumpta. La Villa “No Gayole”, onuitgegeven werk, 1983.
VERHAEGHE, L., 8 x Mutsaard-Laken, Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard, Brussel, 2006, pp. 44-65.