Waterloose Steenweg 393-395, 397, 399, 401, 403, 405, 407, 409, 411, 413, 415, 435-437, 439, 441, 443, 445, 447, 449, 451, 453, 455, 457
Franz Merjaystraat 8, 10
Fernand Neuraystraat 8, 10
Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Adolphe VANDERHEGGEN – architect – 1877
Georges BRUGMANN – bouwpromotor / vastgoedontwikkelaar – 1877
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16868
Beschrijving
Neoclassicistisch geheel bestaande uit 26 woningen i.o.v. Georges Brugmann en n.o.v. arch. Adolphe Vanderheggen, 1877.
G. Brugmann liet de woningen bouwen op zijn eigen gronden grenzend aan de Waterloosesteenweg. De hoekpanden en telkens twee woningen in de aanpalende straten vormden de eerste bebouwing in de straten die hij zelf had aangelegd en goedgekeurd waren bij K.B. van 08.07.1875, namelijk de huidige F. Merjay- en F. Neuraystraat.
Hoekpanden uitgezonderd, bestaat geheel uit paren van vijf verschillende geveltypes. Huizen van telkens drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geschilderde gevels op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Muuropeningen volgens verkleinende ordonnantie. Op benedenverdieping houten vleugeldeur onder tweeledig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting. Balkons op eerste verdieping. Bewaarde gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Nr. 393-395 en 435-437. Hoekpanden.
Opbrengsthuizen met vier bouwlagen en telkens twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerzijden van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; gebost op benedenverdieping. Muuropeningen volgens verkleinende ordonnantie. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met balkon op eerste verdieping met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Handelspand op benedenverdieping, maar herhaaldelijk verbouwd op nr. 393-395, o.m. in 1934.
Nr. 393-395 uitgebreid in F. Merjaystraat met twee extra traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gestapelde trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (n.o.v. arch. Jean Dedecker, 1931).
Nr. 397, 399 en 455, 457 en F. Merjaystraat nr. 8, 10 en F. Neuraystraat nr. 8, 10. Geveltype V.
Bossage op benedenverdieping. Getoogde muuropeningen; op benedenverdieping met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op verdiepingen geriemd met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.; op eerste verdieping als Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. en op tweede verdieping met neutenpaneelU-vormig sierpaneel. en vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Op nr. 457 doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping.
Nr. 399 en F. Neuraystraat nr. 8, 10 helaas onherkenbaar verbouwd.
Nr. 401, 403 en 443, 445. Geveltype IV.
Getoogde muuropeningen; op benedenverdieping met vlakke omlijsting; op verdiepingen geriemde omlijsting met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Doorlopend balkon op eerste verdieping. Op tweede verdieping vensterdorpel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Op nr. 403, verdwenen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping en vervangen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Nr. 443 en 445 helaas onherkenbaar verbouwd.
Nr. 405, 407 en 447, 449. Geveltype III.
Benedenverdieping geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Getoogde muuropeningen. Doorlopend balkon op eerste verdieping. Op verdiepingen rozettenfries binnen vensteromlijsting. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op neutenpaneelU-vormig sierpaneel. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen op nr. 407. Nr. 449 verhoogd met één bouwlaag (1929) en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen in PVC.
Nr. 409, 411 en 451, 453. Geveltype II.
Benedenverdieping geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen. Op verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Op nr. 411, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping verdwenen en vervangen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op nr. 451, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen en versierde sleutels in hoogste bouwlaag verdwenen.
Nr. 413, 415 en 439, 441. Geveltype I.
Rechthoekige muuropeningen. Benedenverdieping geleed door geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen op nr. 439.
G. Brugmann liet de woningen bouwen op zijn eigen gronden grenzend aan de Waterloosesteenweg. De hoekpanden en telkens twee woningen in de aanpalende straten vormden de eerste bebouwing in de straten die hij zelf had aangelegd en goedgekeurd waren bij K.B. van 08.07.1875, namelijk de huidige F. Merjay- en F. Neuraystraat.
Hoekpanden uitgezonderd, bestaat geheel uit paren van vijf verschillende geveltypes. Huizen van telkens drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geschilderde gevels op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Muuropeningen volgens verkleinende ordonnantie. Op benedenverdieping houten vleugeldeur onder tweeledig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijsting. Balkons op eerste verdieping. Bewaarde gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Nr. 393-395 en 435-437. Hoekpanden.
Opbrengsthuizen met vier bouwlagen en telkens twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerzijden van hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; gebost op benedenverdieping. Muuropeningen volgens verkleinende ordonnantie. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. met balkon op eerste verdieping met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Handelspand op benedenverdieping, maar herhaaldelijk verbouwd op nr. 393-395, o.m. in 1934.
Nr. 393-395 uitgebreid in F. Merjaystraat met twee extra traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met gestapelde trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (n.o.v. arch. Jean Dedecker, 1931).
Nr. 397, 399 en 455, 457 en F. Merjaystraat nr. 8, 10 en F. Neuraystraat nr. 8, 10. Geveltype V.
Bossage op benedenverdieping. Getoogde muuropeningen; op benedenverdieping met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op verdiepingen geriemd met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.; op eerste verdieping als Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. en op tweede verdieping met neutenpaneelU-vormig sierpaneel. en vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Op nr. 457 doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping.
Nr. 399 en F. Neuraystraat nr. 8, 10 helaas onherkenbaar verbouwd.
Nr. 401, 403 en 443, 445. Geveltype IV.
Getoogde muuropeningen; op benedenverdieping met vlakke omlijsting; op verdiepingen geriemde omlijsting met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Doorlopend balkon op eerste verdieping. Op tweede verdieping vensterdorpel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Op nr. 403, verdwenen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping en vervangen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Nr. 443 en 445 helaas onherkenbaar verbouwd.
Nr. 405, 407 en 447, 449. Geveltype III.
Benedenverdieping geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Getoogde muuropeningen. Doorlopend balkon op eerste verdieping. Op verdiepingen rozettenfries binnen vensteromlijsting. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op neutenpaneelU-vormig sierpaneel. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen op nr. 407. Nr. 449 verhoogd met één bouwlaag (1929) en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen in PVC.
Nr. 409, 411 en 451, 453. Geveltype II.
Benedenverdieping geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Rechthoekige muuropeningen. Op verdiepingen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Op nr. 411, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping verdwenen en vervangen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op nr. 451, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen en versierde sleutels in hoogste bouwlaag verdwenen.
Nr. 413, 415 en 439, 441. Geveltype I.
Rechthoekige muuropeningen. Benedenverdieping geleed door geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Doorlopend balkon op eerste verdieping en Franse balkonsBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. op tweede verdieping. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen op nr. 439.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 315-393;315-397; 315-401; 315-403; 315-405; 315-407; 315-409; 315-411; 315-413; 315-415; 315-435-437; 315-439; 315-443; 315-445; 315-447; 315-449; 315-451; 315-453; 315-455; 315-457; 127-8-10.