Voormalige Pianofabriek Louis Desmet et appartementscomplex
Waterloose Steenweg 496-496c, 496d-496f, 496k-496m-496n
Maliestraat 90-92
Typologie(ën)
fabriek
appartementsgebouw
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Alexandre VAN VAERENBERGH – architect – 1935-1946
William DEFONTAINE – architect – 1905
William DEFONTAINE – architect – 1910
Léon GOVAERTS – architect – 1935-1946
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Modernisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 16872
Beschrijving
U-vormig en symmetrisch opgevat geheel van modernistische appartementsgebouwen door aannemers Ed. François & fils en n.o.v. arch. Léon Govaerts & Alexandre Van Vaerenbergh, 1935-1946.
Achterliggende binnenkoer met gebouwen van vml. pianofabriek ‘Manufacture Louis Desmet' n.o.v. arch. William Defontaine, 1905.
In oorsprong breed en heel diep rechthoekig perceel achteraan afgesloten door pianofabriek (A) uit 1905. Links daarvan sluit er een langwerpig perceel op aan dat uitgeeft op de Maliestraat. In 1908 wordt deze straatzijde afgesloten door een omheiningmuur. Een jaar later wordt de muur weer afgebroken en vervangen door een diepe winkel met atelier (B). In 1911 wordt de winkel achteraan uitgebreid met een brede vleugel loodrecht op het bestaande winkel/atelier en uitgevend op de Waterloosesteenweg (C). In 1912 wordt ook het perceel langs de Waterloosesteenweg afgesloten door een omheiningmuur met lateraal toegangshek en wordt er een grote loods geplaatst op toen ontstane binnenkoer. Een jaar later wordt op de binnenkoer, langs de oprit, een conciërgegebouw gebouwd. In 1926 bouwt men er een tweede winkel (D) tegenaan. Fabriek blijft in bedrijf tot de jaren 1930.
Vanaf 1935 plannen de erfgenamen van Louis Desmet de heraanleg van de fabrieksite. Uit verscheidene plannen n.o.v. arch. L. Govaerts & A. Van Vaerenbergh blijkt de idee voor de uitbouw van een groot residentieel geheel. De winkel annex magazijn in de Maliestraat zou behouden blijven, maar de fabrieksgebouwen langs de Waterloosesteenweg zouden hiervoor volledig gesloopt dienen te worden. Op de vrijgekomen grond zou dan een groots U-vormig appartementencomplex verrijzen rond een diepe binnenkoer met plantsoen. Het complex zou bestaan uit twee symmetrische zijvleugels van telkens vier eenheden en een verbindende hoofdvleugel. Ter voorbereiding worden alvast de grote loodsen op de binnenkoer gesloopt, terwijl de arm van het atelier grenzend aan de Waterloosesteenweg, wordt ingekort. In 1935 wordt de eerste eenheid van de rechtervleugel (E) gebouwd. Één jaar later wordt ook zijn symmetrische tegenpool gebouwd (F). In de daaropvolgende jaren vallen de werken stil. Pas na WO II, wordt via de nieuw opgerichte NV, ‘s.a. Immobilière du Mail', de werken hervat. Men ziet uiteindelijk af van het groots opgezette plan en verbindt de zijvleugels met een middenvleugel (G) in 1946. Een jaar later worden op de achterliggende binnenkoer enkele garages toegevoegd.
Voormalige ‘Manufacture de piano Louis Desmet' (A) i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. William Fontaine, 1905. In bedrijf tot jaren 1930 en vervolgens gebruikt als confectieatelier, radiofabriek of in gebruik als loods. Nu voornamelijk bureau's en lofts.
Vijf bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Bakstenen gevel met hardstenen elementen op hardstenen plint en onder plat dak. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op benedenverdieping (aangepaste) muuropeningen onder I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen. Elke verdieping wordt benadrukt door smeedijzeren muurankers in de vorm van initialen van fabriekeigenaar, ‘LD'. Grotendeels oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden.
Interieur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen.
Maliestraat 90-92. Pianowinkel met conciërgerie (B) en diepe inrit naar achterliggend atelier i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. William Fontaine, 1910.
Twee bouwlagen onder plat dak met attiekmuur, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs straat en zijgevel met in oorsprong veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar inrit ter hoogte van laatste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) later dichtgebouwd. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Meestal dichtgemetselde keldervensters onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Hogere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen door PVC.
Straatgevel en eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel rijker uitgevoerd in lichtgekleurde baksteen met witstenen elementen. Muuropeningen onder witstenen latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.; op verdieping lateien met cirkelmotieven. Op benedenverdieping getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deels opengewerkte vleugeldeur. Voorgevel met doorlopend balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op grote consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Oorspronkelijk smeedijzeren hekken die inrit afsloot thans verdwenen.
Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel in baksteen verlevendigd met witte bakstenen banden. Getoogde muuropeningen met hardstenen sleutels en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt.; op benedenverdieping recent getralied. Smeedijzeren (sier)ankers op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Atelier (C), loodrecht aansluitend op winkel in Maliestraat, i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. J. Dosveld, 1911.
Twee bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (in oorsprong dertien) onder plat dak. Bakstenen gevel met banden in witte baksteen. Geleed door pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen sleutels en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. op verdieping. Toegang via inrit in Maliestraat. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Voormalige winkel (D) op binnenkoer van gewezen pianofabriek i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. Victor Dirickx, 1926. Sloot in oorsprong aan bij gesloopt conciërgerie en sluit nu aan bij appartementsgebouw (G).
Rechthoekig gebouw van één bouwlaag en met driezijdige hoekoplossing. Bakstenen gevels op hardstenen plint. Voormalige hoofdgevel langs inrit naar gewezen fabriek uitgevoerd in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met witstenen elementen (pilasters, sleutels en banden). Meeste muuropeningen in deze zijde nu gedicht. Vroegere achtergevel vormt nu witgeschilderde voorgevel met eenvoudige rechthoekige muuropeningen. Interieur thans verbouwd tot woning.
Waterloosesteenweg nr. 496-496c (F) en 496k-496m-496n (E). Twee identieke modernistische zijvleugels van het appartementencomplex volgens spiegelbeeldschema door aannemers Ed. François & fils en n.o.v. arch. Léon Govaerts & Alexis Van Vaerenbergh, resp. 1936 en 1935.
Betonnen structuur met afgeronde hoekoplossing van zes bouwlagen, hoogste als terugspringende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Donker geschilderde benedenverdieping onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met telkens twee winkels langs straatzijde en in uiterste hoek van zijgevel inspringende toegang naar appartementen naast getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde hoek. Op verdiepingen omlijste vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.; in straatgevel doorlopend tot afgeronde hoek en verdeeld door drie muurdammen; in zijgevel in twee verdeeld en op derde en vierde verdieping links als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met terras met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en buisreling.
Meestal oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , hier en daar vervangen door PVC. Opengewerkte smeedijzeren deuren.
Interieur. Commerciële benedenverdieping. Op verdiepingen telkens twee appartementen, soms met aangevuld met studio. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door lichtkoepel.
Waterloosesteenweg nr. 496d-496f. Modernistische middenvleugel (G) van het appartementencomplex i.o.v. ‘s.a. Immobilière du Mail' en n.o.v. arch. Léon Govaerts & Alexis Van Vaerenbergh, 1946.
Betonnen structuur van zes bouwlagen. In oorsprong symmetrisch ontwerp met afgeronde zijtraveeën en centraal brede omlijste vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. doorbroken door vier muurdammen, linker zijtravee echter nooit uitgevoerd. Donker geschilderde benedenverdieping met v.l.n.r. winkel, toegang tot appartementen en doorgang naar achterliggende binnenkoer. Meestal oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , soms vervangen door PVC.
Achterliggende binnenkoer met gebouwen van vml. pianofabriek ‘Manufacture Louis Desmet' n.o.v. arch. William Defontaine, 1905.
In oorsprong breed en heel diep rechthoekig perceel achteraan afgesloten door pianofabriek (A) uit 1905. Links daarvan sluit er een langwerpig perceel op aan dat uitgeeft op de Maliestraat. In 1908 wordt deze straatzijde afgesloten door een omheiningmuur. Een jaar later wordt de muur weer afgebroken en vervangen door een diepe winkel met atelier (B). In 1911 wordt de winkel achteraan uitgebreid met een brede vleugel loodrecht op het bestaande winkel/atelier en uitgevend op de Waterloosesteenweg (C). In 1912 wordt ook het perceel langs de Waterloosesteenweg afgesloten door een omheiningmuur met lateraal toegangshek en wordt er een grote loods geplaatst op toen ontstane binnenkoer. Een jaar later wordt op de binnenkoer, langs de oprit, een conciërgegebouw gebouwd. In 1926 bouwt men er een tweede winkel (D) tegenaan. Fabriek blijft in bedrijf tot de jaren 1930.
Vanaf 1935 plannen de erfgenamen van Louis Desmet de heraanleg van de fabrieksite. Uit verscheidene plannen n.o.v. arch. L. Govaerts & A. Van Vaerenbergh blijkt de idee voor de uitbouw van een groot residentieel geheel. De winkel annex magazijn in de Maliestraat zou behouden blijven, maar de fabrieksgebouwen langs de Waterloosesteenweg zouden hiervoor volledig gesloopt dienen te worden. Op de vrijgekomen grond zou dan een groots U-vormig appartementencomplex verrijzen rond een diepe binnenkoer met plantsoen. Het complex zou bestaan uit twee symmetrische zijvleugels van telkens vier eenheden en een verbindende hoofdvleugel. Ter voorbereiding worden alvast de grote loodsen op de binnenkoer gesloopt, terwijl de arm van het atelier grenzend aan de Waterloosesteenweg, wordt ingekort. In 1935 wordt de eerste eenheid van de rechtervleugel (E) gebouwd. Één jaar later wordt ook zijn symmetrische tegenpool gebouwd (F). In de daaropvolgende jaren vallen de werken stil. Pas na WO II, wordt via de nieuw opgerichte NV, ‘s.a. Immobilière du Mail', de werken hervat. Men ziet uiteindelijk af van het groots opgezette plan en verbindt de zijvleugels met een middenvleugel (G) in 1946. Een jaar later worden op de achterliggende binnenkoer enkele garages toegevoegd.
Voormalige ‘Manufacture de piano Louis Desmet' (A) i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. William Fontaine, 1905. In bedrijf tot jaren 1930 en vervolgens gebruikt als confectieatelier, radiofabriek of in gebruik als loods. Nu voornamelijk bureau's en lofts.
Vijf bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Bakstenen gevel met hardstenen elementen op hardstenen plint en onder plat dak. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op benedenverdieping (aangepaste) muuropeningen onder I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen. Elke verdieping wordt benadrukt door smeedijzeren muurankers in de vorm van initialen van fabriekeigenaar, ‘LD'. Grotendeels oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met roeden.
Interieur met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen.
Maliestraat 90-92. Pianowinkel met conciërgerie (B) en diepe inrit naar achterliggend atelier i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. William Fontaine, 1910.
Twee bouwlagen onder plat dak met attiekmuur, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs straat en zijgevel met in oorsprong veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar inrit ter hoogte van laatste vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) later dichtgebouwd. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Meestal dichtgemetselde keldervensters onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Hogere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen door PVC.
Straatgevel en eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel rijker uitgevoerd in lichtgekleurde baksteen met witstenen elementen. Muuropeningen onder witstenen latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.; op verdieping lateien met cirkelmotieven. Op benedenverdieping getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deels opengewerkte vleugeldeur. Voorgevel met doorlopend balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op grote consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Attiekbalustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Oorspronkelijk smeedijzeren hekken die inrit afsloot thans verdwenen.
Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel in baksteen verlevendigd met witte bakstenen banden. Getoogde muuropeningen met hardstenen sleutels en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt.; op benedenverdieping recent getralied. Smeedijzeren (sier)ankers op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Atelier (C), loodrecht aansluitend op winkel in Maliestraat, i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. J. Dosveld, 1911.
Twee bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (in oorsprong dertien) onder plat dak. Bakstenen gevel met banden in witte baksteen. Geleed door pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen sleutels en aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. op verdieping. Toegang via inrit in Maliestraat. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Voormalige winkel (D) op binnenkoer van gewezen pianofabriek i.o.v. Louis Desmet en n.o.v. arch. Victor Dirickx, 1926. Sloot in oorsprong aan bij gesloopt conciërgerie en sluit nu aan bij appartementsgebouw (G).
Rechthoekig gebouw van één bouwlaag en met driezijdige hoekoplossing. Bakstenen gevels op hardstenen plint. Voormalige hoofdgevel langs inrit naar gewezen fabriek uitgevoerd in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met witstenen elementen (pilasters, sleutels en banden). Meeste muuropeningen in deze zijde nu gedicht. Vroegere achtergevel vormt nu witgeschilderde voorgevel met eenvoudige rechthoekige muuropeningen. Interieur thans verbouwd tot woning.
Waterloosesteenweg nr. 496-496c (F) en 496k-496m-496n (E). Twee identieke modernistische zijvleugels van het appartementencomplex volgens spiegelbeeldschema door aannemers Ed. François & fils en n.o.v. arch. Léon Govaerts & Alexis Van Vaerenbergh, resp. 1936 en 1935.
Betonnen structuur met afgeronde hoekoplossing van zes bouwlagen, hoogste als terugspringende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Donker geschilderde benedenverdieping onder betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met telkens twee winkels langs straatzijde en in uiterste hoek van zijgevel inspringende toegang naar appartementen naast getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde hoek. Op verdiepingen omlijste vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.; in straatgevel doorlopend tot afgeronde hoek en verdeeld door drie muurdammen; in zijgevel in twee verdeeld en op derde en vierde verdieping links als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. met terras met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en buisreling.
Meestal oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , hier en daar vervangen door PVC. Opengewerkte smeedijzeren deuren.
Interieur. Commerciële benedenverdieping. Op verdiepingen telkens twee appartementen, soms met aangevuld met studio. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht door lichtkoepel.
Waterloosesteenweg nr. 496d-496f. Modernistische middenvleugel (G) van het appartementencomplex i.o.v. ‘s.a. Immobilière du Mail' en n.o.v. arch. Léon Govaerts & Alexis Van Vaerenbergh, 1946.
Betonnen structuur van zes bouwlagen. In oorsprong symmetrisch ontwerp met afgeronde zijtraveeën en centraal brede omlijste vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. doorbroken door vier muurdammen, linker zijtravee echter nooit uitgevoerd. Donker geschilderde benedenverdieping met v.l.n.r. winkel, toegang tot appartementen en doorgang naar achterliggende binnenkoer. Meestal oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , soms vervangen door PVC.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 219-90-92; 315-496.
KAB, Elsene, 7de afdeling, Sectie B, KL 207: 1906-54, 1907-80, 1913-56, 1936-37, 1937-48 en 1949-17.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 73 en 73bis.
GAE/DS 219-90-92; 315-496.
KAB, Elsene, 7de afdeling, Sectie B, KL 207: 1906-54, 1907-80, 1913-56, 1936-37, 1937-48 en 1949-17.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 73 en 73bis.