Voormalige hoofdzetel van S.A. Les Tramways bruxellois
Gulden-Vlieslaan 14, 15-15a-15b
de Stassartstraat 25-27
Typologie(ën)
herenhuis
burgerwoning
bijgebouwen
kantoorgebouw
gelijkvloers met handelszaak
burgerwoning
bijgebouwen
kantoorgebouw
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1860-1870
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19365
Beschrijving
Sinds 1909 hoofdzetel van voormalige s.a. Les Tramways bruxellois, voorloper van huidige MIVB. Bestaande uit twee huizen aan Guldenvlieslaan met achterhuis in de Stassartstraat.
Geschiedenis
De hoofdzetel van ‘Société des tramways bruxellois' werd in 1909 ondergebracht in het herenhuis (nr. 15) uit de jaren 1860 – 1870 met koetspoort en achterliggende bijgebouwen. In hetzelfde jaar werden de bijgebouwen (de Stassartstraat nr. 25-27) verhoogd en op de binnentuin uitgebreid met U-vormig complex waar onder meer de lokettenzaal en burelen werden ondergebracht.
Uit bouwaanvraag van 1926 blijkt dat nr. 14 ondertussen ook deel uit maakt van de hoofdzetel. Hun beider benedenverdieping worden verbouwd tot een eenvormige winkelpui met drie winkels en nieuwe toegang tot de hoofdzetel.
De laatste ingrijpende verbouwingen vonden in 1941 (verhogen van nr. 15 met extra bouwlaag) en 1956 (uitbreiden van gebouwen in de Stassartstraat nr. 25-27).
Beschrijving
Guldenvlieslaan
Nr. 14. Zwaar verbouwde neoclassicistische burgerwoning met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., tweede helft 19e eeuw. Verhoogd met één bouwlaag in 1911.
Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; balkon verwijderd op eerste verdieping; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard op tweede verdieping.
Nr. 15-15a-15b. Herenhuis van drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Witstenen gevel. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen monumentale gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Geriemde vensteromlijstingen; op eerste verdieping met balusterborstwering en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met rozettenfries; op tweede verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met guirlande tussen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. als borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en zware versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Getrapte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder toegevoegde bouwlaag (1941) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief..
Benedenverdieping van beide gevels in 1926 verenigd door verbouwing tot winkelpuien in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.; balkon in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. van nr. 15 toen verwijderd. Benedenverdieping bekleed met okergrijze, sterk geaderde marmersoort. Drie rechthoekige winkelpuien en ingang tot MIVB omlijst met bronzen eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.. Ingang bestaat uit fraaie portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., volledig bekleed met dezelfde marmersoort en links en rechts voorzien van groot uitstalraam. Kleurrijk getrapt casettenplafond met bronzen elementen. Achterliggend negentiende eeuws interieur afgesloten door fraaie smeedijzeren vleugeldeur met geometrisch en floraal smeedwerk en initialen ‘T' en ‘B'.
de Stassartstraat 25-27. Achterhuis zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit negentiende eeuw, in 1909 met één bouwlaag verhoogd.
Vier bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van rest van gebouw gescheiden door bredere muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige muuropeningen, deels getralied in eerste twee bouwlagen. Benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en muuropeningen onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.; rechts brede poort. In middelste bouwlagen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) binnen dezelfde omlijsting, maar van elkaar gescheiden door hoog neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag binnen geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Geschiedenis
De hoofdzetel van ‘Société des tramways bruxellois' werd in 1909 ondergebracht in het herenhuis (nr. 15) uit de jaren 1860 – 1870 met koetspoort en achterliggende bijgebouwen. In hetzelfde jaar werden de bijgebouwen (de Stassartstraat nr. 25-27) verhoogd en op de binnentuin uitgebreid met U-vormig complex waar onder meer de lokettenzaal en burelen werden ondergebracht.
Uit bouwaanvraag van 1926 blijkt dat nr. 14 ondertussen ook deel uit maakt van de hoofdzetel. Hun beider benedenverdieping worden verbouwd tot een eenvormige winkelpui met drie winkels en nieuwe toegang tot de hoofdzetel.
De laatste ingrijpende verbouwingen vonden in 1941 (verhogen van nr. 15 met extra bouwlaag) en 1956 (uitbreiden van gebouwen in de Stassartstraat nr. 25-27).
Beschrijving
Guldenvlieslaan
Nr. 14. Zwaar verbouwde neoclassicistische burgerwoning met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., tweede helft 19e eeuw. Verhoogd met één bouwlaag in 1911.
Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; balkon verwijderd op eerste verdieping; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard op tweede verdieping.
Nr. 15-15a-15b. Herenhuis van drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Witstenen gevel. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tussen monumentale gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Geriemde vensteromlijstingen; op eerste verdieping met balusterborstwering en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met rozettenfries; op tweede verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met guirlande tussen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. als borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en zware versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Getrapte kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder toegevoegde bouwlaag (1941) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief..
Benedenverdieping van beide gevels in 1926 verenigd door verbouwing tot winkelpuien in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.; balkon in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. van nr. 15 toen verwijderd. Benedenverdieping bekleed met okergrijze, sterk geaderde marmersoort. Drie rechthoekige winkelpuien en ingang tot MIVB omlijst met bronzen eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen.. Ingang bestaat uit fraaie portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., volledig bekleed met dezelfde marmersoort en links en rechts voorzien van groot uitstalraam. Kleurrijk getrapt casettenplafond met bronzen elementen. Achterliggend negentiende eeuws interieur afgesloten door fraaie smeedijzeren vleugeldeur met geometrisch en floraal smeedwerk en initialen ‘T' en ‘B'.
de Stassartstraat 25-27. Achterhuis zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit negentiende eeuw, in 1909 met één bouwlaag verhoogd.
Vier bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); laatste drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van rest van gebouw gescheiden door bredere muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag.. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rechthoekige muuropeningen, deels getralied in eerste twee bouwlagen. Benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en muuropeningen onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.; rechts brede poort. In middelste bouwlagen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) binnen dezelfde omlijsting, maar van elkaar gescheiden door hoog neutenpaneelU-vormig sierpaneel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoogste bouwlaag binnen geriemde omlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Bronnen
Archieven
GAE/DS 286-14-15; 286-14; 286-15; 95-15; 95-25-27.
GAE/DS 286-14-15; 286-14; 286-15; 95-15; 95-25-27.
Publicaties en studies
DELMELLE, J., Geschiedenis van het openbaar vervoer te Brussel, 2 vol., Weissenbruch n.v., Brussel, 1976, p. 260.