Typologie(ën)
fabriek
landhuis
landhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1840-1860
INCONNU - ONBEKEND – 1899
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21420
Beschrijving
Voormalig elektrische centrale voor de openbare verlichting van Elsene, thans depot van gemeentelijk openbaar vervoer.
Geschiedenis
De oorsprong van het grote rechthoekige perceel tussen de Vandenbroeck-, Skepter- en Waaienbergstraat gaat terug op een villa uit het midden van de 19e-eeuw (?) met grote tuin, van een zekere Mr. Becquet en later Gautier.
In 1899 vraagt de Luikse Compagnie Internationale d'Électricité de gemeente de toelating een usine d'électricité te bouwen op de eigendom van Mr. Gautier. De langwerpige villa en haar bijgebouwen worden herbestemd tot respectievelijk burelen en opslagplaatsen. Tegen de achtergevel van de villa bouwt men een machine- en turbinezaal, met achterliggende accumulatorenzaal, een schoorsteen en een kolendepot.
De Compagnie d'électricité d'Ixelles et extensions laat in 1904 het vermogen van de accumulatoren verdubbelen en laat twee jaar later een houten koeltoren bouwen.
Mogelijk na W.O.I, komen de gebouwen in handen van de gemeente. In 1949 wordt alvast een vleugel gebouwd met garages en lokalen voor de Dienst Openbare Netheid.

Beschrijving
Hoofdingang aan Vandenbroeckstraat afgesloten door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met voetgangerstoegang en eigenlijke doorgang. Gekasseide oprit leidt naar ruime koer met voormalige villa, de machine- en turbinezalen en bijgebouwen.
Villa (A)
In oorsprong vrijstaande villa in neoclassicistische stijl. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd langwerpig volume van twee bouwlagen, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lang. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. breder uitgevoerd, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. aan oostelijke gevel en voorzien van torenvormige uitsprong aan westelijke gevel. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en eerder eclectische puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. waarschijnlijk later toegevoegd. Villa thans in sterk verloederde toestand mede door tal van ondoordachte ingrepen (voornamelijk wijzigen van muuropeningen).
Villa werd afgebroken tussen 2011 en 2013.

Machine- en turbinezalen (B en C)
Twee identieke bakstenen gevels met telkens twee grote rondboogopeningen onder getrapte geveltop met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en van elkaar gescheiden door versneden steunberen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... echter volledig verdwenen en rondboogopeningen verlaagd tot garagepoorten.
Bewaarde overdekte hal van een bouwlaag tussen villa en Machinehal. Naast turbinehal bewaarde langgerekte kolenopslagplaats onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Van oorspronkelijk interieur rest enkel het houten Polonceauspant met ijzeren trekkers en onder verhoogde nok (verlichting en verluchting).
Geschiedenis
De oorsprong van het grote rechthoekige perceel tussen de Vandenbroeck-, Skepter- en Waaienbergstraat gaat terug op een villa uit het midden van de 19e-eeuw (?) met grote tuin, van een zekere Mr. Becquet en later Gautier.
In 1899 vraagt de Luikse Compagnie Internationale d'Électricité de gemeente de toelating een usine d'électricité te bouwen op de eigendom van Mr. Gautier. De langwerpige villa en haar bijgebouwen worden herbestemd tot respectievelijk burelen en opslagplaatsen. Tegen de achtergevel van de villa bouwt men een machine- en turbinezaal, met achterliggende accumulatorenzaal, een schoorsteen en een kolendepot.
De Compagnie d'électricité d'Ixelles et extensions laat in 1904 het vermogen van de accumulatoren verdubbelen en laat twee jaar later een houten koeltoren bouwen.
Mogelijk na W.O.I, komen de gebouwen in handen van de gemeente. In 1949 wordt alvast een vleugel gebouwd met garages en lokalen voor de Dienst Openbare Netheid.

Beschrijving
Hoofdingang aan Vandenbroeckstraat afgesloten door pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met voetgangerstoegang en eigenlijke doorgang. Gekasseide oprit leidt naar ruime koer met voormalige villa, de machine- en turbinezalen en bijgebouwen.
Villa (A)
In oorsprong vrijstaande villa in neoclassicistische stijl. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd langwerpig volume van twee bouwlagen, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) lang. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. breder uitgevoerd, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. aan oostelijke gevel en voorzien van torenvormige uitsprong aan westelijke gevel. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en eerder eclectische puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. waarschijnlijk later toegevoegd. Villa thans in sterk verloederde toestand mede door tal van ondoordachte ingrepen (voornamelijk wijzigen van muuropeningen).
Villa werd afgebroken tussen 2011 en 2013.

Machine- en turbinezalen (B en C)
Twee identieke bakstenen gevels met telkens twee grote rondboogopeningen onder getrapte geveltop met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en van elkaar gescheiden door versneden steunberen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... echter volledig verdwenen en rondboogopeningen verlaagd tot garagepoorten.
Bewaarde overdekte hal van een bouwlaag tussen villa en Machinehal. Naast turbinehal bewaarde langgerekte kolenopslagplaats onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..
Van oorspronkelijk interieur rest enkel het houten Polonceauspant met ijzeren trekkers en onder verhoogde nok (verlichting en verluchting).
Bronnen
Archieven
GAE/DS 297-58.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 93.
GAE/DS 297-58.
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 93.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid