Typologie(ën)
burgerwoning
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Adolphe SAMYN – architect – 1878
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2011-2013
id
Urban : 21410
Beschrijving
Geheel van vier huizen achter twee vergelijkbare eclectisch gevels n.o.v. architect A. Samyn, 1878.
Symmetrische bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met vier bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). TussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Korfboogvensters op tweede verdieping van zijtraveeën. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels bewaard.
Huizen met gemeenschappelijke toegang en achterliggende traphal.
Nr. 9 en 11. TweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in eerste en laatste bouwlaag. Centrale vleugeldeur tussen geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
Nr. 13 en 15. Benedenverdieping met winkelpuien en centrale toegang tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op tweede verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met zwaar balkon, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met renaissance-elementen en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Hoogste bouwlaag centraal volledig opengewerkt en beglaasd en tussen hogere zijtraveeën met venstertjes met balkon.
Symmetrische bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met vier bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en laatste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). TussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Korfboogvensters op tweede verdieping van zijtraveeën. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels bewaard.
Huizen met gemeenschappelijke toegang en achterliggende traphal.
Nr. 9 en 11. TweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in eerste en laatste bouwlaag. Centrale vleugeldeur tussen geboste pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op tweede verdieping tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
Nr. 13 en 15. Benedenverdieping met winkelpuien en centrale toegang tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op tweede verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met zwaar balkon, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met renaissance-elementen en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Hoogste bouwlaag centraal volledig opengewerkt en beglaasd en tussen hogere zijtraveeën met venstertjes met balkon.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 297-9-15.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid