Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1844
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Neo-Lodewijk XVI
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10882
Beschrijving
Neoclassicistisch geïnspireerd herenhuis volgens bouwaanvraag van 1844.
Drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. lijstgevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op begane grond en imitatievoegen op verdiepingen. Sokkel in blauwe hardsteen met keldervensters. Horizontale geleding door arduinen kordonlijsten. Rechthoekige muuropeningen, in eerste bouwlaag met arduinen negblokken, op verdiepingen in geriemde arduinen omlijsting. Op begane grond inrijpoort met smeedijzeren voluutdecoratie, rechts drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten luiken. Balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van tweede bouwlaag, overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Panelen met neuten en dropmotief op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van laatste verdieping. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met arduinen steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Interieur: waarschijnlijk in 1890 verbouwd. Op begane grond salon aan straatzijde in Lodewijk XVI-stijl: plafond beschilderd met guirlandes en engeltjes, gelambriseerde muren, beschilderde vleugeldeuren, schouw in rood geaderde marmer gedecoreerd met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarop spelende engeltjes, luchter.
Centraal salon in neorenaissancestijl: plafond beschilderd met motieven uit de oudheid, nl. Flora en Pomona, wijnranken met druiventrossen, imitatiemozaïeken met groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt.; eiken geornamenteerde lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …; schouw in zwart marmer met zuilen en panelen in rood marmer en groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt. en twee griffioenen in messing, gesculpteerde eiken schouwmantel; vergulde bronzen luster.
Achteraan in tuin oude stallen, een eerste maal verbouwd in 1903, een tweede maal in 1985 om er kantoren van te maken, voorafgegaan door een binnenplaats die toegankelijk is via een smeedijzeren poort in Brialmontstraat nr. 25.
Drie in de hoogte afnemende bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. lijstgevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op begane grond en imitatievoegen op verdiepingen. Sokkel in blauwe hardsteen met keldervensters. Horizontale geleding door arduinen kordonlijsten. Rechthoekige muuropeningen, in eerste bouwlaag met arduinen negblokken, op verdiepingen in geriemde arduinen omlijsting. Op begane grond inrijpoort met smeedijzeren voluutdecoratie, rechts drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten luiken. Balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van tweede bouwlaag, overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Panelen met neuten en dropmotief op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van laatste verdieping. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met arduinen steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Interieur: waarschijnlijk in 1890 verbouwd. Op begane grond salon aan straatzijde in Lodewijk XVI-stijl: plafond beschilderd met guirlandes en engeltjes, gelambriseerde muren, beschilderde vleugeldeuren, schouw in rood geaderde marmer gedecoreerd met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarop spelende engeltjes, luchter.
Centraal salon in neorenaissancestijl: plafond beschilderd met motieven uit de oudheid, nl. Flora en Pomona, wijnranken met druiventrossen, imitatiemozaïeken met groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt.; eiken geornamenteerde lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …; schouw in zwart marmer met zuilen en panelen in rood marmer en groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt. en twee griffioenen in messing, gesculpteerde eiken schouwmantel; vergulde bronzen luster.
Achteraan in tuin oude stallen, een eerste maal verbouwd in 1903, een tweede maal in 1985 om er kantoren van te maken, voorafgegaan door een binnenplaats die toegankelijk is via een smeedijzeren poort in Brialmontstraat nr. 25.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 19 (1844), 4033 (1890), 6531 (1903).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid