Typologie(ën)
manufactuur
opslagplaats/loods
opslagplaats/loods
Ontwerper(s)
Camille DAMMAN – architect – 1927
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 23269
Beschrijving
Gebouw in art-decostijl met invloed van de School van Amsterdam, n.o.v. architect Camille Damman, 1927.
Geschiedenis
Een eerste fabriek, die hier wellicht na 1918 werd gevestigd, werd in 1921 uitgebreid. Het complex werd door een brand verwoest en in 1927 heropgebouwd. In 1945 werd het aangekocht door de Regie voor Telegraaf en Telefoon (RTT), die er een opslagplaats en werkplaatsen vestigde.
Beschrijving
Aan de laan, gebouw van vier bouwlagen onder plat dak, met oorspronkelijk kantoren en een conciërgeloge. Symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met uitspringende muurvlakken. Gevel in geelkleurige baksteen met elementen in hardsteen en granito.
De bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) was oorspronkelijk voorzien van een mijterboogvormige muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , die door een laag hek werd afgesloten en naar een losruimte voor de goederen leidde; in 1945 werd ze door een grote inrijpoort vervangen. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping, vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. op de laatste.
Aan de zijkanten, twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) elk met een toegang: “toegang voor de arbeiders” links, “privétoegang” rechts. Deze traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorstevenvormig en beglaasd op de verdiepingen – oorspronkelijk, opschriften “MAROUF”, misschien in glas-in-lood, in het bovenste gedeelte; de toegangen werden in 1945 vervangen door een deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. vormt en door een voorstevenvormig muurvlak dat de muuropeningen op de hogere verdiepingen verlengt.
Vensters met geometrische stenen spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Decor van opstaande en uitspringende bakstenen. Metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. (beglazing vernieuwd) en linker toegangsdeur bewaard.
Interieur. Achter de rechtertravee, conciërgeloge vooraan, opmerkelijk trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in art-decostijl achteraan. Trap in zwart gepolijst granito, met een volle leuning versierd met traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en bollen. Schoorsteen in hetzelfde materiaal in de hal op de benedenverdieping. Beglaasde deuren met eenzelfde metalen decor. Oorspronkelijk, kantoren op de eerste verdieping, grote werkplaats op de tweede.
Achteraan, lang en lager achtergebouw onder plat dak met daklichten dat oorspronkelijk de werkplaatsen bevatte.
Geschiedenis
Een eerste fabriek, die hier wellicht na 1918 werd gevestigd, werd in 1921 uitgebreid. Het complex werd door een brand verwoest en in 1927 heropgebouwd. In 1945 werd het aangekocht door de Regie voor Telegraaf en Telefoon (RTT), die er een opslagplaats en werkplaatsen vestigde.
Beschrijving
Aan de laan, gebouw van vier bouwlagen onder plat dak, met oorspronkelijk kantoren en een conciërgeloge. Symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met uitspringende muurvlakken. Gevel in geelkleurige baksteen met elementen in hardsteen en granito.
De bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) was oorspronkelijk voorzien van een mijterboogvormige muuropening zonder schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , die door een laag hek werd afgesloten en naar een losruimte voor de goederen leidde; in 1945 werd ze door een grote inrijpoort vervangen. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping, vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. op de laatste.
Aan de zijkanten, twee smalle traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) elk met een toegang: “toegang voor de arbeiders” links, “privétoegang” rechts. Deze traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorstevenvormig en beglaasd op de verdiepingen – oorspronkelijk, opschriften “MAROUF”, misschien in glas-in-lood, in het bovenste gedeelte; de toegangen werden in 1945 vervangen door een deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. vormt en door een voorstevenvormig muurvlak dat de muuropeningen op de hogere verdiepingen verlengt.
Vensters met geometrische stenen spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Decor van opstaande en uitspringende bakstenen. Metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. (beglazing vernieuwd) en linker toegangsdeur bewaard.
Interieur. Achter de rechtertravee, conciërgeloge vooraan, opmerkelijk trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in art-decostijl achteraan. Trap in zwart gepolijst granito, met een volle leuning versierd met traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en bollen. Schoorsteen in hetzelfde materiaal in de hal op de benedenverdieping. Beglaasde deuren met eenzelfde metalen decor. Oorspronkelijk, kantoren op de eerste verdieping, grote werkplaats op de tweede.
Achteraan, lang en lager achtergebouw onder plat dak met daklichten dat oorspronkelijk de werkplaatsen bevatte.
Bronnen
Archieven
AVB/TP 39875 (1921), 49225 (1927), 56023 (1945).
Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Bruxelles hors pentagone. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 23.