Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
manufactuur
opslagplaats/loods
historische lift
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Jules GHOBERTarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36319
lees meer

Beschrijving

Gebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. bestemd voor een kantoor, handelszaak en woning op de benedenverdieping, appartementen op de verdiepingen en een tabak- en sigarettenfabriek achteraan, ontworpen in 1912 door architect Jules Ghobert voor rekening van Camille Gosset.

De Manufacture de Tabacs et Cigarettes Gosset, die in 1886 werd opgericht en de St. Michelsigaretten produceerde, was ondergebracht in een atelier dat vóór 1914 werd gebouwd, conform de ingediende plannen. Het gebouw aan de straat werd wellicht later gebouwd, in elk geval vóór 1921, volgens een plan dat afweek van het oorspronkelijke maar waarvan het toch de algemene compositie respecteerde. In dat jaar dienden Camille Gosset en mevrouw Leunen-Gosset, eigenares van een terrein dat er net achter lag (zie Zelfbestuursstraat nr. 15-19), een gezamenlijke aanvraag in voor de bouw van respectievelijk een uitbreiding van de fabriek achteraan en een aanpalend gebouw met garages. Deze plannen werden opnieuw door architect Ghobert opgesteld. Gossets fabriek stond vroeger in verbinding met de achtergebouwen van de aangrenzende percelen in de Lambert Crickxstraat: links een atelier ontworpen voor een ander lid van de familie Gosset (zie nr. 16-22) en rechts een magazijn dat hij voor eigen rekening liet bouwen (zie nr. 30). Het achterliggende atelier huisvest thans een “nanobrasserie”.

Gebouw aan de straat van vijf bouwlagen onder mansarde en plat dak. Hardstenen benedenverdieping, bakstenen verdiepingen versierd met hardsteen en witsteen. Opstand van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met symmetrische indeling, met uitzondering van de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Middentravee met inrijpoort en, in de laatste bouwlaag, een gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die een torentje met afgesneden hoeken vormt, thans zonder het oorspronkelijke dak. Aan weerszijden daarvan, bredere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras voor een gewelfde geveltop; de soffiet van de erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. is versierd met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met bloemenmotief. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorstevenvormige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over drie bouwlagen, eveneens bekroond door een terras.
De benedenverdieping wordt geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Inrijpoort met keellijst en schamppalen, onder een accoladeboogBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. waarin het embleem van de fabriek is gebeiteld, de heilige Michiel die de draak velt. Aan weerszijden daarvan, muuropeningen onder doorlopende  gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. Rechts, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met moneelStenen vensterstijl. die een kantoor-magazijn (bureau-magasin) moesten verlichten. Links, private ingang tussen veelhoekige zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. met bewerkt kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van een conciërgeloge. Uiterst links, winkelpui met etalage waarvan de hoek naar de inspringende deur terugwijkt.
Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., dubbele op de eerste drie verdiepingen en met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de eerste. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder bakstenen hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. met een (soms versierde) stenen sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met zuilvormige gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. monelenStenen vensterstijl.; op de trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., zuilvormige stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. in de laatste bouwlaag. Torentje met vier zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. in het dak. Op de derde verdieping van de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die geen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. hebben, gewelfd Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. vlakken, op bewerkte consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met zuilvormige gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In de topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., korfboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. bekroond door een metalen katrol. Sommige onderdorpels zijn getandLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief.. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Schrijnwerk bewaard, behalve het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de mansardes. Toegangsdeur met ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met traliewerk met krulmotieven. Inrijpoort met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Etalage en winkeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met verticale roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd.. Raamwerk met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. met gewelfd of ruitvormig motief, sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. als schuifraam.

Interieur. Koetsdoorgang met bakstenen muren en bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. caissonplafond. Ovale oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. aan de straatkant; die aan de linkerkant verlicht de conciërgeloge. In het midden, muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl. met centrale deur naar het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. links en naar het kantoor-magazijn (bureau-magasin) rechts.
Het oorspronkelijke plan voorzag in een woning met een kleine private tuin op de begane grond, links van de koetsdoorgang achter het magazijn. Rechthoekig trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met centrale lift. Op de verdiepingen waren twee grote appartementen gepland, met vooraan een kamer, salon en eetkamer, in het midden de hal en de badkamer (bains), en achteraan een tweede kamer, de bijkeuken en de keuken. Langs deze drie vertrekken liep een balkon met twee toiletten en één provisiekamer per woning.

Achteraan, veelhoekig atelier uit 1912, met drie bouwlagen onder plat dak en een metalen buitentrap naar de eerste verdieping uiterst rechts. In de linkerhoek, volume met dezelfde hoogte, aanvankelijk bestemd voor een stalling op de benedenverdieping en een hooizolder op de eerste verdieping, vervangen door een depot en een machinezaalIn een ruimte onderaan of bovenaan de installatie, een samenstel van aandrijf- en besturingsapparatuur van de lift. . In dit volume, hoektorentje dat een belvédère vormt, onder een klokvormige koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Beraapte gevels met grote muuropeningen waarvan de meeste hun raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen verdelingen hebben bewaard. Tegen de linker gemene muur, garage bekroond door een terras. Uitbreiding van het atelier met eveneens drie bouwlagen en, aan de kant van de Zelfbestuursstraat, eenzelfde type gevel.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 13497 (30.07.1912), 16739 (29.12.1922).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 23. 

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Lambert Crickx (rue)”, 1914, 1920, 1923.