Typologie(ën)

opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

F. SYMONS1909

Paul HAMESSEarchitect1919

Juridisch statuut

Beschermd sinds 29 maart 2001

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31737
lees meer

Beschrijving

Markant pakhuis en bottelarij van wijnen, naar ontwerp van architect Fernand Symons van 1909, gebouwd in opdracht van de firma Brias & Cie ter vervanging van een eerder complex van 1892. Licht uitgebreid naar ontwerp van architect Paul Hamesse, 1919.

Langgerekt, expressief gevelfront van twee bouwlagen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., met uitgesproken publicitair karakter, gekenmerkt door een polychroom materiaalgebruik en een repeterend verticaal ritme. Oorspronkelijk slechts tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inkom in de laatste. Toegang ontdubbeld met een nieuwe centrale inkom voor de kantoren in 1917, vervolgens links met één, en rechts met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitgebreid in 1919, telkens gepaard met inwendige aanpassingen.
ParementGevel- of muurbekleding. van geelgekleurde baksteen - in het als decoratieve friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). behandelde bovenste registerVensterstrook in een topgevel. alternerend licht- en geel geglazuurde baksteen met ruitmotief -, met overvloedig gebruik van natuursteen voor de gegroefde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., speklagen, hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., lijsten en de gevelbekroning. Gevelritme aangegeven door verticaal oplopende, rondbogige vensternissen onder gedrukt spitsboogvormige  waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.: ingedeeld door de lekdrempel, ijzeren tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. met rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood., en gegroefde lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. op kraagstenen; houten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en gesmeed ijzeren tralies in het onderste registerVensterstrook in een topgevel.. Polychrome sgraffito’s met geïdentificeerde wapens van wijncentra in de boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).: OPORTO / COBLENCE / MAYENCE / MADERE / MALAGA / ANJOU / TOURS / REIMS / BEAUNE / BORDEAUX / SAUMUR / VOUVRAYE / BARSAC / BOURGOGNE. Toegang tot kantoor onder dito waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in de vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met fraaie ijzeren vleugeldeur en glas-in-lood bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met wijnrankmotieven; inrijpoorten in de elfde en uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). MonumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten., rondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met druiventros op de sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en halfronde topstukken, opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. door een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met metalen roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. in ruitpatroon.
Gevelbeëindiging door bewerkte postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. in het verlengde van de penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag., waartussen ijzeren hekken op waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..

Samenstel van bedrijfsruimten en hallen met plattegrond in de vorm van een onregelmatige rechthoek. Eenvoudige bakstenen constructie met gebruik van beton en ijzer voor overspanningen en steunen. Overkapping van de hallen door twee haaks op elkaar staande tongewelven met ijzeren kapspantMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten)., beglaasde boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en nokruiter. Omlopende ijzeren galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. op bakstenen troggewelven en trappen leidend naar de lokalen op de bovenverdieping. Achterliggende magazijnen van 1892, met troggewelven en parallelle zadeldakenDak met twee hellende dakvlakken..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 3898 (1909), 22806 (1882), 28807 (1917, 1919).