Typologie(ën)
opslagplaats/loods
woning
woning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1872
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoclassicisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 8367
Beschrijving
Nr. 83, 85. Vml. gebouwen van de distilleerderij-azijnstokerij van gebroeders Vanderschrick. Langwerpige opslagplaats (B) loodrecht op straat, met directeurswoning op Nr. 83 (E), 1872; van elkaar gescheiden door grote binnenplaats (C) toegankelijk vanaf straat (Nr. 85). Opslagplaats (B) aanvankelijk met één bouwl. onder afgewolfd dak en één enkel vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. aan straatzijde.
Binnenplaats (C) overdekt in 1877 met zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met beglaasde nok op Polonceauspant; aan straatzijde centraal hek, geflankeerd door twee muren en geheel bekroond door brede beglaasde puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; zijgevel r. uitgevend op tuin van directeurswoning, met grote ramen en geritmeerd door smalle metalen zuiltjes.
Ensemble in 1928 gekocht door Société Coopérative Fédérale de Belgique en vervolgens verbouwd en uitgebreid (arch. Félix van Hauwermeiren); opslagplaats (B) met twee bouwl. verhoogd en nieuw gebouw van drie bouwl. (D) aan straatzijde van overdekte binnenplaats (C). Binnen bouwblok, maar aan achterkant van complex, toevoeging van volume (A). In 1988 herinrichting van de ruimte en nieuwe muuropeningen op Nr. 87 tot 93 (arch. Antoine Costa).
Nr. 83. Huis in neoclassicistische stijl* (E) met symmetrische compositie*. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Nr. 85. Gevel van volumes B en D. Drie bouwl. en op verd. drie ongelijke trav. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op verd. rechth. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedeverdeling.
Binnenplaats (C) overdekt in 1877 met zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met beglaasde nok op Polonceauspant; aan straatzijde centraal hek, geflankeerd door twee muren en geheel bekroond door brede beglaasde puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.; zijgevel r. uitgevend op tuin van directeurswoning, met grote ramen en geritmeerd door smalle metalen zuiltjes.
Ensemble in 1928 gekocht door Société Coopérative Fédérale de Belgique en vervolgens verbouwd en uitgebreid (arch. Félix van Hauwermeiren); opslagplaats (B) met twee bouwl. verhoogd en nieuw gebouw van drie bouwl. (D) aan straatzijde van overdekte binnenplaats (C). Binnen bouwblok, maar aan achterkant van complex, toevoeging van volume (A). In 1988 herinrichting van de ruimte en nieuwe muuropeningen op Nr. 87 tot 93 (arch. Antoine Costa).
Nr. 83. Huis in neoclassicistische stijl* (E) met symmetrische compositie*. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Nr. 85. Gevel van volumes B en D. Drie bouwl. en op verd. drie ongelijke trav. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op verd. rechth. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met roedeverdeling.
Bronnen
Archieven
GASG/Urb. 1762 (1872); 85: 4523 (1877), 233, 416 (1928), 12 (1988).
GASG/Urb. 1762 (1872); 85: 4523 (1877), 233, 416 (1928), 12 (1988).