Typologie(ën)
herenhuis
opslagplaats/loods
historische lift
opslagplaats/loods
historische lift
Ontwerper(s)
PAULUSSEN – architect – 1856-1857
INCONNU - ONBEKEND – 1742
Henri VAN LEUVEN – architect – 1901-1913
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1700
Stijlen
Neoclassicisme
Rococo
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31739
Beschrijving
Nr.
59. Voormalig refugium van de benedictijnenabdij van Gembloux. Hier
minstens gevestigd vanaf 1742, openbaar verkocht in 1794. Leerlooierij vanaf
1809 vermoedelijk zonder onderbreking tot 1904; later, tot 1976, deel uitmakend
van het gebouwencomplex van de firma «Jules Waucquez & Cie, sinds
1980 Stadsarchief.
Herenhuis met twee en halve bouwlaag en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder steil, licht geknikt zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (nok parallel met de straat, kunstleien) met aandaken. Traditionele baksteenconstructie met lagen van zandsteen uit de 17e eeuw, met aanpassingen uit de 18e en 19e eeuw. Bovenste halve bouwlaag toegevoegd, vermoedelijk in de 18e eeuw, mogelijk ter vervanging van vroegere dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met behoud van de oorspronkelijke dakkap. Gerestaureerd in 1984-1985.
Bepleisterde en beschilderde voorgevel met afgeschuinde sokkel en muurankers met gekrulde spie op de eerste twee bouwlagen. Aangepaste rechthoekige vensters, haast vierkant op de bovenste verdieping, met lekdrempel; klassiek hoofdgestel met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Brede korfboogpoort in de rechter travee, met hardstenen omlijsting in overgangsstijl Lodewijk XIV/Lodewijk XV uit midden 18e eeuw: met spiegels versierd kwarthol beloop vanaf neuten, met imposten en gegroefde sluitsteen, onder spiegelboogvormige zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en een gestrekte, geprofileerde en gekorniste waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; houten vleugeldeur en ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. met tweevoudige radiale tracering uit de 19e eeuw.
Gedecapeerde achtergevel van baksteen met zandstenen sokkel, speklagen in het verlengde van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., kwartholle neggen van voormalige kruiskozijnen met wigvormige ontlasting op de eerste twee bouwlagen en wellicht hergebruikte op de derde bouwlaag, en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; rechte muurankers. Zelfde ordonnantie; korfboogpoort in hardstenen omlijsting met imposten en sluitsteen, onder bolkozijn, in de poorttravee. Ingesnoerde zijtuitgevel met vernieuwd bak- en zandsteenparement, in oorsprong wellicht een gemene muur.
Interieur; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met eikenhouten trap, gelambriseerde salons met schouwen en plafonds op de beneden- en eerste verdieping, in régence-Lodewijk XV-stijl uit midden 18e eeuw; overwelfde kelders waarin gotische schouw.
Voormalige stallingen (?) aan de westzijde van de binnenplaats van het Stadsarchief. Verankerde baksteenbouw, in het metselwerk gedateerd 1742, met twee bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Naar verluidt wederopgebouwd (?) in 1936. Vlakke hardstenen korfboogarcade van vijf traveeën met sluitstenen en imposten op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), geflankeerd door rechthoekige openingen, op de begane grond. Steekboogvensters in vlakke hardstenen omlijsting met hoekblokken en sluitsteen op de bovenverdieping, in de centrale travee verrijkt met flankerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden. Eronder een hardstenen gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met abbatiaal wapenschild, gedateerd 1740 of 1742. Daklijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Centrale, getoogde dakkapel met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden. Links hoekpaviljoen met rondboogdeur onder driezijdig mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Nr. 65. Archief van de Stad Brussel. Voormalig complex van de firma Jules Waucquez & Cie, groothandel in stoffen, hier gevestigd van bij de oprichting in 1901 tot 1976. Stadsarchief sinds 1980. Geheel gevormd door de panden Huidevettersstraat nr. 57 tot 73, en bedrijfsgebouwen doorlopend tot de Vander Haegenstraat.
Voorbouw.
Samenstel van neoclassicistische breedhuizen, onderling verbonden door de eenvormig aangepaste gelijkvloerse verdieping; drie bouwlagen en in totaal dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels met kordongeleding, geriemde vensteromlijstingen en klassiek hoofdgestel. Kern gevormd door gebouwen van de voormalige zogenaamd Brasserie Kaeckenbeek, naar ontwerp van architect Paulussen van 1856-1857, oorspronkelijk met twee bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door twee poortrisalieten. Opgesplitst in vier afzonderlijke woningen en verbouwd tot het huidige volume, waarvoor bouwaanvraag van 1871: de oorspronkelijke drie linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden gesloopt en wederopgebouwd tot twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen met drie bouwlagen en elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de overige zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden met een derde bouwlaag verhoogd en opgedeeld in twee woningen. Later opnieuw samengevoegd, met incorporatie van een rechter aanpalend enkelhuis van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Getoogde koetspoort onder entablement in het huidige middenrisaliet; ijzeren venstertralies op de begane grond. Gerenoveerd in 1988-1989 door architecten De Smedt en Ramon.
Voormalige bedrijfsgebouwen.
L-vormig complex met drie belangrijke bouwcampagnes, naar ontwerp van architect H. Van Leuven van 1901, 1904 en 1913, toen drie bouwlagen; later nog veelvuldig aangepast en verhoogd. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels met verwerking van hardsteen, met brede muuropeningen, heden zes bouwlagen. Structuur van beton; gietijzeren kolommen. Markant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liftkooi. Heden in gebruik als leeszaal en magazijn.
Nr. 71. Herenhuis laat-classicistische stijl, uit eind 18e, begin 19e eeuw.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met drie bouwlagen + mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en vier traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkant op de lagere derde bouwlaag; latere doorgetrokken lekdrempels en stucomlijstingen op de bovenverdiepingen. Brede rondboogpoort in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met geprofileerde booglijst op imposten en spiegels in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., geflankeerd door pilasters overgaand in de gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; latere houten vleugeldeur en ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Klassieke gevelbeëindiging. Heden deel uitmakend van het Stadsarchief.
Herenhuis met twee en halve bouwlaag en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder steil, licht geknikt zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (nok parallel met de straat, kunstleien) met aandaken. Traditionele baksteenconstructie met lagen van zandsteen uit de 17e eeuw, met aanpassingen uit de 18e en 19e eeuw. Bovenste halve bouwlaag toegevoegd, vermoedelijk in de 18e eeuw, mogelijk ter vervanging van vroegere dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met behoud van de oorspronkelijke dakkap. Gerestaureerd in 1984-1985.
Bepleisterde en beschilderde voorgevel met afgeschuinde sokkel en muurankers met gekrulde spie op de eerste twee bouwlagen. Aangepaste rechthoekige vensters, haast vierkant op de bovenste verdieping, met lekdrempel; klassiek hoofdgestel met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Brede korfboogpoort in de rechter travee, met hardstenen omlijsting in overgangsstijl Lodewijk XIV/Lodewijk XV uit midden 18e eeuw: met spiegels versierd kwarthol beloop vanaf neuten, met imposten en gegroefde sluitsteen, onder spiegelboogvormige zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en een gestrekte, geprofileerde en gekorniste waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; houten vleugeldeur en ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer. met tweevoudige radiale tracering uit de 19e eeuw.
Gedecapeerde achtergevel van baksteen met zandstenen sokkel, speklagen in het verlengde van de dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)., kwartholle neggen van voormalige kruiskozijnen met wigvormige ontlasting op de eerste twee bouwlagen en wellicht hergebruikte op de derde bouwlaag, en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; rechte muurankers. Zelfde ordonnantie; korfboogpoort in hardstenen omlijsting met imposten en sluitsteen, onder bolkozijn, in de poorttravee. Ingesnoerde zijtuitgevel met vernieuwd bak- en zandsteenparement, in oorsprong wellicht een gemene muur.
Interieur; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met eikenhouten trap, gelambriseerde salons met schouwen en plafonds op de beneden- en eerste verdieping, in régence-Lodewijk XV-stijl uit midden 18e eeuw; overwelfde kelders waarin gotische schouw.
Voormalige stallingen (?) aan de westzijde van de binnenplaats van het Stadsarchief. Verankerde baksteenbouw, in het metselwerk gedateerd 1742, met twee bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien). Naar verluidt wederopgebouwd (?) in 1936. Vlakke hardstenen korfboogarcade van vijf traveeën met sluitstenen en imposten op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), geflankeerd door rechthoekige openingen, op de begane grond. Steekboogvensters in vlakke hardstenen omlijsting met hoekblokken en sluitsteen op de bovenverdieping, in de centrale travee verrijkt met flankerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden. Eronder een hardstenen gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. met abbatiaal wapenschild, gedateerd 1740 of 1742. Daklijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Centrale, getoogde dakkapel met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden. Links hoekpaviljoen met rondboogdeur onder driezijdig mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Nr. 65. Archief van de Stad Brussel. Voormalig complex van de firma Jules Waucquez & Cie, groothandel in stoffen, hier gevestigd van bij de oprichting in 1901 tot 1976. Stadsarchief sinds 1980. Geheel gevormd door de panden Huidevettersstraat nr. 57 tot 73, en bedrijfsgebouwen doorlopend tot de Vander Haegenstraat.
Voorbouw.
Samenstel van neoclassicistische breedhuizen, onderling verbonden door de eenvormig aangepaste gelijkvloerse verdieping; drie bouwlagen en in totaal dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels met kordongeleding, geriemde vensteromlijstingen en klassiek hoofdgestel. Kern gevormd door gebouwen van de voormalige zogenaamd Brasserie Kaeckenbeek, naar ontwerp van architect Paulussen van 1856-1857, oorspronkelijk met twee bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door twee poortrisalieten. Opgesplitst in vier afzonderlijke woningen en verbouwd tot het huidige volume, waarvoor bouwaanvraag van 1871: de oorspronkelijke drie linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden gesloopt en wederopgebouwd tot twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen met drie bouwlagen en elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); de overige zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden met een derde bouwlaag verhoogd en opgedeeld in twee woningen. Later opnieuw samengevoegd, met incorporatie van een rechter aanpalend enkelhuis van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Getoogde koetspoort onder entablement in het huidige middenrisaliet; ijzeren venstertralies op de begane grond. Gerenoveerd in 1988-1989 door architecten De Smedt en Ramon.
Voormalige bedrijfsgebouwen.
L-vormig complex met drie belangrijke bouwcampagnes, naar ontwerp van architect H. Van Leuven van 1901, 1904 en 1913, toen drie bouwlagen; later nog veelvuldig aangepast en verhoogd. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels met verwerking van hardsteen, met brede muuropeningen, heden zes bouwlagen. Structuur van beton; gietijzeren kolommen. Markant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en liftkooi. Heden in gebruik als leeszaal en magazijn.
Nr. 71. Herenhuis laat-classicistische stijl, uit eind 18e, begin 19e eeuw.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met drie bouwlagen + mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en vier traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., haast vierkant op de lagere derde bouwlaag; latere doorgetrokken lekdrempels en stucomlijstingen op de bovenverdiepingen. Brede rondboogpoort in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met geprofileerde booglijst op imposten en spiegels in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., geflankeerd door pilasters overgaand in de gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; latere houten vleugeldeur en ijzeren waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Klassieke gevelbeëindiging. Heden deel uitmakend van het Stadsarchief.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 22729 (1856-1857), 22765 (1871), 4876 (1901), 4875 (1904), 23678 (1913).