Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

T. LAMAL1863

INCONNU - ONBEKEND1893

François KIELBAEYarchitect1908

Juridisch statuut

Beschermd sinds 17 februari 2011

Stijlen

Neoclassicisme
Second-Empirestijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31394
lees meer

Beschrijving

Breed winkelhuis met Second-Empirekenmerken, in meerdere fasen doch in uniforme stijl opgetrokken. Oorspronkelijk slechts drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts n.o.v. architect T. Lamal van 1863; links uitgebreid met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in 1893 waarbij lichte wijziging van de winkelpui, met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uiterst links n.o.v. architect François Kielbaey, 1908.

Percelen voordien ingenomen door panden met barokke in- en uitzwenkende top- en classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. gevel, aangepast tot uniforme neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. gevels, respectievelijk in 1857 en 1844.

Geheel met vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde verdiepingen met zeven, beglaasde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Grotendeels gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vitrines en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met geajoureerdeOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. zwikversiering, geritmeerd door enkele en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van puilijst, en erboven wortelmotieven(Renaissance)ornament in de vorm van een afhangende, halve kegel of een rechtstaande wortel. en lantaarns1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten.; publiciteitsopschriften i.v.m. diversiteit van de koopwaar (porselein, kristal, enz.) en huisnaam “J. ROSSUM VOET – LEON FOLLET SEUR” in rolwerkomlijsting op de entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen enkele en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. verdiepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met doorgetrokken booglijsten, sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met initialen “J R V” (J. Rossum-Voet) en kordonvormende lekdrempels; balkon met voluutconsoles en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in derde en zesde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), dito vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven met spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. versierde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.; onder meer per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 20406 (1863, 1857), 15814 (1893), 901 (1908), 15930 (1844).

Websites
BALat KIK-IRPA