Congresstraat 32-34-36
Vrijheidsplein 13
Congresstraat 30
Vrijheidsplein 11-12
Eredienststraat 1-5
Vrijheidsplein 9-10
Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Wynand JANSSENS – architect – 1877
Stijlen
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33380
Beschrijving
Tezamen met Vrijheidsplein nr. 1-5, twee
gehelen van huurhuizen met vrij monumentale, symmetrische scherm- en
pleinwand-vormende voorgevels, in eclectische stijl met uitgesproken
renaissance-invloeden, volgens bouwaanvragen van 1877 opgetrokken naar ontwerp
van architect Wynand Janssens.
Drie bouwlagen en tweemaal twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met zijgevels van zes traveeën aan Congresstraat (nr. 24-28, 30-36) en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Verenigingsstraat (nr. 67-69) en Eredienststraat (nr. 1-5), onder vernieuwde gemansardeerde bedaking met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevels met natuursteenbekleding voor de verhoogde begane grond. Horizontaliserende opstanden met imitatiebanden, doorgetrokken diepe en ondiepe balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hekken, balustrades, entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en gekloste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en tandlijst. Eenvormige acht traveeën brede middenpartij met rechthoekige muuropeningen: privé-deuren en vensters beneden - heden in licht gewijzigde ordonnantie - met trapezoïdale sluitsteen; bovenvensters in geriemde en/of pilasteromlijsting, op bel-etage onder meanderdecor en geprofileerde druiplijst, op bovenste verdieping onder entablement met rankwerk op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rijker uitgewerkte twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede hoekrisalieten, met verticaliserende opbouw: houten winkelpuien en entresol tussen gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; bovenbouw met kolossale, deels geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. composiete pilasters; hogere beëindiging door attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opgevat als geveltoppen, met spiegel, vleugelstukken en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met putti of dierenfiguren, onderbroken voor centraal œil-de-bœuf onder booglijst, in ontwerp nog extra verfraaid met siervazen. Bel-etagedeurvensters onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Zijgevels naar gelijkaardig patroon, met eveneens behouden winkelpuien en zelfde hoekrisalieten aan Congresstraat.
Drie bouwlagen en tweemaal twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met zijgevels van zes traveeën aan Congresstraat (nr. 24-28, 30-36) en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Verenigingsstraat (nr. 67-69) en Eredienststraat (nr. 1-5), onder vernieuwde gemansardeerde bedaking met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevels met natuursteenbekleding voor de verhoogde begane grond. Horizontaliserende opstanden met imitatiebanden, doorgetrokken diepe en ondiepe balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hekken, balustrades, entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en gekloste kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en tandlijst. Eenvormige acht traveeën brede middenpartij met rechthoekige muuropeningen: privé-deuren en vensters beneden - heden in licht gewijzigde ordonnantie - met trapezoïdale sluitsteen; bovenvensters in geriemde en/of pilasteromlijsting, op bel-etage onder meanderdecor en geprofileerde druiplijst, op bovenste verdieping onder entablement met rankwerk op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Rijker uitgewerkte twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede hoekrisalieten, met verticaliserende opbouw: houten winkelpuien en entresol tussen gebosseerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; bovenbouw met kolossale, deels geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. composiete pilasters; hogere beëindiging door attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opgevat als geveltoppen, met spiegel, vleugelstukken en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met putti of dierenfiguren, onderbroken voor centraal œil-de-bœuf onder booglijst, in ontwerp nog extra verfraaid met siervazen. Bel-etagedeurvensters onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Zijgevels naar gelijkaardig patroon, met eveneens behouden winkelpuien en zelfde hoekrisalieten aan Congresstraat.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 13747 en 13749 (1877).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid