Typologie(ën)

burgerwoning
hotel

Ontwerper(s)

Wynand JANSSENSarchitect1867

Wynand JANSSENSarchitect1866

Wynand JANSSENSarchitect1870

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1797
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier burgerwoningen in neoclassicistische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Wynand Janssens, respectievelijk 1867 (nr. 100), 1866 (nr. 102), en ca. 1870 (nr. 104 en 106). Samengevoegd tot hotelcomplex (1987). Gevels momenteel groen beschilderd.

Nr. 100. Benedenverdieping met strekse schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; vitrine n.o.v. arch. Catherine Myressiotis-Lipszich, 1975. Middenrisaliet met balkons volgens verkleinende ordonnatie met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op tweede verdieping lekdorpels op diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1975).

Nr. 102. Op benedenverdieping muuropeningen tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; recente beglaasde metalen koetspoort. MezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. en erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bovenliggend balkon (1905).

Nr. 104. Centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. n.o.v. arch. Ernest Acker, 1900. Inrijpoort verwijderd en benedenverdieping in oorspronkelijk stijl gerenoveerd n.o.v. arch. Catherine Myressiotis-Lipszich, 1987.

Nr. 106. Gevelbekleding in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. (1909). Grote beglaasde metalen deur. Op eerste verdieping borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met guirlandes. Typerende ornamentiek met onder meer guirlandes, lofwerkVersiering van beeld- en houtsnijwerk in de vorm van bladeren. en fruitkorven. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 100: 6031 (1867); 2, 14, 17, 64 (1975); 102: 455 (1866), 92 (1905); 104: 2317 (1900), 199 (1986); 106: 99 (1909).