Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Gédéon BORDIAUarchitect1872

Julien DILLENSbeeldhouwer1872

G. LEEMANSarchitect1936

Juridisch statuut

Beschermd sinds 28 april 1994

Stijlen

Eclectisme
Neobarok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30708
lees meer

Beschrijving

Monumentaal hoekgebouw (Kiekenmarkt nr. 16-20) in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). inslag, naar ontwerp van architect G. Bordiau van 1872.

Oorspronkelijk samenstel van vijf winkelhuizen;
vier bouwlagen + entresol en in totaal elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (kunstleien). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op beglaasde hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., symmetrisch opgebouwd rond geaccentueerde hoekpartij, met registermarkering door gevelbrede gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons op beletage en hoogste verdieping, travee-indeling door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoekpartij : portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. Dorische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met rusticaIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., uitgebogen balkon, kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met atlantenOndersteuning in de vorm van een mannenfiguur; wanneer het onderlichaam vervangen is door een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster spreekt men over een herme. door beeldhouwer Julien Dillens en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door rechthoekige en Venetiaanse drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., zeszijdige torenbekroning met rondbogig tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., entablement en topstuk, waarop dito spits  (kunstleien), oorspronkelijk met vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak.. Zijtraveeën met zware balkonconsoles op entresol, tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op bovenverdieping ; rondbogig, ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en stucconsole op derde bouwlaag. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst, klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en cordon. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Begane grond, apotheek ‘Neos Bourse’, met marmerbekleding, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. en bewaarde inrichting, naar ontwerp van architect G. Leemans van 1936.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 228 (1872), 47175 (1936).