Typologie(ën)

kinderbewaarplaats

Ontwerper(s)

Jean F. HUYBRECHTSarchitect1950-1953

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4588
lees meer

Beschrijving

Historiek: In 1870 wordt een eerste zeer bescheiden kinderdagverblijf opgericht. Dr. Jourdan (arts en filantroop), schenkt in 1873 een terrein en gebouw in de Windmolenstraat, huidige Albaniëstraat, aan de gemeente (K.B. 23.07.1873) voor de oprichting van een nieuw kinderdagverblijf, die eerst 25 en later 100 kinderen zou opvangen. In 1894 blijkt het kinderdagverblijf echter niet langer aan de verwachtingen te voldoen: ze is te ver van de arbeiderswijken gelegen en bezit geen tuin.

Op 5.11.1899 besluit de gemeente een nieuwe kinderdagverblijf in de Willem Tellstraat op te richten, n.o.v. arch. Edouard Parys en zijn opvolger arch. Segers en gemeentelijk arch. Edmond Quetin, (1896). Het nieuwe complex met een sober eclectische voorbouw met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en een grote achterbouw, kan 200 kinderen opvangen en beschikt over een kleuterschool en een grote tuin. In 1911 wordt de voorbouw uitgebreid n.o.v. arch. Emile Grégoire met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en één bouwlaag onder terras. In 1950 wordt het complex in modernistische stijl gerenoveerd n.o.v. Jean F. Huybrechts, die tevens het meubilair ontwerpt. Op 4.07.1953 wordt het complex ingehuldigd.

Willem Tellstraat 58,  gevel tuinzijde van de kindertuin Jourdan (archief van de crèche Jourdan).

Huidige situatie: Complex van drie volumes, gerenoveerd in modernistische stijl met gele belvédère bakstenen gevels: twee aansluitende volumes langs straat en derde achterliggend volume; grote tuin ten zuiden van complex met afsluitingsmuur langs W. Tellstraat.

Twee volumes langs straat onder plat dak. Rechts volume met drie bouwlagen en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hardstenen poortomlijsting met metalen deur en lantaren, onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. uit glastegels. Getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping en vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. met ”S” of ”G” monogram op verdiepingen. Tussen verdiepingen opschrift: “Creche Jourdan” in bronzen letters. Op tweede verdieping centraal bas-reliëf van kinderverzorgster met kind, gesigneerd “Jean / Canneel”. Hoog bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., links benadrukt door kort pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en bronzen makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant.. Bewaard geometrisch smeedwerk en metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Links volume van twee bouwlagen met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit glastegels in W. Tellstraat. Zijgevel met rotonde en zes aansluitende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verdiepingen opgevat als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met vlindermotief tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…); sinds 2000 loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. afgesloten door ramen (Frank Hollevoet).

Derde volume, binnen bouwblok, met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op kelderverdieping en onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (voormalige kinderschool, 1896); kelderverdieping voorafgegaan door lichtput afgesloten door metalen hekken en toegankelijk via metalen trappen.

Tuin ommuurd en toegankelijk via metalen hekken tussen bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bekroond door cilindervormige lampen.

Bronnen

Publicaties en studies
BERNIER, F., Monographie de Saint-Gilles-lez-Bruxelles, P. Weissenbruch, Brussel, 1904, pp. 328-333.
KEMPENEERS, J., Histoire d'Obbrussel-Saint-Gilles, Brussel, 1962, p. 164.