Voormalige Protestants-Evangelische Silo Kerk, thans Centre évangélique Pain de Vie
Antwerpsesteenweg 324, 326
Typologie(ën)
drukkerij
school
Ontwerper(s)
O. GEERLING – architect – 1888-1895
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Voormalige
Protestants-Evangelische Silo Kerk, thans Centre
Evangélique Pain De Vie. Geheel bestaande uit een tempel, klaslokalen en een
drukkerij, opgetrokken in eclectische en neoclassicistische stijl tussen 1888 en
1895, gedeeltelijk door architect O.Geerling.
Geschiedenis
Vertrekkend van een voorlopige houten “barak” uit
1885, inspringend t.o.v. de rooilijn, werd het geheel gebouwd op verzoek van dominee
Nicolaas de Jonge. Die
leidde in 1875 in de hoofdstad een school voor de opleiding van Evangelisten
voordat hij de Nederlandstalige vereniging Silo oprichtte, die aan het hoofd kwam
te staan van acht gemeenten, twee scholen, een kliniek en een drukkerij.
In 1888 werd achter de barak de evangelische
drukkerij gebouwd: een werkplaats van één bouwlaag en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder
asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In
1892 vroeg de dominee toestemming om de barak te vervangen door twee gebouwen,
naar de plannen van architect O.Geerling. Het
breedste gebouw, dat rechts was gepland maar links werd uitgevoerd, diende als
toegangsvolume voor de conferentiezaal of tempel. Het tweede gebouw huisvestte de school. In 1895 bouwde dezelfde tandem nog een dubbel huis
aan de achterzijde van het perceel, op nr.67 van de Groendreef, met een gang
naar de drukkerij. De
vereniging Silo vergrootte dit huis in 1925-1926. Ten laatste in 1946 nam de
vereniging het al bestaande gebouw op nr.68 van de Groendreef in.
Beschrijving
Gevels
Op nr.324, huis in eclectische stijl in roodgeschilderde
bakstenen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen bekroond door een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. onder
een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., alles overdekt door een platform. Centrale toegang en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder stenen latei en
ontlastingsboog met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. rond een inspringend timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Toegang met stenen omlijsting en een inspringende
deur, in 1933 vernieuwd met neoromaanse hengselsSmeedijzeren beslag waarmee deuren, ramen of luiken worden opgehangen.. Op het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. van de toegang, cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in
neorenaissancestijl met het gegraveerde woord “SILO”; op het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. van de
vensters, diverse bakstenen decors. Onderdorpels
en lateien op de verdieping verbonden door een stenen band. Ankers met krulmotief op de benedenverdieping en met
het jaartal 1892 op de verdieping. Geschilderd opschrift in deze bouwlaag: “PROTESTANTS EVANGELISCHE / SILO KERK”. Raamwerk vervangen.
Achteraan, rechthoekige tempel onder schilddak
en een rechthoekig daklicht, met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met ijzeren roedeverdeling.
Op nr.326, gevel die bij het aanpalende huis past.
Drie bouwlagen, opengewerkt met een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. van muuropeningen met doorlopende
stenen onderdorpels en lateien. Houten
kroonlijst en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. van pannen. Deur
in harmonie met deze op nr.324. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de eerste verdieping verdwenen
opschrift “SILO SCHOOL”.
Interieur
Het toegangsvolume van de tempel bevat een portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).,
een vestibule, een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met gevarieerde betegeling, en het kantoor van
de dominee op de verdieping. De
tempel is een grote zaal onder een U-vormige galerij op bakstenen welfsels en metalen
balken waarop gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. en gebeeldhouwde stenen
consoles rusten. De
houten banken zijn oorspronkelijk.
In het gebouw rechts bevindt zich op elke
verdieping een lang klaslokaal.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 3874 (1886), Laken 4157 (1888), Laken 1456 (1892), 40636 (1933); Groendreef 67: Laken 4383 (1895), 32308 (1925-1926), 36176 (1928); Groendreef 68: 57446 (1946).
Publicaties en studies
Een eeuw Silo. Silokerk, 1883-1983, De Silogemeente te Laken, Brussel, 1983.
PEPPINCK, M., Door het Geloof, Drukkerij de Jonge, Brussel, s.d.