World Trade Center
Koning Albert II-laan 24-26
Antwerpsesteenweg 53-55
Simon Bolivarlaan 20-32
Koning Albert II-laan 28-30
Antwerpsesteenweg 57-59-59b
Willem De Molstraat 2
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
GROUPE STRUCTURES – architectenbureau
André POLAK – architect
Jean POLAK – architect
René STAPELS – architect
Claude EMERY – architect
ARCHITECTURE ET URBANISME – architectenbureau
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreding Noord (Apeb - 2016-2018)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Twee kantoorcomplexen in internationale stijlIn de internationale stijl primeert het functionele op de vorm. Dit komt tot uiting in een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. De term internationale stijl duidt eerder het na-oorlogs modernisme aan., vanaf 1968 voor de Compagnie de Promotion ontworpen door de Groupe Structures, André en Jean Polak, René Stapels en Claude Emery
(bureau Architecture et Urbanisme).
Geschiedenis
Het World Trade
Center was het orgelpunt van het Manhattanplan, dat door
de Groupe Structures werd uitgewerkt en bij K.B. van 17.02.1967 werd
goedgekeurd. Het WTC zou een centrum voor de wereldhandel worden in het hart
van de Noordwijk, die een uitgestrekt zakelijk district op z’n Amerikaans moest
worden. Het WTC werd ontworpen door de Compagnie de
Promotion (CDP) van Charly De
Pauw en moest verrijzen op het kruispunt van de twee grote verkeersaders van de nieuwe wijk, de huidige
Koning Albert II-laan en de Simon Bolivarlaan.
Het project voorzag in acht
toren van 28 verdiepingen met
gordijngevels, symmetrisch
verdeeld over vier sokkels die elk een hoek van het kruispunt innamen. De twee westelijke volumes zouden op grondgebied Brussel komen, de
noordoostelijke op grondgebied Schaarbeek, terwijl het zuidoostelijke volume deels
op Schaarbeek en deels op Sint-Joost-ten-Node
zou worden gebouwd. De complexen vertegenwoordigden een totale
oppervlakte van 360.000 vierkante meter. Ze bestonden uit een kelderverdieping met
parkeergarages en een sokkel ingericht als esplanade voor de voetgangers die via
loopbruggen over de verkeerswegen met de andere esplanades werd verbonden. Het geheel
stond via een transportband rechtstreeks in verbinding met het Noordstation. Op elke
sokkel werden twee torens haaks ten opzichte van elkaar gebouwd, met op het dak
een helihaven.
De vier volumes van het WTC
zouden in vier fases worden gebouwd, gespreid over zeven jaar en beginnend
tussen 1970 en 1973. Eind 1969 werd het terrein dat nodig was voor het eerste
complex, op de noordoostelijke punt van het kruispunt (nr.28-30 Koning Albert II-laan), vrijgemaakt – waardoor onder meer de rue du Téléphone [Telefoonstraat] moest verdwijnen – en konden de
werkzaamheden daadwerkelijk beginnen. Maar vanaf 1972 raakte de bouwpromotor in de financiële
problemen en moest hij een beroep doen op buitenlandse kapitalen om de tweede
toren van het complex te kunnen voltooien. De eerste WTC-toren werd in
1973 in gebruik genomen.
Na heel wat wederwaardigheden,
waaronder het afzien van een plan uit 1973 van architect Michel Barbier voor gevels
gemaakt van modules in wit gelakt aluminium, werd de bouwvergunning voor het
tweede complex op grondgebied Brussel (nr.24-26 Koning Albert II-laan) in 1979 afgeleverd.
Het complex met gordijngevels was bestemd voor het ministerie van Openbare Werken. Bij gebrek aan
middelen bleef het echter beperkt tot één toren, die in 1983 werd afgewerkt. In
1985 werd een loopbrug ontworpen om de twee eenheden over de toekomstige Simon
Bolivarlaan met elkaar te verbinden, maar die brug werd niet uitgevoerd.
Aan de kant van Schaarbeek en
Sint-Joost werden de aan het Noordstation
palende terreinen in 1971-1972 vrijgemaakt. Ze bleven echter braak liggen en de
CDP trok zich uit het project terug. In de loop van de jaren 1990 en 2000 werden
uiteindelijk de twee bouwblokken bebouwd met complexen die de door het plan van
1967 voorgeschreven volumetrie naleefden.
Beschrijving
Elk op een rechthoekig bouwblok, grote complexen bestaande uit een sokkel met
daarop respectievelijk een en twee torens van 28 verdiepingen met een metalen
structuur en een centrale circulatie.
Op nr.24-26 Koning Albert
II-laan – 53-55 Antwerpsesteenweg – 20-32 Simon Bolivarlaan, sokkel bekleed met
tegels van rood marmer, centraal opengewerkt met twee lagen gordijngevelsNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. met
donkerkleurige ondoorschijnende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In het noorden, toren met gordijngevelsNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. van helder glas en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van
hetzelfde type.
Op nr.28-30 Koning Albert
II-laan – 57-59-59b Antwerpsesteenweg – 2 Willem de Molstraat, sokkel bekleed
met geprefabriceerde platen in bruin architectonisch beton, opengewerkt met
toegangen en brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping en met enkele muuropeningen
in het bovenste gedeelte. Twee torens met gordijngevels met een structuur in “brons getint” aluminium,
beglazing en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in ondoorschijnend glas in dezelfde tinten.
Bronnen
Archieven
SAB/DD 531.
SAB/OW 90001 (1985); 24-26: 92038 (1973); 28-30: 91939 (1970), 89762 (1974).
Publicaties en studies
CDP, Rapports présentés à l’assemblée générale ordinaire du 3 juin 1969, 1968 – zestiende boekjaar.
DEMEY, Th., Chronique d’une capitale en chantier. 2. De l’Expo ‘58 au siège de la C.E.E., Paul Legrain, Brussel, 1992, pp. 105-169.
World Trade Center Brussels, s.d.