Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Charles VERHELLEarchitect1929-1933

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37481
lees meer

Beschrijving

Bloemenkrans. Modernistisch complex van sociale woningen ontworpen tussen 1929 en 1933 door architect Charles Verhelle. Het bestaat uit negen gebouwen verdeeld rond een binnenstraat die op de oude loop van de Zenne uitmondt.

Geschiedenis
In 1929 ontwierp Charles Verhelle in opdracht van een particulier een eerste geheel van zeven gebouwen met arbeiderswoningen. Ze waren toegankelijk via een smalle doorgang rechts van een ouder huis en hadden gemeenschappelijke tussenmuren. De ondiepe gebouwen lagen aan weerszijden van een doodlopende straat: drie links en vier rechts. In 1933 ontwierp dezelfde architect, ditmaal voor rekening van de Société anonyme civile d’Habitations ouvrières, de twee gebouwen aan de steenweg die door een inspringend volume met een grote toegangsportiek met elkaar werden verbonden. Het geheel bestond dus uit negen gebouwen, die elk, verwijzend naar de naam Bloemenkrans, de initiaal droegen van een bloemennaam, alfabetisch gerangschikt – Azalea, Begonia, Camelia, Dahlia, Edelweiss, Fuchsia, Geranium, Hortensia en Iris. Het geheel onderging een eerste renovatie in de jaren 1980 en 1990. De gevels, de bedakingen en het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van de achtergebouwen werden in 2012-2013 gerenoveerd (Archiwind) voor rekening van het Woningfonds.

Beschrijving
Gebouwen vooraan in U-vorm, met vier bouwlagen onder plat dak. De volumes aan de steenweg hebben twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), elk geflankeerd door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en toegankelijk via een deur op de zijgevel. Rondbogige inspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met beraapt gewelf en de naam “Bloemenkrans” in houten letters, bekroond door een hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.. Gevels in geel- en roodgetinte baksteen, lichtgekleurd pleisterwerk en oranje keramiektegels. Dakterras met buisreling. Benedenverdiepingen oorspronkelijk elk opengewerkt met een etalage met centrale deur, verbouwd tot de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van appartementen. Schrijnwerk vervangen.
Achtergevel thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..
Op de verdiepingen, appartementen die achteraan doorlopen in een smal bijgebouw.

Aan de achterzijde, langs de binnenstraat, gebouwen links van vier bouwlagen, rechts van drie bouwlagen, elk met een voorbouw met trappenhuis; deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en getrapte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Aan weerszijden van de voorbouw, per bouwlaag één appartement bestaande uit één diepe kamer, die van de gebouwen links over drie traveeën, die rechts over twee. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die het dichtst bij het trappenhuis liggen, zijn voorzien van een balkon, oorspronkelijk in baksteen, thans in metaal. De uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de linkergebouwen springen in. Gevels oorspronkelijk in baksteen, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., behalve de laatste bouwlaag van de linkergebouwen, gecementeerdMet portlandcement bestrijken.. Schrijnwerk vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 36206 (1929), 42731 (1933), 48371 (1933), 87337 (1981), 111023 (2002).

Archief van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Gewest.

Publicaties en studies
Brusselse wandelingen.
 3. Arbeiderswoningen en sociale huisvesting in Laken
, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, 1998, p. 6.
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Étude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel historisch erfgoed van de stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 72-73.
TOELEN, T., De grote en de kleine geschiedenis van de Kassei, AMVB, Brussel, 2004, p.149.
VANDEN EEDE, M., MARTENS, A., De Noordwijk. Slopen en wonen, EPO, Brussel, 1994, pp. 90-111.