Typologie(ën)
kliniek/hospitaal/ziekenhuis
Ontwerper(s)
O. GEERLING – architect – 1882-1888
Guillaume DE VOS – architect – 1882-1888
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 20086
Beschrijving
Geschiedenis
De bouw van het militair hospitaal van Elsene, dat nu grotendeels is afgebroken, hield verband met de bouw van de kazernes van Etterbeek en met de modernisering van de militaire infrastructuur eind 19e eeuw. Het project, dat al in 1875 was gepland, kreeg vaste vorm in 1882 en werd voltooid in 1888, toen het hospitaal werd ingehuldigd. De architect O. Geerling (kapel en hoofdgebouw) en kolonel der genie De Vos (de andere gebouwen) maakten gebruik van het grote terrein met zijn sterke helling om een geavanceerd hospitaal te bouwen. Tot in 1914 gold het als voorbeeld in zijn genre. Nadien onderging het verscheidene verbouwingen om het aan de evolutie van het medische onderzoek aan te passen. Toen het hospitaal in 1974 verouderd bleek te zijn geworden, verhuisde het leger het naar Neder-Over-Heembeek en verkocht het de site. De gebouwen werden gedurende 25 jaar verwaarloosd, tot ze uiteindelijk gesloopt werden (met uitzondering van de woning van de verpleegkundigen en die van de directeur) en vervangen door een groot complex van woningen en kantoren gebouwd tussen 1995 en 2005.
Plan van het hospitaal
De gebouwen werden op drie opeenvolgende terrassen opgetrokken. Om hygiënische redenen werden de zieken ondergebracht in vijftien goed verluchte paviljoenen (goed voor elk een twintigtal patiënten) die onderling en met de administratieve gebouwen waren verbonden via een netwerk van beglaasde galerijen. In het midden bevond zich een verhoogde kapel die de verwarmings- en elektriciteitsinstallatie verborg. Aan de straatkant werd het geheel geflankeerd door de technische en administratieve gebouwen (waaronder de refter, de keukens, de hydrotherapieruimte, de farmaceutische dienst, een lijkenhuisje, een amfitheater, de woning van de verpleegkundigen en die van de directeur) alsook het klooster van de hospitaalzusters van de heilige Augustinus (aan de Augustin Delportestraat). Het gebouw met voorgevel aan de Kroonlaan in neo-Vlaamse renaissancestijl was 244 meter lang.
Beschrijving van de bewaarde gebouwen
Enkel de twee hoekpaviljoenen in neo-Vlaamse renaissancestijl zijn bewaard.
De directeurswoning (die de hoek Kroonlaan – Auguste Rodinlaan vormt) was oorspronkelijk een losstaand gebouw met vier gevels. De woning van de verpleegkundigen (die de hoek Kroonlaan – Adolphe Mathieulaan vormt) was tegen de refter aangebouwd.
Op hardstenen sokkels, gevels van twee bouwlagen onder tentdak met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., in baksteen met talrijke elementen in hardsteen (waaronder veel diamantkoppen) en in witsteen (banden). Hoekblokken. Smeedijzeren ankers. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels naar oorspronkelijk ontwerp vervangen.
Op A. Rodinlaan nr.8, toegangs- en achtergevel met elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), zijgevels met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de hoekgevels worden bekroond door rijkelijk versierde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (fronton, gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., volutes, topstukken). Toegangsdeur onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Op achtergevel (vroeger aan de tuinzijde), hogere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met verspringende bouwlagen.
Op A. Mathieustraat nr.1 heeft geen van de drie oude gevels een deur; die bevindt zich in de nieuwe gevel die kwam op de plaats waar het gebouw vroeger tegen de refter aanleunde. De gevel aan de Kroonlaan heeft drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijgevels hebben er twee. KruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. onder rondbogig boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Aan de Kroonlaan, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. bekroond door rijkelijk versierde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Voor de herinrichting van de site werden nieuwe straten aangelegd (Hergélaan en Marguerite Yourcenarlaan, Adolphe Saxplein) en ook een park (Albert II-park). Elementen van het oude hospitaal werden hergebruikt voor de aanleg van het park: hekken, luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., deuromlijstingen en zuilen.
De bouw van het militair hospitaal van Elsene, dat nu grotendeels is afgebroken, hield verband met de bouw van de kazernes van Etterbeek en met de modernisering van de militaire infrastructuur eind 19e eeuw. Het project, dat al in 1875 was gepland, kreeg vaste vorm in 1882 en werd voltooid in 1888, toen het hospitaal werd ingehuldigd. De architect O. Geerling (kapel en hoofdgebouw) en kolonel der genie De Vos (de andere gebouwen) maakten gebruik van het grote terrein met zijn sterke helling om een geavanceerd hospitaal te bouwen. Tot in 1914 gold het als voorbeeld in zijn genre. Nadien onderging het verscheidene verbouwingen om het aan de evolutie van het medische onderzoek aan te passen. Toen het hospitaal in 1974 verouderd bleek te zijn geworden, verhuisde het leger het naar Neder-Over-Heembeek en verkocht het de site. De gebouwen werden gedurende 25 jaar verwaarloosd, tot ze uiteindelijk gesloopt werden (met uitzondering van de woning van de verpleegkundigen en die van de directeur) en vervangen door een groot complex van woningen en kantoren gebouwd tussen 1995 en 2005.
Plan van het hospitaal
De gebouwen werden op drie opeenvolgende terrassen opgetrokken. Om hygiënische redenen werden de zieken ondergebracht in vijftien goed verluchte paviljoenen (goed voor elk een twintigtal patiënten) die onderling en met de administratieve gebouwen waren verbonden via een netwerk van beglaasde galerijen. In het midden bevond zich een verhoogde kapel die de verwarmings- en elektriciteitsinstallatie verborg. Aan de straatkant werd het geheel geflankeerd door de technische en administratieve gebouwen (waaronder de refter, de keukens, de hydrotherapieruimte, de farmaceutische dienst, een lijkenhuisje, een amfitheater, de woning van de verpleegkundigen en die van de directeur) alsook het klooster van de hospitaalzusters van de heilige Augustinus (aan de Augustin Delportestraat). Het gebouw met voorgevel aan de Kroonlaan in neo-Vlaamse renaissancestijl was 244 meter lang.
Beschrijving van de bewaarde gebouwen
Enkel de twee hoekpaviljoenen in neo-Vlaamse renaissancestijl zijn bewaard.
De directeurswoning (die de hoek Kroonlaan – Auguste Rodinlaan vormt) was oorspronkelijk een losstaand gebouw met vier gevels. De woning van de verpleegkundigen (die de hoek Kroonlaan – Adolphe Mathieulaan vormt) was tegen de refter aangebouwd.
Op hardstenen sokkels, gevels van twee bouwlagen onder tentdak met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., in baksteen met talrijke elementen in hardsteen (waaronder veel diamantkoppen) en in witsteen (banden). Hoekblokken. Smeedijzeren ankers. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels naar oorspronkelijk ontwerp vervangen.
Op A. Rodinlaan nr.8, toegangs- en achtergevel met elk drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), zijgevels met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de hoekgevels worden bekroond door rijkelijk versierde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (fronton, gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken., volutes, topstukken). Toegangsdeur onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Op achtergevel (vroeger aan de tuinzijde), hogere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met verspringende bouwlagen.
Op A. Mathieustraat nr.1 heeft geen van de drie oude gevels een deur; die bevindt zich in de nieuwe gevel die kwam op de plaats waar het gebouw vroeger tegen de refter aanleunde. De gevel aan de Kroonlaan heeft drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijgevels hebben er twee. KruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. onder rondbogig boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Aan de Kroonlaan, centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. bekroond door rijkelijk versierde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Voor de herinrichting van de site werden nieuwe straten aangelegd (Hergélaan en Marguerite Yourcenarlaan, Adolphe Saxplein) en ook een park (Albert II-park). Elementen van het oude hospitaal werden hergebruikt voor de aanleg van het park: hekken, luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., deuromlijstingen en zuilen.
Bronnen
Archieven
Archieven van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Atlas de l’hôpital militaire, BM121R.
Publicaties en studies
1888-1980. Le quartier Lieutenant-Général Médecin Melis. L'Hôpital militaire de Bruxelles (Kroonlaan)-1888-1980. Het Kwartier Luitenant-Generaal Geneesheer Melis. Het Militair Hospitaal van Brussel (Kroonlaan), Hôpital militaire de Bruxelles–Militair Hospitaal van Brussel, Bruxelles–Brussel, s.d.
Le quartier Lt-Gén. Médecin Melis. L'Hôpital militaire de Bruxelles, 1888-1980, s.l., s.d.
MIHAIL, B., Le patrimoine militaire, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2010 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 50).
PUTZEYS, F. en E., Hygiène des agglomérations militaires. Description de l'hôpital militiare de Bruxelles, Luik, 1889.
Persartikels
DE HEMPTINNE, L., “Les aventures de l'Hôpital Militaire d'Elsene”, La Libre Belgique, supplément Les Nouvelles Immobilières, 18 nov. 1993, pp. 4-5.
Archieven van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, Atlas de l’hôpital militaire, BM121R.
Publicaties en studies
1888-1980. Le quartier Lieutenant-Général Médecin Melis. L'Hôpital militaire de Bruxelles (Kroonlaan)-1888-1980. Het Kwartier Luitenant-Generaal Geneesheer Melis. Het Militair Hospitaal van Brussel (Kroonlaan), Hôpital militaire de Bruxelles–Militair Hospitaal van Brussel, Bruxelles–Brussel, s.d.
Le quartier Lt-Gén. Médecin Melis. L'Hôpital militaire de Bruxelles, 1888-1980, s.l., s.d.
MIHAIL, B., Le patrimoine militaire, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2010 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 50).
PUTZEYS, F. en E., Hygiène des agglomérations militaires. Description de l'hôpital militiare de Bruxelles, Luik, 1889.
Persartikels
DE HEMPTINNE, L., “Les aventures de l'Hôpital Militaire d'Elsene”, La Libre Belgique, supplément Les Nouvelles Immobilières, 18 nov. 1993, pp. 4-5.