Typologie(ën)

kliniek/hospitaal/ziekenhuis

Ontwerper(s)

Victor HORTAarchitect1907-1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38552
lees meer

Beschrijving

Gelegen in het oostelijk deel van de Brugmannsite (zie de letters M en N op de plattegrond), gebouwen in eclectische stijl met art nouveau-invloeden naar een ontwerp van architect Victor Horta uit 1907 en gebouwd werden vanaf 1911. Voor 1930 werd de afdeling aangevuld met die van urologie, gynaecologie en moederschap.


Oorspronkelijke configuratie en binnenindeling
Dit grote orthogonale en symmetrische gebouw heeft twee identieke bouwlagen op een half souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en een licht hellend dak met zinkbedekking. De volumes of paviljoenen vertonen talrijke uitsprongen en schuine vlakken en worden verbonden en doorkruist door gestapelde galerijgangen (na 1953 aangevuld met annexen). Ze vormen een grote vierhoek (N) met een centrale tuin en twee vooruitspringende gedeelten vooraan; het geheel wordt voorafgegaan door een lager consultatiepaviljoen (M).

Het toegangspaviljoen is voorbehouden voor operaties (met auditorium) en voor andere onderzoeken en behandelingen (helio-, radio-, elektrotherapie, enz.). De gevel wordt door twee kleine uitbouwen geflankeerd en heeft een centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. waarmee een uitbouw achteraan overeenstemt. Het paviljoen is verbonden met twee bijna vierkante hoekpaviljoenen met de uitwendige uitsprong van een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Een paviljoen met ziekenzalen neemt de smalle zijkanten van de vierhoek in en loopt door in dagverblijven, voorbij dwarse gangen die, links en rechts, naar afgezonderde sanitaire ruimten leiden. Op de laatste zijde van de vierhoek, die de tuin in loopt en achteraan op een Engelse koer uitgeeft, staat een groot paviljoen tussen trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en sanitaire ruimten.
De terugwijkende voorste volumes van het complex bestaan uit twee aaneensluitende paviljoenen; die op de hoek bevatten een trap en een speel- of lesruimte en hebben aan één zijde een uitsprong voor een dagverblijf en aan de andere zijde een sanitair blok. De andere paviljoenen bevatten twee ziekenzalen en eindigen in een dwarse toilettenruimte.
Net als in het heelkundig complex zijn de meeste verbindingsgalerijen voorzien van een verluchtingsruimte tussen de begane grond en de verdieping: de vloeren van de verdieping rusten op metalen balken die worden ontlast door korte pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. gemaakt van geprofileerde steen.
Het consultatiepaviljoen, in dezelfde stijl als de andere paviljoenen, is een lage rechthoekige constructie met twee uitbouwen, waarvan die welke naar het complex is gericht sterker uitspringt.

Opstanden
Het hele complex, dat volledig in baksteen is opgetrokken, is bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met lichtgekleurd cement met imitatievoegen en versierd met hardsteen ter hoogte van de muuropeningen en de sokkel. Die sokkel is dun en rust op een muurvoet met holle lijst. De meeste muuropeningen, enkelvoudig of gekoppeld, zijn steekboogvormig en hebben een onregelmatig uitgesneden tussendorpel. Alle onderdorpels zijn geprofileerd.
De toegangsportiek heeft een dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. onder een stenen kordonlijst, een tongewelfje en een metalen balk; de deur is gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. aan twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; de gemeenschappelijke stijlen zijn monolithisch en de bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. hebben aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. in steen. De aanpalende uitbouwen onderscheiden zich door een hoog raam met twee stenen monelenStenen vensterstijl. dat rechts met een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en links met toiletten overeenstemt.
De twee achterdeuren van de hoekpaviljoenen van de vierhoek leiden naar de trappen en vormen samen met twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. een bijna volledig van steen gemaakte T: ze hebben gemeenschappelijke stijlen onder één boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Daarboven zijn de hoge ramen van de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. de enige die van een dubbel stenen kruisraam zijn voorzien.
Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met stenen latei, lijken wel omgekeerd: een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. ter hoogte van de onderdorpels, boven een verdiepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (dichtgemaakt binnenraam) belijnd door een vensterbank. De muuropeningen van de belangrijkste verbindingsgangen, enkelvoudig, dubbel of vierledig, worden door een I-balkIJzeren latei met I-profiel. bekroond. Een uitzondering hierop vormt de gevel aan de binnenplaats van de aansluitingen achteraan: hier zijn, op de benedenverdieping, de twee paren openingen behandeld als venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met dubbel kruisraam; het ene, achter de gang, verlicht een trappenhuis, het andere wordt boven imitatietussendorpels bekroond door de verluchtingsruimte. De brede centrale vensters van het toegangspaviljoen verlichten de operatiezalen en worden bekroond door metalen balken met kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. van geprofileerde steen. In de hoek van de terugwijkende volumes vooraan bevinden zich twee toegangen, met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., die eenvoudiger zijn uitgewerkt dan het hoofdportaal.
Zowel het terras onder luifel dat langs het rechterpaviljoen met de kamers van de vierhoek loopt als de Engelse koer achteraan, worden beschermd door smeedijzeren traliewerk met rechte staven, verstevigd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Ze worden gevolgd door vakken gevormd door drie staven, de buitenste gebogen aan de uiteinden.
Het grotendeels vernieuwde raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. varieerde afhankelijk van de afmetingen en de functies van de muuropeningen. Veel venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., al dan niet met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., waren schuiframen met verticale roedeverdeling. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de grote slaapzalen hadden twee verticale vleugels met horizontale roedeverdeling en een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met verticale roedeverdeling. De lokalen konden worden verlucht door middel van tuimelbovenlichten. De grote ramen van het operatiepaviljoen moesten in metaal zijn.

Interieur
Binnen is slechts één trap bewaard. Alle trappen waren steektrappen, maar de schalmgaten hadden een variabele grootte; de breedste lagen rond een lift. Vloeren in grijs granito, op de bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en overlopen afgeboord door een dambordpatroon van zwart en wit marmer. Smeedijzeren trapleuningen met verticale staven.

Bronnen

Archieven
Archief van het OCMW van de Stad de Brussel/Werken ziekenhuisinstellingen, Brugmann Ziekenhuis.
SAB/OW 83495 (1972), 93164 (1979).

Werken
HEUSQUIN, CH., L’Hôpital Brugmann de l’Assistance Publique de Bruxelles, Commissie van Openbare Onderstand van Brussel, Brussel, 1930.
HORTA, V., Hôpital Brugmann à Jette-Saint-Pierre, Administratie der Godshuizen en Hulpen van Brussel, s.d.